Page 281 of 708

281
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Automatic High Beam-systeem∗
Duw de hendel van u af terwijl
de lichtschakelaar in de stand
of staat.
Druk de schakelaar van het
Automatic High Beam-systeem
in.
Het controlelampje van het Auto-
matic High Beam-systeem gaat
branden als de koplampen auto-
matisch worden ingeschakeld om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld.
∗: Indien aanwezig
Het Automatic High Beam-syst eem maakt gebruik van een inge-
bouwde camerasensor om de hel derheid van bijvoorbeeld de
straatverlichting en de verlichti ng van tegenliggers en voorlig-
gers te meten, en schakelt indien nodig automatisch het groot-
licht in of uit.
WAARSCHUWING
■ Beperkingen van het Automatic High Beam-systeem
Vertrouw niet uitsluitend op het Automatic High Beam-systeem. R ijd altijd
voorzichtig, houd hierbij de omgeving in de gaten en schakel in dien nodig
handmatig het grootlicht in of uit.
■ Voorkomen van onjuiste werking van het Automatic High Beam-sys-
teem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het Automatic High Beam-systeem
1
2
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 281 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 282 of 708
2824-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)■
Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe,
zodat deze in de oorspronke-
lijke stand terugkomt.
Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft.
Duw de hendel van u af om het
Automatic High Beam-systeem
weer in te schakelen.
■
Grootlicht inschakelen
Druk de schakelaar van het
Automatic High Beam-systeem
in.
Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft en het controlelampje van
het grootlicht gaat branden.
Druk de schakelaar in om het
Automatic High Beam-systeem
weer in te schakelen.
Handmatig in- en uitsch akelen van het grootlicht
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 282 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 283 of 708

2834-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
■Voorwaarden voor het automatisch in- of uitschakelen van het grootlicht
● Als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het gro otlicht
automatisch ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
• De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde kop lampen of
achterlichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
● Als aan een van onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het grootlicht
automatisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 30 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlicht en inge-
schakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■ Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het grootlicht mogelijk niet aut omatisch uitge-
schakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg
van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende r ij-
strook op een brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verl ichting
zijn
● Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld als een tegenligger wordt gesig-
naleerd die zijn mistlampen aan heeft terwijl zijn koplampen ui t zijn.
● Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, ve rkeerslichten
of verlichte billboards of verkeersborden wordt mogelijk gescha keld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk ingesc hakeld.
● De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in-
of uitschakelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van t egenlig-
gers en voorliggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
● Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten w orden
in- en uitgeschakeld.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 283 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 284 of 708

2844-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)●
Fietsen of vergelijkbare objecten worden mogelijk niet gesignal eerd.
● In de onderstaande situaties kan het systeem de helderheid van het omge-
vingslicht mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dimlichten moge-
lijk branden of zorgt het grootlicht mogelijk voor problemen bi j voetgangers,
tegenliggers of voorliggers of anderen. In dergelijke gevallen moet handma-
tig worden geschakeld tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij slecht weer (regen, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, i js, vuil,
enz.
• De voorruit is gebarsten of beschadigd.
• De camerasensor is vervormd of vuil.
• De temperatuur van de camerasensor is extreem hoog.
• De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplam-
pen, achterlichten of mistlampen.
• Tegenliggers hebben de koplampen niet ingeschakeld of de kopla mpen
zijn vuil, hebben een andere kleur of zijn niet correct afgeste ld.
• In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt
gereden, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinker-
wegen, zandwegen, enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gerede n.
• Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spieg el, voor
de auto.
• De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een contai-
ner op een truck.
• De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil.
• De auto helt naar één kant over door bijvoorbeeld een lekke ba nd of ligt
aan de achterzijde wat lager doordat een aanhangwagen is aangek op-
peld.
• Er wordt herhaaldelijk en op een abnormale manier geschakeld t ussen
dimlicht en grootlicht.
• De bestuurder meent dat andere bestuurders of voetgangers last hebben
van het grootlicht.
■ Als “Headlight System Malfunction Visit Your Dealer” (Storing i n kop-
lampsysteem. Ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 284 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 285 of 708
285
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Schakelaar mistlampen
Schakelt de mistlam-
pen voor en de mist-
achterlichten uit
Schakelt de mistlam-
pen voor in
Schakelt de mistlam-
pen voor en het mist-
achterlicht in
Als de schakelaarring wordt losge-
laten, keert de ring terug naar de
stand .
Door de schakelaarring nogmaals te draaien, worden alleen de mistachter-
lichten uitgeschakeld.
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Mistlampen voor: de parkeerlichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlichten: De mistlampen voor zijn ingeschakeld.
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige
rijomstandigheden, zoal s bij regen of mist.
Bedieningsinstructies
1
2
3
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk i s als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 285 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 286 of 708
2864-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Ruitenwissers en -sproeiers
De werking van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de hende l
als volgt te bewegen:
Ruitenwissers met intervalafstelling
UIT
Intervalwerking
Lage snelheid
Hoge snelheid
Enkele slag
Het wisinterval kan worden gewijzigd als de intervalstand wordt
geselecteerd. Verkort het interval van de wis-
serwerking
Verlengt het interval van de wis-
serwerking
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers zullen automa-
tisch een aantal slagen maken als
de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
Bedienen van de ruitenwisserhendel
1
2
3
4
5
6
7
8
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 286 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 287 of 708
2874-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Ruitenwissers met regensensor
UIT
Stand AUTO
Lage snelheid
Hoge snelheid
Enkele slag
In de stand AUTO werken de rui-
tenwissers automatisch wanneer
de sensor signaleert dat het
regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch afgestemd op de hoeveel-
heid neerslag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de senso rgevoeligheid worden ingesteld.
Verhoogt de gevoeligheid
Verlaagt de gevoeligheid
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers zullen automa-
tisch een aantal slagen maken als
de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
1
2
3
4
5
6
7
8
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 287 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 288 of 708

2884-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
■De ruitenwissers en ruitensproe iers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■ Wisslag om druppelvorming te voo rkomen (auto's met ruitenwissers
met regensensor)
Na enkele slagen volgt een pauze en maken de wissers nog een sl ag om de
laatste druppels te verwijderen. Deze functie werkt echter niet tijdens het rij-
den.
■ Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking (auto's m et ruiten-
wissers met regensensor)
De rijsnelheid heeft invloed op de intervalwerking.
■ Regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het con-
tact AAN is, maken de ruitenwissers één wisbeweging om aan te geven dat
de stand AUTO is ingeschakeld.
● Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afgesteld, kan de wisser één keer wer-
ken om aan te geven dat de gevoeligheid is gewijzigd.
● Als de temperatuur van de regensensor 85 °C of hoger is, of -10 °C of lager
is, werkt de automatische functie mogelijk niet. Zet de ruitenw isserschake-
laar in dat geval in een andere stand dan AUTO.
■ Als er geen ruitensproeiervloeist of op de voorruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwe zig is en contro-
leer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zi jn.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen van de bediening van de AUTO-modus kunnen worde n gewij-
zigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 682) ● De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.
De auto is voorzien van een optische
sensor. Deze werkt mogelijk niet goed
als zonlicht van de opkomende of
ondergaande zon af en toe op de voor-
ruit valt of als er insecten o.i.d. op de
voorruit zitten.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 288 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM