127
Active City Brake
Preventieve rijhulpfunctie die aan de hand van
signalen van de lasersensor aan de bovenzijde
van de voorruit de auto automatisch afremt als
een voorligger sterk afremt, tot stilstand komt of
vóór de auto stilstaat.
Het doel van de functie is het voorkomen van
een aanrijding of het verminderen van de
aanrijdingssnelheid.
Dit systeem is ontworpen om de veiligheid tijdens
het rijden te vergroten.
De bestuurder moet zelf altijd het verkeer in
de gaten blijven houden en de afstand tot en
de snelheid van andere weggebruikers blijven
inschatten.Active City Brake is een hulpmiddel voor de
bestuurder die desondanks waakzaam moet
blijven. Als uw auto te dicht bij de voorligger komt of
de voorligger te snel nadert, remt het systeem
automatisch om een aanrijding te voorkomen.
Tijdens het automatisch remmen:
-
w
ordt een melding weergegeven.
- ga an de remlichten branden.
Het automatische noodremsysteem remt pas in
laatste instantie af en alleen als de bestuurder
het rempedaal helemaal niet of met onvoldoende
kracht intrapt en evenmin op de situatie reageert
met een uitwijkmanoeuvre.
De laserstraal is onzichtbaar. Kijk nooit in
de lasersensor met een optisch instrument
(vergrootglas, microscoop, enz.): kans op
oogletsel. Voorwaarden voor de activering:
-
e
r rijdt een voertuig op dezelfde rijstrook.
-
u
w auto en uw voorligger rijden niet in een te
scherpe bocht.
-
d
e snelheid van uw auto moet tussen 5 en
30 km/h liggen.
- d e remfunctieregelsystemen (ABS, REF, AFU)
functioneren.
-
d
e stabiliteitscontrolesystemen (ASR, CDS)
functioneren en zijn niet uitgeschakeld.
-
d
e functie Active City Brake is de afgelopen
10
seconden niet geactiveerd.
Als het automatisch remmen wordt geactiveerd:
-
k
an dit nog efficiënter werken als de
bestuurder het rempedaal nog steviger intrapt,
6
Rijden
128
De aanrijding kan automatisch worden
voorkomen als het snelheidsverschil tussen
uw auto en uw voorligger maximaal 15 km/h
is.
Is het verschil groter, dan probeert het
systeem een aanrijding te voorkomen of de
kracht van de botsing te beperken door de
auto af te remmen.
Inschakelen / uitschakelen
Active City Brake kan in- of
uitgeschakeld worden via het menu
Rijverlichting / Auto .
De systeemstatus blijft na het afzetten van het
contact opgeslagen in het geheugen.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, indien
het automatische noodremsysteem uitgeschakeld
is, wordt een tijdelijke melding weergeven die de
waarde (10
km/h) aanduidt. Schakel Active City Brake uit:
-
n
a inslagschade op de voorruit dichtbij
de detectiecamera,
-
b
ij het trekken van een aanhanger,
-
a
ls de auto wordt gesleept,
-
b
ij het naderen van een tolpoort,
-
b
ij het wassen van de auto in een
automatische wasstraat.
Grenzen van het systeem
Het systeem detecteert geen:
- v oetgangers, dieren, motorfietsen en fietsen.
-
s
tilstaande, niet-reflecterende materialen en
objecten (karton, muur enz.).
-
v
oertuigen die in een andere richting rijden.
Dit systeem wordt niet geactiveerd en grijpt niet in
als de bestuurder:
-
h
et gaspedaal diep intrapt,
-
o
f een plotselinge stuurbeweging maakt
(uitwijkmanoeuvre).
-
k
an de auto tot stilstand komen, waarna
nog ongeveer 1,5
seconde remdruk wordt
uitgeoefend zodat de bestuurder de tijd heeft
om de controle over de auto weer over te
nemen,
-
k
an de motor afslaan,
-
k
an een pompend geluid worden
waargenomen doordat het remcircuit op druk
wordt gebracht.
Storing
Ver wijder vuil, vocht of voor werpen (stickers,
bladeren,...) van de bovenzijde van de voorruit die
de laser kunnen belemmeren. Laat in de volgende gevallen de functie
controleren door het PEUGEOT-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats:
-
a
ls de melding "
Storing automatisch
noodremsysteem " wordt weergegeven in
combinatie met een geluidssignaal: er is dan
een storing in het systeem gedetecteerd.
-
n
a een aanrijding wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld; het werkt dan niet
meer. Het systeem detecteert de activering
van airbags.
Ver wijder de sensor niet, stel de sensor niet
af en test de sensor niet.
Werkzaamheden aan de sensor mogen
alleen door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Een beslagen voorruit of op de motorkap
opgehoopte sneeuw kan de werking van de
lasersensor verstoren. Als het gezichtsveld van
de lasersensor wordt geblokkeerd, wordt er een
melding weergegeven.
Ontwasem de voorruit en reinig regelmatig het
gedeelte van de voorruit voor de sensor.
Rijd voorzichtig onder zeer slechte
weersomstandigheden (zware regenval, hagel,
mist, sneeuw enz.). De remweg neemt dan toe
ter wijl het systeem met dezelfde rekenparameters
voor de meting blijft werken.
Rijden