Page 377 of 708

3774-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
■De zichtbaarheid van de BSM-indicatoren in de buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspiegels bij fel zonli cht niet goed te
zien.
■ Hoorbaarheid van de Rear Crossing Traffic Alert-zoemer (indien aanwe-
zig)
De zoemer van de Rear Crossing Traffic Alert-functie komt mogel ijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het volume van het audi osysteem
hoog staat.
■ Wanneer “Blind Spot Monitor Unavailable” (Blind Spot Monitor ni et
beschikbaar) wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
De sensorspanning is niet in orde of water, sneeuw, modder, enz . hopen zich
mogelijk op in de buurt rondom de sensor in de bumper ( →Blz. 380). Wan-
neer het water, de sneeuw, de modder, enz. uit de buurt rondom de sensor in
de bumper wordt verwijderd, moet het systeem weer normaal gaan werken.
Ook werkt mogelijk de sensor niet normaal bij extreem warm of k oud weer.
■ Wanneer “Blind Spot Monitor System Malfunction Visit Your Deale r”
(Storing in Blind Spot Monitor- systeem). Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de sensor is niet g oed uitgelijnd.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskundige.
■ Verklaring bij de Blind Spot Monitor
In Israël verkochte auto's
In Oekraïne verkochte auto's
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 377 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 378 of 708
3784-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Behalve in Israël en Oekraïne verkochte auto's
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 378 Friday, July 29, 2016 11:35 AM
Page 379 of 708
3794-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 379 Friday, July 29, 2016 11:35 AM
Page 380 of 708

3804-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
WAARSCHUWING
■Omgaan met de radarsensor
● Houd de sensor en het omliggende gebied op de bumper te allen t ijde
schoon.
● Stel de sensor en de omgeving ervan op de achterbumper niet blo ot aan
krachtige schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systeem mogelijk
niet goed meer en worden auto's mogelijk niet meer correct gesi gnaleerd.
Laat in de volgende gevallen uw auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparat eur of een andere naar behoren gekw alifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schok-
ken.
• Als er krassen op of deuken in de omgeving van de sensor aanwe zig
zijn of als een deel van de sensoren is losgekomen.
● Neem de sensor niet uit elkaar.
● Monteer geen accessoires op de sensor of het omliggende gebied op de
bumper en plak er geen stickers op.
● Breng geen wijzigingen aan de sensor of het omliggende gebied op de
bumper aan.
● Breng geen andere kleur lak dan een officiële Toyota-kleur aan op de
achterbumper.
In de linker- en rechterzijde van de
achterbumper van de auto wordt respec-
tievelijk één Blind Spot Monitor-sensor
geplaatst. Houd u aan het volgende om
ervoor te zorgen dat de Blind Spot Moni-
tor goed werkt.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 380 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 381 of 708
3814-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
De Blind Spot Monitor-functie maakt gebruik van radarsensoren o m
auto's te signaleren die in een aangrenzende rijstrook rijden i n het
gebied dat niet in de buitenspiegel is te zien (de dode hoek) e n brengt
de bestuurder hiervan op de hoogte via de indicator in de buite nspie-
gel.
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen wor -
den gesignaleerd.
Het detectiegebied reikt tot:
Ongeveer 3,5 m vanaf de zij-
kant van de auto
De eerste 0,5 m vanaf de zijkant
van de auto bevindt zich buiten het
detectiegebied
Ongeveer 3 m achter de achter-
bumper
Ongeveer 1 m vóór de achter-
bumper
De Blind Spot Monitor-functie
De detectiegebieden van de Blind Spot Monitor-functie
1
2
3
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 381 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 382 of 708

3824-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
■De Blind Spot Monitor-functie werkt wanneer
●Het BSM-systeem is ingeschakeld ( →Blz. 152)
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 16 km/h
■ De Blind Spot Monitor-functi e signaleert een auto wanneer
● Een auto in een aangrenzende rijstrook uw auto inhaalt.
● Een andere auto binnen het detectiegebied komt wanneer deze van rij-
strook wisselt.
■ Omstandigheden waaronder de Blind Spot Monitor-functie een auto niet
signaleert
De Blind Spot Monitor-functie is niet ontworpen om de volgende typen voer-
tuigen en/of objecten te signaleren:
● Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.
*
●Tegemoetkomende auto's
● Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbar e stil-
staande objecten
*
● Auto's achter u die op dezelfde rijstrook rijden*
●Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwijderd zijn*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto e n/of object
gesignaleerd.
WAARSCHUWING
■ Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van het systeem
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd
altijd veilig en houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor-functie is een aanvullend systeem dat de bestuurder
waarschuwt voor een auto in de dode hoek. Vertrouw niet blindel ings op de
Blind Spot Monitor-functie. De functie kan niet beoordelen of u veilig van rij-
strook kunt wisselen. Wanneer u alleen op de functie vertrouwt, kunnen
zich ongevallen voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
Afhankelijk van de omstandigheden werkt het systeem mogelijk ni et goed.
Daarom dient de bestuurder altijd zelf visueel de veiligheid te controleren.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 382 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 383 of 708

3834-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)■
Omstandigheden waaronder de Blind Spot Monitor-functie mogelijk niet
goed werkt
● In de volgende gevallen signaleert de Blind Spot Monitor-functie auto's
mogelijk niet correct:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving
ervan is blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is b edekt
door modder, sneeuw of ijs of wanneer er een sticker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware
regenval, sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tuss en elke
auto
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een aut o achter u
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de au to die binnen
het detectiegebied komt
• Wanneer het snelheidsverschil tussen uw auto en een andere aut o ver-
andert
• Wanneer een auto het detectiegebied binnenkomt met ongeveer dezelfde snelheid als uw auto
• Wanneer uw auto vanuit stilstand wegrijdt, blijft een auto in het detectie-
gebied
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zo als heuvels,
dalingen in de weg, enz.
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende boc hten of
oneffenheden
• Wanneer de rijstroken breed zijn of wanneer op de rand van een rijstrook
wordt gereden en de auto op een aangrenzende rijstrook ver van uw auto
vandaan is
• Wanneer een fietsendrager of een andere accessoire op de achte rzijde
van de auto is gemonteerd
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het detectiegebied komt
• Direct nadat de Blind Spot Monitor-hoofdschakelaar is ingescha keld
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 383 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
Page 384 of 708

3844-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)●
In de volgende gevallen is de kans dat de Blind Spot Monitor-functie onno-
dig een auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving
ervan is blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectiegebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zo als heuvels,
dalingen in de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wanneer op de rand van een rijstrook
wordt gereden en een auto die op een andere dan de aangrenzende rij-
stroken rijdt het detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende boc hten of
oneffenheden
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een aut o achter u
• Wanneer een fietsendrager of een andere accessoire op de achte rzijde
van de auto is gemonteerd
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 384 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM