Page 225 of 504

225
2-2. Instrumentenpaneel
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18071E)
Weergave instellingen ( )
Wijzig de instellingen met behul p van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel.
Druk op of om te selecteren.
Bedien de toetsen om het gewen ste onderwerp te selecteren.
Druk op / of / om de instelling te wijzigen en
druk vervolgens op om de wijziging te bevestigen.
OnderwerpInstellingenDetails
Welkomstscherm Aan Als het contact AAN wordt gezet kan
hiermee het welkomstscherm worden
in- of uitgeschakeld.
Uit
REV. RPM
--00 rpm
(UIT) ~
7400 rpm Hiermee kan de toerentalindicator wor-
den in- of uitgeschakeld en kan het
motortoerental worden bepaald waarop
de toerentalindicator gaat branden.
Selecteer voor het motortoerental “--”
(--00 rpm) om de indicator uit te scha-
kelen.
Te selecteren motortoerentalbereik:
2000 omw/min tot 7400 omw/min
Zoemer Aan Hiermee kan worden in- en uitgescha-
keld dat er een zomer gaat klinken als
de toerentalindicator gaat branden.
Deze instelling kan alleen worden
gewijzigd als de toerentalindicator is
ingeschakeld.
Uit
STAP1
STAP2
STAP3
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag
e 225 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 226 of 504
226
2-2. Instrumentenpaneel
86_EE (OM18071E)
*: Indien aanwezig
Taal
Engels
Hiermee kan de weergegeven taal wor-
den gewijzigd.
Frans
Spaans
Duits*
Italiaans*
Russisch
Chinees*
Turks*
Eenheden km, km/h,
km/l
Hiermee kunnen de weergegeven
meeteenheden worden gewijzigd.
km, km/h,
l/100km
miles,
MPH,
MPG*
Initialisatie Ja Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel
worden gereset naar de standaardin-
stelling.
Nee
OnderwerpInstellingenDetails
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag
e 226 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 227 of 504
227
2-2. Instrumentenpaneel
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18071E)
Waarschuwingsmelding ( )
Hiermee kunnen waarschuwings meldingen worden weergegeven
over bijvoorbeeld storingen.
● Als er meer dan één melding kan worden weergegeven, druk dan
op / om de weergave te veranderen.
●Als er geen waarschuwings-
meldingen zijn, wordt er een
melding weergegeven om dit
te bevestigen.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 227 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 228 of 504
228
2-2. Instrumentenpaneel
86_EE (OM18071E)
Displayzone kilomet
erteller/dagteller
■ Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de auto gereden is.
■ Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de telle r de
laatste keer op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen onafhanke lijk
van elkaar worden gebruikt en verschillend e afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de gewenste dagteller weer en houd
vervolgens de toets ODO/TRIP ingedrukt.
■Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan binnen het bereik -40°C tot 50°C .
Het controlelampje lage buitentemperatuur gaat branden als de b ui-
tentemperatuur 3 °C of lager is.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 228 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 229 of 504

229
2-2. Instrumentenpaneel
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18071E)
■
Weergave G-krachten
● Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto, komt de weer-
gave van de remvloeistofdruk mogelijk niet tot het maximale niv eau, ook
al wordt het rempedaal volledig ingetrapt.
● Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten, wordt de we er-
gave van de mate van verdraaiing van het stuurwiel mogelijk tij delijk uit-
geschakeld. Nadat u een tijdje met de auto hebt gereden, wordt de
weergave weer ingeschakeld.
■ Onderbreking van de weergave van de instellingen
● De instellingen kunnen niet gewijzigd worden tijdens het rijden . Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand voordat u instellingen wijzigt.
● Als er een waarschuwingsmelding wordt weergegeven, kan het inst el-
scherm tijdelijk niet worden bediend.
■ Gebruik van de stopwatch
Als de motor wordt afgezet terwijl de stopwatch in werking is, stopt de stop-
watch en wordt de tijd tot aan dat punt opgeslagen.
■ Weergave buitentemperatuur
● Onder de volgende omstandigheden wordt mogelijk niet de juiste buiten-
temperatuur weergegeven.
• Als de auto erg warm is, bijvoorbeeld doordat de auto in de zo n staat.
• Als de motor stationair draait of als de auto langzaam rijdt, bijvoorbeeld
in een file, of wanneer de motor wordt afgezet en vervolgens di rect
daarna weer wordt gestart.
• Als de werkelijke buitentemperatuur buiten het weergavebereik ligt.
● Wanneer “ − −” gedurende ten minste ongeveer 1 minuut wordt weerge-
geven of wanneer de buitentemperatuur niet wordt weergegeven, i s het
systeem mogelijk defect.Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 229 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 230 of 504

230
2-2. Instrumentenpaneel
86_EE (OM18071E)
■
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte puntjes verschijn en. Dit ver-
schijnsel is kenmerkend voor LCD-schermen en u kunt het scherm zonder
problemen blijven gebruiken.
WAARSCHUWING
■ Waarschuwingen voor het g ebruik tijdens het rijden
● Wanneer u het multi-informatiedisplay tijdens het rijden bedien t, let dan
extra goed op de veiligheid rondom de auto.
● Kijk tijdens het rijden niet voortdurend op het multi-informatiedisplay, aan-
gezien u anders voetgangers, objecten op de weg, enz. over het hoofd
kunt zien.
■ Informatiedisplay bij lage temperaturen
Laat het interieur van de auto op temperatuur komen alvorens he t informa-
tiedisplay te gebruiken. Bij extreem lage temperaturen kan het informatiedis-
play trager reageren en worden wijzigingen mogelijk met enige v ertraging
weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ontstaan tussen het schakelen door
de bestuurder en de weergave van de ingeschakelde versnelling o p het dis-
play. Deze vertraging kan de bestuurder doen besluiten nogmaals terug te
schakelen, waardoor er snel en te sterk op de motor wordt afgeremd en er
een aanrijding kan ontstaan, mogelijk met ernstig letsel tot ge volg.
■ Waarschuwing bij het instellen van het display
Aangezien de motor tijdens het instellen van het display moet d raaien, dient
de auto te worden geparkeerd op een plaats met voldoende ventil atie. In
een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen die het scha-
delijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de auto terechtko-
men. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■ Tijdens het instellen van het display
Om te voorkomen dat de accu leeg raakt, dient de motor te draaien terwijl de
displayinstellingen worden aangepast.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 230 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 231 of 504
231
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18071E)
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden bediend.
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volg t in
te schakelen:
Uit
De dagrijverlichting wordt
ingeschakeld. (→Blz. 233)
De koplampen, de par-
keerlichten voor/dagrij-
verlichting (→Blz. 233)
enzovoort gaan auto-
matisch aan en uit.
(Auto's zonder Smart
entry-systeem en start-
knop: Wanneer het
contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-
systeem en startknop:
Wanneer het contact
AAN staat.)
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kente-
kenplaat- en dash-
boardverlichting gaan
branden.
De koplampen en alle
hierboven genoemde
lichten (behalve de
dagrijverlichting) gaan
branden.
(indien aan- wezig)
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 231 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
Page 232 of 504
232
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
86_EE (OM18071E)
Inschakelen van het grootlicht
Druk bij ingeschakelde kop-
lampen de hendel naar voren
om het grootlicht in te schake-
len.
Door de hendel weer in de mid-
denstand te zetten, wordt het
grootlicht uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe en
laat deze meteen weer los om
één keer met het grootlicht te
knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de
koplampen in- of uitgeschakeld.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 232 Friday, August 26, 2016 9:44 AM