Page 9 of 304
7
Instrumentenpanelen
Toerenteller
Toerenteller (x 1.000 t /min),
s chaalverdeling afhankelijk
van de motoruitvoering.
Controlelampje
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Knop
Herinnering onderhoud.
Tijd instellen.
Op nul zetten van de geselecteerde functie
(onderhoudsindicator of dagteller).
Afhankelijk van de uitvoering:
-
t
ijd instellen.
-
d
igitale snelheidsmeter.
Verlichting instrumentenpaneel
De sterkte van de algemene
verlichting instellen.
Snelheidsmeter
Analoge snelheidsmeter
(km/h of mph).
Niveaumeter
Brandstofniveaumeter.
1
Instrumentenpaneel
Page 10 of 304
8
DisplaysInstellingen van de
snelheidsregelaar.
Instellingen van de
snelheidsbegrenzer.
Onderhoudsindicator.
Kilometerteller (km of mijlen).
Dagteller (km of mijlen).
Motorolieniveaumeter
(afhankelijk van de
uitvoering).
Schakelindicator bij auto's
met een handgeschakelde
versnellingsbak.
Stand van de selectiehendel en de
ingeschakelde versnelling bij auto's met een
elektronisch gestuurde versnellingsbak.
Stand van de selectiehendel en de
ingeschakelde versnelling bij auto's met een
automatische transmissie.
Digitale snelheidsmeter
(km/h of mph).Digitale snelheidsmeter weergeven/
verbergen.
(afhankelijk van de uitvoering).
Houd deze toets ingedrukt.
"- -" of "0" wordt
weergegeven.
Druk op deze knop om de
digitale snelheidsmeter weer
te geven of te verbergen.
Boordcomputer
Teller van het Stop & Start-systeem.
Actieradius.
Actueel of gemiddeld
brandstofverbruik.
Gemiddelde snelheid.
Afgelegde afstand.
Instrumentenpaneel
Page 11 of 304
9
Versnellingsbak
Parkeerstand (Park).
Achteruitversnelling (Rear).
Neutraalstand.
Automatische stand (Drive).
Sequentiële stand.
Opschakelen/Terugschakelen.
Programma Sport.Programma Sneeuw.
Nulstelling dagteller
Druk, als de dagteller wordt weergegeven,
enkele seconden op de knop.
1
Instrumentenpaneel
Page 12 of 304

10
Waarschuwings- en
verklikkerlampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
lampjes enkele seconden branden.
Zodra de motor draait, moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Als ze blijven branden, controleer dan voordat
u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Een aantal lampjes kan op twee manieren
oplichten: permanent of knipperend.
Of het permanent branden of knipperen van
een lampje duidt op een storing, is afhankelijk
van de werkingsfase van de auto.
Bij een storing kan het lampje gaan branden in
combinatie met een geluidssignaal en/of een
melding.
Verklikkerlampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden
een van de volgende verklikkerlampjes
gaat branden, wijst dit op een storing in het
desbetreffende systeem en moet de bestuurder
actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij
een waarschuwingslampje gaat branden
de aanvullende informatie, die via een
bijbehorende melding wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Verklikkerlampjes ingeschakelde
functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat
de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Uitschakeling verklikkerlampje
Als dit verklikkerlampje gaat branden, wordt
bevestigd dat het desbetreffende systeem
bewust is uitgeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het display.
Deze lampjes geven de bestuurder
informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of
waarschuwen de bestuurder in het geval van
een storing.
Instrumentenpaneel
Page 13 of 304

11
STOPPermanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding. Dit waarschuwingslampje
gaat branden in het geval van
een ernstige storing van de
motor, het remsysteem, de
stuurbekrachtiging enz. of een
ernstige elektrische storing. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Waarschuwings- resp. indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Parkeerrem Permanent. De parkeerrem is aangetrokken
of niet goed vrijgezet. Zet de parkeerrem vrij zodat het verklikkerlampje
uitgaat; trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de parkeerrem
.
Remsysteem Permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een door PEUGEOT aanbevolen
vloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door een PEUGEOT-dealer of door
een gekwalificeerde werkplaats.
+ Permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.
Er is een storing in het
systeem van de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Stop op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 14 of 304

12
Waarschuwings- resp. indicatielampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Portier(en)
geopend
Permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft.Bij een snelheid lager dan
10 km/h is een portier of de
achterklep niet goed gesloten. Sluit het portier of het kofferdeksel.
Permanent, in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding die het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft.Bij een snelheid hoger dan
10
km/h is een portier of de
achterklep niet goed gesloten.
Veiligheidsgordel(s)
niet vastgemaakt of
weer losgemaaktPermanent, of knippert
in combinatie met een
geluidssignaal. Een van de veiligheidsgordels
is niet vastgemaakt of weer
losgemaakt. Trek aan de gordel en steek de gesp in de
gordelsluiting.
Laadtoestand
accu Permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem
dynamo niet correct gespannen
of gebroken, enz.). Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Motoroliedruk Permanent. Er is een storing in de
motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Te hoge
koelvloeistoftemperatuurPermanent, met de
naald in het rode
gebied.De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 15 of 304
13
Waarschuwings- resp. indicatielampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Zelfdiagnose
motor Permanent.
Er is een storing in de
emissieregeling. Het lampje moet doven als de motor draait.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
+ Permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje
SERVICE.
Er is sprake van een kleine
motorstoring.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
+ Permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje
S T O P.
Er is sprake van een ernstige
motorstoring.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 304

14
Waarschuwings- resp. indicatielampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Voet op
rempedaal Permanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Trap bij een auto met elektronisch gestuurde
versnellingsbak het rempedaal in om de motor te
starten terwijl de selectiehendel in de stand N staat.
Bij een auto met automatische transmissie moet u bij
draaiende motor en voordat u de parkeerrem vrijzet
het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
de stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op
een helling te lang probeert op
zijn plaats te houden door het
gaspedaal in te trappen, raakt de
koppeling oververhit.Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Antiblokkeersysteem
(ABS)Permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel