Page 433 of 708

4334-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Wanneer de auto zich bijna geheel binnen de beoogde parkeer-
plaats bevindt, klinkt er een hoog piepsignaal en wordt de stop-
weergave op het display weergegeven. Breng de auto tot
stilstand.
Hiermee is de modus fileparkeren voltooid.
● Na het stoppen kunt u naar w ens de auto nog manoeuvreren
om de gewenste parkeerplaats te bereiken.
● Houd bij het achteruitrijden d e omgeving voor en achter de
auto in de gaten. Controleer de omgeving ook via de (bui-
ten)spiegels.
■ Werkingsvoorwaarden modus fileparkeren
●Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilst and kan wor-
den gebracht) om de modus fileparkeren goed te laten werken. Houd de
auto parallel aan de weg (of stoeprand) terwijl u een afstand van ongeveer
1 m tot de geparkeerde auto's aanhoudt.
● De functie kan niet worden gebruikt wanneer de rijsnelheid onge veer 30 km/
h of hoger is.
● De zijsensoren voor en zijsensoren achter worden gebruikt om ge parkeerde
auto's te signaleren en de parkeerplaats te bepalen. Daarom wor dt er geen
begeleiding gegeven wanneer signalering niet mogelijk is ( →Blz. 450).
● Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan de parkeerplaats niet worden
bepaald. Daardoor kan de modus fileparkeren niet worden bediend .
● Wanneer de omgeving van de parkeerplaats niet kan worden gesignaleerd,
werkt de modus fileparkeren mogelijk niet.
● De begeleiding blijft werken totdat de rijsnelheid ongeveer 30 k m/h of hoger
wordt of totdat de functie wordt uitgeschakeld met de toets van de S-IPA.
■ Timing voor het indrukken van de toets van de S-IPA
In de volgende gevallen werkt de ondersteuningsmodus mogelijk o ok tijdens
de te volgen stappen voor het parkeren met behulp van de modus fileparke-
ren. Voer in deze gevallen echter de parkeerprocedures uit over eenkomstig
de informatie op het multi-informatiedisplay.
● In stap wordt de toets van de S-IPA ingedrukt nadat de beoogde parkeer-
plaats al is gepasseerd.
Als de auto niet is gestopt in stap , kunt u door de toets van de S-IPA 1
keer in te drukken terwijl de auto rijdt, “Parallel Parking” (f ileparkeren)
selecteren en direct verdergaan naar stap .
● De auto wordt naar de positie in stap gereden zonder dat de to ets van de
S-IPA wordt ingedrukt. Vervolgens wordt na het in stand R zette n van de
selectiehendel de toets van de S-IPA ingedrukt.
12
1
1
2
3
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 433 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 434 of 708

4344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
OPMERKING
●Als er kuilen of hellingen in de weg zitten, kan de beoogde parkeerplaats
niet goed worden ingesteld. Daardoor wordt de auto mogelijk sch uin of
deels buiten de parkeerplaats geparkeerd. Gebruik in deze geval len de
modus fileparkeren niet.
● Wanneer zich aan de binnenzijde van de parkeerplaats een muur of ander
obstakel bevindt of wanneer een andere geparkeerde auto deels o p de
weg staat, wordt de beoogde parkeerplaats ingesteld op een posi tie waar-
bij de auto iets uitsteekt op de weg.
● Afhankelijk van de omgeving, zoals andere geparkeerde auto's, w ordt de
auto mogelijk schuin of deels buiten de parkeerplaats geparkeer d. Pas de
positie van de auto indien nodig handmatig aan.
● Het systeem helpt de auto te begeleiden op basis van de positie van nabij
geparkeerde auto's, zelfs wanneer zich obstakels, hobbels, kuil en of
stoepranden op, in of naast de parkeerplaats bevinden.
Als het lijkt alsof de auto iets zal raken, breng de auto dan t ot stilstand
door het rempedaal in te trappen en druk op de toets van de S-I PA om het
systeem uit te schakelen.
● Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden n iet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied rondom uw auto veilig is en breng
de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen als het lijkt alsof de
auto mogelijk iets zal raken.
● Als de geparkeerde auto waarachter u
wilt parkeren erg smal is, of zeer dicht
tegen de stoeprand aan geparkeerd
staat, begeleidt de ondersteuningsrege-
ling uw auto ook naar een positie dicht
tegen de stoeprand aan.
Als de kans bestaat dat de auto de
stoeprand of een ander obstakel zal
raken of als de kans bestaat dat de
stand van de wielen afwijkt van de
beoogde parkeerplaats, breng de auto
dan tot stilstand door het rempedaal in
te trappen en druk op de toets van de
S-IPA om het systeem uit te schakelen.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 434 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 435 of 708

4354-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)■
Overzicht van functies
Selecteer bij het wegrijden van een parkeerplaats na het filepa
rke-
ren de richting waarin u wilt wegrijden. De ondersteuningsregel ing
voor de bediening van het stuur wiel helpt om de auto naar een
positie te begeleiden van waaruit u kunt wegrijden.
Druk, terwijl de selectiehen-
del in stand P staat, op de
toets van de S-IPA, selecteer
de modus parkeerplaats file-
parkeren verlaten en bedien
de richtingaanwijzerschake-
laar om de gewenste uitrij-
richting te selecteren.
De automatische bediening
van het stuurwiel begint wan-
neer de schakelstand wordt
gewijzigd overeenkomstig de
door het systeem geleverde
begeleiding.
Er is een geluid te horen en
er wordt een display weerge-
geven om u te laten weten
wanneer de auto de positie
bereikt van waaruit kan wor-
den weggereden.
Afhankelijk van de conditie van de parkeerplaats wordt de begel eiding
voor de beginpunten voor naar voren rijden en achteruitrijden e n de
automatische bediening van het stuurwiel telkens wanneer meerde re
keermanoeuvres nodig zijn, herhaald vanaf het moment dat de aut oma-
tische bediening van het stuurwiel begint in stap tot het mome nt dat
de auto een positie bereikt van waaruit kan worden weggereden.
Wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren (modus
parkeerplaats fileparkeren verlaten)
1
2
3
2
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 435 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 436 of 708

