Page 105 of 260

103
AdBlue® (BlueHDi-
motoren)
Systeem SCR
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt
genoemd en ureum bevat, kan een katalysator
tot 85% stikstofoxide (NOx) omzetten in stikstof
en water (deze zijn niet schadelijk voor de
gezondheid en het milieu). De AdBlue
® bevindt zich in een specifiek
reservoir van ongeveer 17
liter. Hiermee is een
actieradius van ongeveer 20.000
km mogelijk.
Wanneer u met de resterende hoeveelheid nog
maximaal ongeveer 2.400
km kunt rijden tot het
reservoir helemaal leeg is, wordt automatisch
een waarschuwingssysteem geactiveerd.
Om er voor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het AdBlue
®-reservoir bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000
km
te rijden, moet tussentijds AdBlue worden
bijgevuld.
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft CITROËN er voor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen. Dit systeem heeft geen negatief
effect op de prestaties of het brandstofverbruik. Als het AdBlue
®-reser voir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem er voor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-systeem
zo snel mogelijk contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats: na 1.100
km wordt een
systeem geactiveerd dat het opnieuw
starten van de motor blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u nog kunt
rijden voordat de motor niet meer gestart
kan worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de verklikkerlampjes en
de bijbehorende waarschuwingsmeldingen.
Het AdBlue®-reser voir wordt bij elke
periodieke onderhoudscontrole gevuld door
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bijvullen van AdBlue®
7
Praktische informatie
Page 106 of 260

104
Bevriezing van AdBlue®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11 °C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reser voir waardoor u onder alle
weersomstandigheden kunt blijven rijden.
Gebruiksvoorschriften
dan met schoon water en drink ver volgens een
ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon of jerrycan.
Als de AdBlue
® niet in de originele flacon
wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid.
Gebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de norm
ISO 22241
voldoet.
Verdun de AdBlue
® nooit met water.
Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank. Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen rond -11 °C
e
n verliest zijn kwaliteit bij temperaturen vanaf
25
°C. Het is raadzaam de flacons en jerrycans
koel en buiten direct zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue
®
niet in uw auto.
Vanwege de inhoud van het reser voir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reser voir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reser voir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.
AdBlue
® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en
geurloos (indien koel bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15
minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als de vloeistof wordt ingeslikt, spoel de mond Flacons zijn verkrijgbaar bij het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
Page 107 of 260

105
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto
op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11 °C. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue
® waardoor u het niet in het reser voir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul ver volgens het
reservoir bij.
F
Z
et het contact uit en haal de sleutel uit het
contactslot.
F
M
aak de plastic dop los. F
V
er wijder de dop door hem voorzichtig
omhoog te trekken, zonder hem los te laten.
F
T
oegang tot het AdBlue
®-reservoir: open
het kofferdeksel, til de vloerplaat op en
verwijder hem, en verwijder vervolgens de
opbergkist met het gereedschap.
F
S
teek uw vingers in de opening en draai
de blauwe dop een zesde omwenteling
linksom. F
P
ak een flacon AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reser voir van uw auto giet.
Belangrijk: als het AdBlue
®-
reser voir van uw auto helemaal leeg
is – dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer opnieuw
starten – moet u het reser voir vullen met
minimaal 3,8
liter vloeistof (twee flacons
van 1,89
liter).
F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir. Spoel gemorste vloeistof onmiddellijk weg
met koud water of veeg het weg met een
vochtige doek.
Als de vloeistof is gekristalliseerd, verwijder
het dan met een spons en warm water.
F
B
reng de blauwe dop aan op de vulopening
en draai deze een 6
e omwenteling naar
rechts tot de aanslag.
F
B
reng de plastic dop aan door hem op de
opening vast te klikken.
F
P
laats de opbergkist met het gereedschap
weer terug.
F
P
laats de vloerplaat van de bagageruimte
terug en sluit het kofferdeksel.
Voer de lege AdBlue
®-flacons niet als
huisvuil af. Deponeer ze in een daartoe
bestemde container of breng ze naar
uw verkooppunt.
Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reser voir leeg is geraakt ,
dient u ongeveer 5
minuten te wachten
voordat u het contact weer aanzet, zonder
het bestuurderspor tier te openen, de
auto te ontgrendelen en de sleutel in
het contactslot te steken .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10
seconden wachten de motor.
7
Praktische informatie
Page 108 of 260

106
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren
sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag
van de auto.Uitsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Een noodreser vewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende
regelgeving over het gebruik van
sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
A
ctiveer de parkeerrem en plaats indien
nodig wielblokken tegen de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
M
onteer de sneeuwkettingen volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
F
R
ijd voorzichtig weg en rij even met een
snelheid van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de kettingen
correct gespannen zijn.
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek het
monteren van de sneeuwkettingen te oefenen;
doe dit op een vlakke en droge ondergrond.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade aan
de banden en het wegdek te voorkomen.
Als uw auto is voorzien van lichtmetalen
velgen, controleer dan of de ketting en de
bevestigingen de velg niet raken. Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
185/65
R15
9 mm
195/55
R16
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Praktische informatie
Page 109 of 260

107
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
Eco-modus
De eco-modus bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, interieurverlichting, enz.
gecombineerd maximaal veertig minuten
gebruiken.
Inschakelen van de eco-
modus
Als deze tijd is verstreken, geeft een melding
op het display aan dat de eco-modus is
ingeschakeld en worden de actieve functies in
de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-modus wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan
het gesprek nog ongeveer 10 minuten worden
voortgezet met de handsfree set van het
audiosysteem.
Uitschakelen van de modus
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F
S
tart om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze minstens
vijf minuten draaien. Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden (zie de desbetreffende
paragraaf).
7
Praktische informatie
Page 110 of 260

108
Ruitenwisserbladen
vervangen
Voordat u een wisserblad
vóór demonteert
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers naar het midden van de
voorruit (onderhoudsstand) te verplaatsen.
Verwijderen
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F M aak het ruitenwisserblad los en verwijder
het.
Monteren
F Breng het nieuwe ruitenwisserblad aan en klik het vast.
F
L
eg de ruitenwisser voorzichtig op de
voorruit.
Na het monteren van een
ruitenwisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F B edien nogmaals de ruitenwisserschakelaar
om de ruitenwissers in de ruststand te
zetten.
Trekken van een
aanhanger
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
ver voer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door CITROËN geteste
en goedgekeurde trekhaak inclusief
bedrading en deze door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het CITROËN-
netwerk behoort, moet de montage altijd
volgens de voorschriften van de fabrikant
worden uitgevoerd.
Praktische informatie
Page 111 of 260

109
Het rijden met een aanhanger heeft veel
invloed op het rijgedrag van de auto en
vergt daarom extra aandacht van de
bestuurder.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer rijadviezen voor het trekken van
een aanhanger.
Houd u aan de maximaal toegestane
aanhangergewichten die staan vermeld
op het kentekenbewijs of in de technische
gegevens van uw auto.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de gewichten (en
aanhangergewichten voor uw auto).
Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.Sneeuwscherm(en)
(Afhankelijk van het verkoopland.)
Het afneembare sneeuwscherm wordt op het
onderste gedeelte van de voorbumper geplaatst
om een opeenhoping van sneeuw bij de
koelventilator van de radiateur te voorkomen.
Afhankelijk van de uitvoering, hebt u een of t wee
schermen.
Controleer of de motor is afgezet en de
ventilator stilstaat voordat u de schermen
monteert of verwijdert.
Monteren
F Breng het sneeuwscherm aan op de vo o r b u m p e r.
F
Z
et het scherm vast door de
bevestigingsclips op de omtrek één voor
één aan te drukken.
Demonteren
F Maak met een schroevendraaier één voor één de bevestigingen van ieder scherm los.
Het is van essentieel belang het sneeuwscherm
(of de schermen) te ver wijderen in het geval van:
-
a
ls de buitentemperatuur hoger is dan
10
°C,
-
b
ij het slepen,
-
b
ij snelheden hoger dan 120 km/h.
Onderhoudstips
In het garantie- en onderhoudsboekje van
uw auto vindt u de algemene adviezen met
betrekking tot het onderhoud van uw auto.
7
Praktische informatie
Page 112 of 260
110
Allesdragers
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen en
om te voorkomen dat het dak van uw auto
beschadigd raakt uitsluitend voor uw auto
goedgekeurde allesdragers.Maximaal toegestane daklast op de
allesdragers: 75
kg
.
Pas bij een belading hoger dan 40 cm
de rijsnelheid aan de rijomstandigheden
aan om schade aan de allesdragers en
de verankeringspunten op het dak te
voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land
met betrekking tot het ver voeren van
voor werpen die langer zijn dan de auto.
Bevestig de allesdragers uitsluitend op de vier
verankeringspunten op het dakframe. Deze
punten zijn niet zichtbaar als de portieren zijn
gesloten.
De bevestigingen van de allesdragers zijn
voorzien van een tapeind dat in de opening van
het verankeringspunt moet worden gestoken.
Houd u aan de montagevoorschriften en
de gebruiksvoor waarden die zijn vermeld
in de handleiding die met de allesdragers is
meegeleverd.
Praktische informatie