Page 217 of 384
Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F40 – 15 A blauw Regelmodule aandrijflijn (DTCM) / asvergrendeling
(AXLE LOC) FT_RR
(*)
F41 – 15 A blauw Instrumentengroep (IC) / beveiligingsgateway (SGW)
WEKKEN
(*)
F42 – 10 A rood Besturingstoevoer vermogensregelrelais (elektrisch
stoppen/starten) / reserve (riemstartgenerator) -- indien
aanwezig
(*)
F43 20 A geel VOEDINGSUITGANG (BAGAGE) ACCU
(*)
F44 – 10 A rood Infraroodcamera (IRCAM) VERWARMING
(*)
F45 – 20 A geel VOEDINGSUITGANG (BAGAGE) ONTST*
(*)
F46 – 10 A rood AUTO HDLP LVL MOD/LVL MTR/HDLP SW
(*)
F47 – – Reserve
F48 – – Reserve
F49 – 10 A rood Controller van het beveiligingssysteem voor inzittenden
ORC
(*)
F50 – 10 A rood HD ACC — Indien aanwezig
(*)
215
Page 218 of 384
Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F51 – 10 A rood Digitale tv (DSRC) / USB / achteruitkijkspiegel (ISRVM) /
kompasmodule (CSGM)
F52 – 20 A geel SIGARETTENAANSTEKER
F53 – – Reserve
F54 – – Reserve
F55 – – Reserve
F56 – 10 A rood BINNENTEMPERATUURSENSOR
F57 – 20 A geel Stoelverw. best.
F58 – 20 A geel Stoelverw. voorpass.
F59 – – Reserve
F60 – 15 A blauw Comfort stuurwielmodule (CSWM) (HTD STR WHEEL)
F61 – 10 A rood Linker dodehoeksensor (LBSS) / rechter dodehoeksensor
(RBSS)
(*)
F62 – – Reserve
F63 – 10 A rood Controller van het beveiligingssysteem voor inzittenden
(*)
F64 – – Reserve
F65 – – Reserve
F66 40 A groen – HVAC-AANJAGERMTR VOOR
(*)
F67 – – Reserve
F68 – – Reserve
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
216
Page 219 of 384
Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F69 – 5 A geelbruin Motorgenerator MGU riemstartmotorgenerator (BSG) —
indien aanwezig
(*)
F70 – 25 A transparant INJ/BOBINE (BENZ.)/GLOEIBOUGIEMOD. (DSL)
(*)
F71 – – Reserve
F72 – 10 A rood HD ELEC ACC PKG — indien aanwezig
(*)
F73 20 A blauw – PWR TOP LK
(*)
F74 20 A blauw – PWR TOP RT
(*)
F75 – 10 A rood Power Pack-unit - Battery Pack-regelmodule en hulpvoe-
dingsmodule (PPU-BPCM & APM) Riemstartmotorgene-
rator (BSG) — indien aanwezig
(*)
F76 – 20 A geel ECM (BENZ.)/PCM (DSL)
(*)
F77 – 10 A rood VERW. SPIEGELS
F78 – 10 A rood COMP/INBRAAK/CLAXON/INBRAAK-SNSRN
F79 – 20 A geel SMART BAR-REGELMOD.
(*)
F80 – 15 A blauw Regelmodule aandrijflijn (PCM)
(*)
F81 30 A roze – ACHTERRUITVERWARMING (EBL)
217
Page 220 of 384
Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F82 30 A roze – BRANDSTOFVERW. — indien aanwezig
(*)
F83 60 A geel BOUGIE — indien aanwezig
(*)
F84 30 A roze – UREUMVERW. REGELEENHEID — indien aanwezig
(*)
F85 – 10 A rood PM-SENSOR — indien aanwezig
(*)
F86 30 A roze – REMVAC. PMP 2 — indien aanwezig
(*)
F87 – 10 A rood TOEVOER/SPOELPMP — indien aanwezig
(*)
F88 20 A blauw – NOx-SENSOR 1/2 — indien aanwezig
(*)
F89 – 10 A rood Regelmodule stuurkolom (SCCM) / cruisecontrol
(CRUISE CTL) / digitale tv (DTV)
(*)
F90 20 A blauw – PARK.LICHT TREKHAAK — indien aanwezig
F91 – 20 A geel CLAXON
F92 40 A groen – HD ACC 2 — indien aanwezig
(*)
F93 40 A groen – HD ACC 1 — indien aanwezig
(*)
F94 – 10 A rood Bandenspanningscontrole (TPM) / RF-hubsysteem (CO-
RAX)
(*)
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
218
Page 221 of 384
Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F95 – – Reserve
F96 – 10 A rood SCH. ELEKTR. VERST. SP.
F97 – 20 A geel RADIO/TBM
F98 – 10 A rood SCH. RIJ-HD ELEK/TERREIN
(*)
F99 – – Reserve
F100 30 A roze – ESC-ECU EN KLEPPEN
(*)
F101 30 A roze – Regelmodule aandrijflijn (DTCM)
(*)
F102 – 15 A blauw DUBBELE USB-POORT
F103 – 15 A blauw HD ACC 3 — indien aanwezig
(*)
F104 – 15 A blauw PPU-KOELPOMP — indien aanwezig
(*)
F105 – 10 A rood Geïntegreerd centraal deel (ICS) / Verwarming, ventilatie
en airconditioning (HVAC)
(*)
F106 40 A groen – Elektronische snelheidsregeling (ESC)-POMPMTR
(*)
F107 – 20 A geel TREKH. REML/RICHT.AANW. LK — indien aanwezig
F108 – 15 A blauw HD ACC 4 — indien aanwezig
(*)
F109 – 20 A geel TREKH. REML/RICHT.AANW. RT — indien aanwezig
219
Page 222 of 384

Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F110 30 A roze – SPANNINGSOMVORMER
(*)
F111 20 A blauw – RESERVE TREKHAAK - indien aanwezig
* Zekeringen van veiligheidssystemen moe-
ten worden onderhouden door een erkende
dealer.
LET OP!
• Bij het aanbrengen van het deksel op de
stroomverdeelkast moet het deksel
overal goed aansluiten en stevig worden
vergrendeld. Als dit wordt nagelaten,
kan er water in de stroomverdeelkast
komen en kan het elektrisch systeem
mogelijk uitvallen.
• Vervang zekeringen uitsluitend door
exemplaren met dezelfde ampère-
waarde. Wanneer u een zekering ver-
vangt door een zekering met een hogere
ampèrewaarde, kan het elektrische sys-
teem gevaarlijk overbelast raken. Als
nieuwe zekeringen met de juiste ampè-
rewaarde meteen doorbranden, is er een
LET OP!
defect in het circuit dat gerepareerd
moet worden.
WIELEN VERWISSELEN EN
GEBRUIK VAN DE KRIK
WAARSCHUWING!
• Probeer geen wiel te verwisselen aan de
zijde van de auto waar ander verkeer
langs rijdt. Ga ver genoeg van de weg af
staan om ongelukken te voorkomen bij
gebruik van de krik of het verwisselen
van een wiel.
• Het is gevaarlijk om u onder een opge-
krikte auto te bevinden. De auto kan van
de krik glijden en op u vallen. Dit leidt
tot ernstig letsel. Zorg er daarom voor
WAARSCHUWING!
dat u met geen enkel lichaamsdeel on-
der een opgekrikte auto komt. Als u
werkzaamheden onder de auto moet uit-
voeren, zet deze dan op een hefbrug.
• Start de motor niet en laat deze niet
draaien zolang de auto door een krik
wordt ondersteund.
• De krik is uitsluitend bedoeld als ge-
reedschap om banden te verwisselen.
Gebruik de krik niet om de auto voor
onderhoudswerkzaamheden omhoog te
brengen. De auto mag alleen op een
stevige en vlakke ondergrond worden op-
gekrikt. Vermijd een gladde ondergrond.
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
220
Page 223 of 384

Bergplaats krik
De krik en de moersleutel bevinden zich in de
bagageruimte achter. Ga als volgt te werk om
de krik en gereedschappen te verwijderen:
1. Til de laadvloer in de bagageruimte op.
OPMERKING:
Voor eenvoudige toegang kan de laadvloer
worden verwijderd door deze naar achte-
ren te trekken.
2. Verwijder de afdekking van de opberg-
ruimte voor gereedschappen door de ver-
grendeling aan de linkerkant in te knijpen
en omhoog te trekken.