4364-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)■
Gebruik van de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten om
weg te rijden
Druk, terwijl de selectiehendel in stand P staat, op de toets v an
de S-IPA en controleer of het display op het multi-informatiedi s-
play terugkeert naar “Exit Parallel Parking” (parkeerplaats fil epar-
keren verlaten).
Bedien de richtingaanwijzerschakelaar ( →Blz. 274) om te selec-
teren of u linksaf of re chtsaf wilt wegrijden.
Als zich in de richting waarin u wegrijdt obstakels bevinden, b epaalt het
systeem dat wegrijden niet mogelijk is en wordt de ondersteunin gsrege-
ling uitgeschakeld.
Als de selectiehendel in stand R (of D) wordt gezet overeenkom-
stig het advies op het scherm ( →Blz. 419), klinkt er een hoog
piepsignaal en start de ondersteuningsregeling.
De procedure vanaf stap is voor het geval het advies “Shift to [R]”
(schakel stand R in) op het scherm wordt weergegeven nadat de r ich-
tingaanwijzerschakelaar is bediend om een wegrijrichting te sel ecteren.
●Wanneer de automatische bediening van het stuurwiel begint,
worden de weergave van de automatische bediening van het
stuurwiel ( →Blz. 419) en de indicator die de mate van assis-
tentie aangeeft ( →Blz. 419) op het display weergegeven.
● Druk op de toets van de S-IPA om de ondersteuningsregeling
te stoppen.
1
2
3
4
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 436 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 437 of 708

4374-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Neem een normale zithouding voor achteruitrijden aan, laat uw
handen lichtjes en zonder kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied achter en rondom de auto veilig
is en rijd langzaam achteruit te rwijl u de rijsnelheid regelt met het
rempedaal.
● Wanneer u te snel achteruitrijdt, klinkt er een schril piepsign aal
en stopt de ondersteuningsregeling. ( →Blz. 420)
Breng de auto tot stilstand
wanneer een gelijkmatig
piepsignaal te horen is en de
stopweergave ( →Blz. 419)
op het display wordt weerge-
geven.
Zet de selectiehe ndel in stand D.
Neem een normale zithouding aan , laat uw handen lichtjes en
zonder kracht te gebruiken op het stuurwiel rusten, controleer of
het gebied voor en rondom de auto veilig is en rijd langzaam
vooruit terwijl u de rijsnelhei d regelt met het rempedaal.
● Wanneer er niet in één keer kan worden weggereden en er
meerdere keermanoeuvres nodig zijn, ga dan naar stap .
● Wanneer er niet meerdere keermanoeuvres nodig zijn, ga dan
naar stap ( →Blz. 440).4
5
6
7
8
14
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 437 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 438 of 708
4384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Breng de auto tot stilstand
wanneer een gelijkmatig
piepsignaal te horen is en de
stopweergave (→Blz. 419)
op het display wordt weerge-
geven.
Zet de selectiehe ndel in stand R.
Neem een normale zithouding voor achteruitrijden aan, laat uw
handen lichtjes en zonder kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied achter en rondom de auto veili g
is en rijd langzaam achteruit te rwijl u de rijsnelheid regelt met het
rempedaal.
Afhankelijk van de conditie van de parkeerplaats moeten de stap pen
tot mogelijk worden herhaald.
8
9
10
5
10
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 438 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 439 of 708
4394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Breng de auto tot stilstand
wanneer een gelijkmatig
piepsignaal te horen is en de
stopweergave (→Blz. 419)
op het display wordt weerge-
geven.
Zet de selectiehe ndel in stand D.
Neem een normale zithouding aan , laat uw handen lichtjes en
zonder kracht te gebruiken op het stuurwiel rusten, controleer of
het gebied voor en rondom de auto veilig is en rijd langzaam
vooruit terwijl u de rijsnelhei d regelt met het rempedaal.11
12
13
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 439 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 440 of 708

4404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Wanneer de auto bijna het
punt voor wegrijden heeft
bereikt, klinkt er een hoog
piepsignaal en wordt de
ondersteuningsregeling
beëindigd. Pak vervolgens
het stuurwiel vast en rijd
naar voren.
■Modus parkeerplaats fileparkeren verlaten
●Als tijdens de ondersteuningsregeling de bestuurder bepaalt dat hij/zij zich
op een positie bevindt van waaruit kan worden weggereden en hij /zij het
stuurwiel bedient, wordt de ondersteuningsregeling op die posit ie gestopt.
● De ondersteuningsregeling kan niet worden gebruikt als er geen auto's
geparkeerd staan vóór de auto of als er te veel ruimte zit tuss en de voor-
zijde van uw auto en de auto die vóór u geparkeerd staat.
● Bij het gebruik van de modus parkeerplaats fileparkeren verlate n werkt
afhankelijk van de omgeving de ondersteuningsmodus mogelijk niet.
14
OPMERKING
● Het detectiebereik van de sensoren ( →Blz. 395) is beperkt. Controleer of
het gebied rondom uw auto veilig is. Breng, als de kans bestaat dat er iets
wordt geraakt, de auto tot stilstand door het rempedaal in te t rappen.
● Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden n iet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied rondom uw auto veilig is en breng
de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen als het lijkt alsof de
auto mogelijk iets zal raken.
● Controleer bij het wegrijden of het gebied rondom uw auto veili g is.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 440 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM