206 2-2. Instrumentenpaneel
86_EE (OM18071E)
■Controlelampjes
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfs-
status van de verschillende systemen van de auto.
Controlelampje richting-
aanwijzers (→Blz. 197)Schakelstandindicator
(→Blz. 194)
(Auto's met handgeschakelde transmissie)
Controlelampje groot-
licht (→Blz. 232)Schakeladviesindicator
(→Blz. 194)
(Auto's met handgeschakelde transmissie)
Controlelampje mistlam-
pen voor (→Blz. 237)
(Blauw)
(indien aanwezig)
Controlelampje lage
koelvloeistoftempera-
tuur
Controlelampje mist-
achterlicht (→Blz. 237)Controlelampje
Traction Control
(→Blz. 247)
Controlelampje antidief-
stalsysteem (→Blz. 93)Controlelampje Hill Start
Assist Control AAN
(→Blz. 253)
(indien aanwezig)
Controlelampje Smart
entry-systeem met start-
knop (→Blz. 174)Controlelampje
TRC OFF (→Blz. 247)
Schakelstandindicator
en schakelbereikindica-
tor (→Blz. 187)
Controlelampje
VSC OFF (→Blz. 248)
(Auto's met een automatische transmissie)
Schakeladviesindicator
(→Blz. 189, 191)Controlelampje TRACK
(→Blz. 248)
(Auto's met een automatische transmissie)
Controlelampje SPORT
(→Blz. 188)
(indien aanwezig)
Toerentalindicator
(→Blz. 164)
(Auto's met een automatische transmissie)
Controlelampje SNOW
(→Blz. 188)
(Groen)
(indien aanwezig)
Controlelampje cruise
control (→Blz. 241)
(Auto's met een automatische transmissie)
*2
*1, 3
*3
*1
*1
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 206 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
246
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
86_EE (OM18071E)
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter
rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw niet in
al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling remmen
of remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als
het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de
aangedreven wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of
bij het accelereren op een glad wegdek.
Het TRC-systeem is ook uitgerust met een remfunctie van het differen-
tieel met beperkte slip.
■Hill Start Assist Control
→
Blz. 253
■EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknipperlich-
ten automatisch snel knipperen om het achteropkomende verkeer te
waarschuwen.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 246 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
247 2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18071E)
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Het controlelampje Traction
Control knippert wanneer het
TRC-systeem (remfunctie diffe-
rentieel met beperkte slip)/VSC-
systeem in werking is.
Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen
beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk mak-
kelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
In dit geval blijft de remfunctie van het differentieel met beperkte slip
ingeschakeld.
Schakel de TRC uit door de toets
snel in te drukken en weer los te
laten.
Het controlelampje TRC OFF
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om
het systeem weer in te schakelen.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 247 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
252 2-4. Gebruik van overige rijsystemen
86_EE (OM18071E)
WAARSCHUWING
■Wanneer de VSC en/of de remfunctie van het differentieel met beperkte
slip is ingeschakeld
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermo-
gen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende ban-
den onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de banden of wielen.
■Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben een
negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing ver-
oorzaken.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 252 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
253
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18071E)
Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control houdt de remkracht enige tijd in stand
om het vooruit helling op wegrijden of het achteruit helling af wegrij-
den te vergemakkelijken. Als de Hill Start Assist Control is uitge-
schakeld, schakel het dan in om het systeem te activeren. De
ingeschakelde/uitgeschakelde status blijft opgeslagen als de motor
de volgende keer wordt gestart.
Het controlelampje Hill Start
Assist Control AAN brandt als
het systeem is ingeschakeld
en knippert als het systeem in
werking is.
■Inschakelen van de Hill Start Assist Control
Zet uw auto stil op een vlakke, veilige plaats.
Zorg dat de parkeerrem geactiveerd is.
Zet de motor af door het contact UIT te zetten.
Start de motor en controleer of het waarschuwingslampje
ABS en het controlelampje Traction Control uit zijn.
Houd gedurende onge-
veer 30 seconden ingedrukt.
Controleer of de controlelamp-
jes VSC OFF en TRC OFF
beide branden en vervolgens
doven
STAP1
STAP2
STAP3
STAP4
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 253 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
256 2-4. Gebruik van overige rijsystemen
86_EE (OM18071E)
■Opmerkingen met betrekking tot de Hill Start Assist Control
●Er kan een lichte schok voelbaar zijn als na het achteruit wegrijden met
de selectiehendel in stand R vooruit wordt gereden.
●Als het remvermogen van de Hill Start Assist Control onvoldoende is,
trap dan het rempedaal in.
●Trap het rempedaal in als de auto stilstaat.
■Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig wanneer
In de volgende situaties is er mogelijk een storing aanwezig in het systeem.
Laat uw auto nakijken door een Toyota-dealer.
●Het controlelampje Traction Control brandt.
●Het controlelampje Hill Start Assist Control AAN gaat uit en er klinkt een
zoemer.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen Hill Start Assist Control
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs
bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.
●Zet de motor niet af als de Hill Start Assist Control in werking is: de Hill
Start Assist Control zal dan worden uitgeschakeld wat tot een ongeval zou
kunnen leiden.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 256 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
5
397 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
86_EE (OM18071E)
Laat uw auto onmiddellijk controleren.
Het niet laten onderzoeken van de oorzaak van de volgende waar-
schuwingen kan leiden tot een abnormale werking van het systeem
en mogelijk een ongeval veroorzaken. Laat uw auto direct controle-
ren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details
Motorcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het elektronische motorregelsysteem;
• De elektronische smoorklepregeling;
• Het elektronische regelsysteem van de automatische trans-
missie.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het SRS-airbagsysteem;
• Het gordelspannersysteem.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS;
• Het Brake Assist-systeem.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektri-
sche stuurbekrachtiging
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrach-
tiging.
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem;
• Het TRC-systeem;
• De Hill Start Assist Control.
Waarschuwingslampje automatische verticale koplampver-
stelling
Geeft een storing aan in de automatische verticale koplamp-
verstelling.
Waarschuwingslampje LED-koplamp
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LED-koplam-
pen.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 397 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
490
86_EE (OM18071E)
Lijst met afkortingen
Lijst met afkortingen/acroniemen
AFKORTINGENBETEKENIS
ABS Antiblokkeersysteem
ACC Accessoires
AI-SHIFT Artificial Intelligence Shift
CRS Child Restraint System (baby- en kinderzitjes)
DISP Display
ECU Electronic Control Unit (elektronische module)
EDR Black box
ELR Blokkeerautomaat
EPSElectric Power Steering (elektrische stuurbekrachti-
ging)
LED Light Emitting Diode (lichtgevende diode)
Differentieel met
beperkte slipLimited Slip Differential (differentieel met beperkte
slip)
SRSSupplemental Restraint System (aanvullend veilig-
heidssysteem)
TPMS Waarschuwingssysteem bandenspanning
TRC Traction Control
VIN Voertuigidentificatienummer
VSC Vehicle Stability Control
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 490 Friday, August 26, 2016 9:44 AM