3. Draai de zwarte plastic vleugelmoer
linksom om de krik uit de opbergruimte te
nemen.
4. Verwijder de gereedschapsset en monteer
het gereedschap.
Reservewiel verwijderen
1. Om het reservewiel uit de reservewieldra-
ger te verwijderen, verwijdert u de afdek-
king van het reservewiel (indien
aanwezig).2. Verwijder de afdekking van de achteruit-
rijcamera door de borgbout linksom te
draaien met de Torx-schroevendraaier
T40 en ratel uit de meegeleverde
gereedschapsset.
3. Verwijder de wielmoeren met de moer-
sleutel door deze linksom te draaien. Ver-
wijder de wielmoer met vergrendeling, in-
dien aanwezig, met de sleutel (in het
handschoenenkastje) door deze linksom
te draaien.
Het vervangen reservewiel opbergen
1. Monteer het reservewiel op de reserve-
wieldrager. Draai de wielmoeren en de
wielmoer met vergrendeling aan.
2. Draai de borgbout terug naar de vergren-
delde stand op de camerakap door de
vergrendeling naar rechts te draaien met
behulp van de Torx-schroevendraaier
T40 en de ratel. Breng de camerakap
vervolgens weer aan door deze over de
camera/wieldrager te schuiven totdat deze
op zijn plaats vastklikt.
3. Breng de afdekking van het reservewiel
weer aan (indien van toepassing).OPMERKING:
Wanneer u extra accessoires bewaart in de
reservewieldrager, mag het totale bruto ge-
wicht (inclusief het gewicht van het reserve-
wiel) niet meer bedragen dan 38,5 kg
(85 lbs).
Voorbereidingen voor het opkrikken
1. Parkeer op een stevige, vlakke onder-
grond. Vermijd een gladde ondergrond.
WAARSCHUWING!
Probeer geen wiel te verwisselen aan de
zijde van de auto waar ander verkeer langs
rijdt. Ga ver genoeg van de weg af staan om
ongelukken te voorkomen bij gebruik van
de krik of het verwisselen van een wiel.
2. Schakel de waarschuwingsknipperlichten
in.
3. Trek de handrem aan.
4. Schakel de automatische versnellingsbak
in stand PARK of de handgeschakelde
versnellingsbak in REVERSE.
5. Zet de contactschakelaar in de stand OFF.
221
Page 224 of 384

6. Blokkeer de voor- en achterkant van het
wiel dat zich diagonaal tegenover het krik-
punt bevindt. Bijvoorbeeld, als het rech-
tervoorwiel wordt vervangen, blokkeert u
het linkerachterwiel.
OPMERKING:
Laat geen passagiers in de auto zitten wan-
neer deze wordt opgekrikt.Instructies bij opkrikken
WAARSCHUWING!
Neem de volgende waarschuwingen in
acht bij het verwisselen van een band, om
persoonlijk letsel of schade aan de auto te
voorkomen:
• Parkeer de auto op een stevige en vlakke
ondergrond, zo ver mogelijk verwijderd
van de weg, voordat u de auto opkrikt.
• Schakel de waarschuwingsknipperlich-
ten in.
• Blokkeer het wiel dat zich schuin tegen-
over het te vervangen wiel bevindt.
• Trek de handrem stevig aan en zet de
automatische versnellingsbak in de
stand PARK, of zet de handgeschakelde
versnellingsbak in de stand REVERSE
(achteruit).
• Start de motor niet en laat deze niet
draaien zolang de auto door een krik
wordt ondersteund.
• Laat niemand in de auto zitten zolang
deze door een krik wordt ondersteund.
• Begeef u niet onder de auto wanneer
deze door een krik wordt ondersteund.
WAARSCHUWING!
Als u werkzaamheden onder de auto
moet uitvoeren, zet deze dan op een
hefbrug.
• Gebruik de krik alleen op de aangegeven
plaatsen en alleen om de auto op te
krikken voor het verwisselen van ban-
den.
• Wees uiterst voorzichtig als u de band
moet verwisselen op of langs de weg.
• Om de reservebanden, plat of opgebla-
zen, veilig op te bergen, moeten ze met
het ventiel naar beneden gericht worden
opgeborgen.
Wiel geblokkeerd
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
222