Page 153 of 505
153 1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18071E)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
●Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. (→Blz. 155)
Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag wordt geacti-
veerd.
●Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 153 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 154 of 505

154 1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18071E)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
●Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
●Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een ongeval ernstig letsel
oplopen.
●Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de gordel om de
nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de
gordel dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
■Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan de bevesti-
gingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere pas-
sagier bij hard remmen of uitwijken of bij een ongeval ernstig letsel oplopen.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 154 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 155 of 505
155
1
1-7. Veiligheidsinformatie
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18071E)
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kan de voorpassagiersairbag worden uitgeschakeld.
Schakel deze airbags alleen uit als er een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel gebruikt wordt.
Controlelampje aan/uit-
schakelaar airbag
Auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop
Het controlelampje gaat bran-
den als het airbagsysteem is
ingeschakeld (alleen als het
contact AAN staat).
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop
Het controlelampje gaat bran-
den als het airbagsysteem is
ingeschakeld (alleen als het
contact AAN staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 155 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 156 of 505
156 1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18071E)
Voorpassagiersairbag uitschakelen
Auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop
Steek de sleutel in de slotcilinder
en zet de slotcilinder in stand
OFF.
Het controlelampje OFF gaat
branden (alleen als het contact
AAN staat).
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop
Steek de mechanische sleutel in
de slotcilinder en draai deze in
de stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat
branden (alleen als het contact
AAN staat).
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 156 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 157 of 505

157 1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18071E)
■Informatie controlelampje aan/uit-schakelaar airbag
●De controlelampjes voorpassagiersairbag ON of OFF geven de status
van de voorpassagiersairbag aan. Als het contact AAN wordt gezet,
gaan de controlelampjes ON en OFF branden terwijl het systeem wordt
gecontroleerd, waarna beide controlelampjes uitgaan. Vervolgens gaat
het controlelampje ON of OFF branden overeenkomstig de stand van de
aan/uit-schakelaar van de airbag.
●Als een van de onderstaande problemen optreedt, is er mogelijk een sto-
ring in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• ON noch OFF gaat branden.
• Het controlelampje reageert niet wanneer de aan/uit-schakelaar van de
airbag van ON naar OFF wordt gezet.
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het baby- of kinderzitje altijd op een
achterstoel. Als de achterstoel niet kan worden gebruikt, mag de voorstoel
worden gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand OFF
wordt gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON blijft staan, kan de
kracht die met het activeren (opblazen) van de airbag gepaard gaat, ernstig
letsel veroorzaken.
■Als er geen baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON staat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal de airbag in geval van een onge-
val niet worden geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 157 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 158 of 505
158 1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18071E)
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 158 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 159 of 505

2Tijdens het rijden
159
86_EE (OM18071E)
2-1. Rijprocedures
Rijden met de auto ........... 160
Startknop (auto's met
Smart entry-systeem
en startknop) .................. 174
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem en
startknop) ....................... 183
Automatische
transmissie ..................... 186
Handgeschakelde
transmissie ..................... 193
Richtingaanwijzer-
schakelaar ...................... 197
Parkeerrem ....................... 198
Claxon .............................. 199
2-2. Instrumentenpaneel
Meters en tellers ............... 200
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes... 204
Multi-informatiedisplay
(monochroomdisplay) ..... 210
Multi-informatiedisplay
(kleurendisplay) .............. 2152-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar ................. 231
Schakelaar mistlampen .... 237
Ruitenwissers
en -sproeiers................... 238
2-4. Gebruik van
overige rijsystemen
Cruise control.................... 241
Ondersteunende
systemen ........................ 246
Hill Start Assist Control ..... 253
2-5. Rij-informatie
Lading en bagage ............. 257
Rijden in de winter ............ 259
Rijden met een
aanhangwagen ............... 263
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 159 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 160 of 505

160
86_EE (OM18071E)
2-1. Rijprocedures
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures:
■Starten van de motor
→Blz. 174, 183
■Rijden
Auto's met automatische transmissie
Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D.
(→Blz. 186)
Deactiveer de parkeerrem. (→Blz. 198)
Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam
het gaspedaal in om de auto in beweging te brengen.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Zet met ingetrapt koppelingspedaal de selectiehendel in de
1e versnelling. (→Blz. 193)
Deactiveer de parkeerrem. (→Blz. 198)
Laat het koppelingspedaal geleidelijk opkomen. Trap tege-
lijkertijd het gaspedaal langzaam in om de auto in bewe-
ging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
Auto's met automatische transmissie
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempe-
daal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P of N als de auto langdurig stil zal
staan. (→Blz. 186)
Auto's met handgeschakelde transmissie
Trap met ingetrapt koppelingspedaal het rempedaal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, zet dan de selectie-
hendel in stand N. (
→Blz. 193)
STAP1
STAP2
STAP3
STAP1
STAP2
STAP3
STAP1
STAP2
STAP1
STAP2
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 160 Friday, August 26, 2016 9:44 AM