Page 97 of 304
95
Kinderzitje bevestigen met de veiligheidsgordel
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel
gehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Zitplaats Tot 13
kg
(categorie 0 (b) e n 0 +)
Tot ongeveer 1
jaar9 tot 18
kg
(categorie 1)
Van 1 tot ongeveer 3
jaar 15 -25
kg
(categorie 2)
Van 3 tot ongeveer 6
jaar 22-36
kg
(categorie 3)
Van 6 tot ongeveer 10
jaar
Passagiersstoel vóór (c), (e) Met
hoogteverstelling U(R)
U(R)U(R)U(R)
Zonder
hoogteverstelling U*
U*U*U*
Buitenste zitplaatsen achter (d) UUUU
Middelste zitplaats achter (d) U (f )U (f ) UU
5
Veiligheid
Page 98 of 304

96
Ver wijder de hoofdsteun en berg deze op
alvorens een kinderzitje met rugleuning
op een passagierszitplaats te bevestigen.
Vergeet niet de hoofdsteun weer te
bevestigen nadat het kinderzitje weer is
verwijderd.
U
zitplaats geschikt voor de bevestiging
van een universeel gehomologeerd
kinderzitje met een veiligheidsgordel,
zowel met de "rug in de rijrichting" als met
het "gezicht in de rijrichting".
U(R) als U, waarbij de stoel van de auto in de
hoogste stand en zo ver mogelijk naar
achteren moet staan.
U* als U, waarbij de rugleuning rechtop moet
staan. (a)
Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in
alle auto's met de veiligheidsgordel kan
worden bevestigd.
(b) Categorie 0: vanaf de geboorte tot 10
kg.
Reiswiegen en "autobedjes" mogen
niet op de passagiersstoel vóór worden
bevestigd.
(c) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van
uw land alvorens een kinderzitje op deze
plaats te bevestigen.
(d) Als u een kinderzitje met de rug of
het gezicht in de rijrichting op een
achterzitplaats bevestigt, moet u de
voorstoel naar voren schuiven en de
rugleuning er van rechtop zetten zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje
en de benen van het kind.
(e) Als een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel
is bevestigd, moet de airbag vóór aan
passagierszijde worden uitgeschakeld.
Het kind kan anders bij het afgaan van
de airbag (levensgevaarlijk) gewond
raken.
Als een kinderzitje "met het gezicht in
de rijrichting" op de voorpassagiersstoel
wordt geplaatst, moet de airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld blijven.
(f ) Een kinderzitje met steun mag nooit op
deze zitplaats worden geplaatst.
Veiligheid
Page 99 of 304

97
ISOFIX-bevestigingen
Uw auto voldoet aan de laatste ISOFIX-
normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen
zijn uitgerust met compatibele ISOFIX-
bevestigingen:Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen: Dit systeem beperkt bij een frontale aanrijding
het naar voren kantelen van het kinderzitje.
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een
kinderzitje veilig, degelijk en snel in uw auto
worden gemonteerd.
ISOFIX-kinderzitjes zijn voorzien van
twee vergrendelingen die aan de twee
bevestigingsringen A kunnen worden
verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een Top Tether (bovenste riem) die kan
worden vastgemaakt aan bevestigingsring B .F
v
oer de riem van het kinderzitje over de
rugleuning van de zitplaats en centreer
deze tussen de openingen voor de pennen
van de hoofdsteun,
F
b
evestig de haak van de bovenste riem aan
het bevestigingsring B ,
F
z
et de bovenste riem (top tether) vast.
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de linker
achterstoel kunt plaatsen, moet u eerst de
middelste veiligheidsgordel achter naar
het midden van de auto duwen op een
zodanige manier dat de gordel normaal
blijft werken.
De onjuiste bevestiging van een
kinderzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar in geval van een botsing.
Houd u nauwkeurig aan de
montagevoorschriften die zijn vermeld in
de gebruiksaanwijzing van het kinderzitje.
Raadpleeg het overzicht voor de
bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in
uw auto, waarin staat vermeld welke
kinderzitjes geschikt zijn.
-
t
wee bevestigingsringen A , die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een markering, -
é
én bevestigingsring B achter de stoel,
aangegeven met een markering, voor de
bevestiging van de bovenste riem .
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER
(bovenste riem):
F
v
er wijder de hoofdsteun en berg hem op
alvorens het kinderzitje op deze plaats te
bevestigen (plaats de hoofdsteun terug
zodra het kinderzitje is verwijderd),
5
Veiligheid
Page 100 of 304

98
"RÖMER Baby- Safe Plus met ISOFIX-
basis"
(lengtecategorie: E )
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13
kg
Dit kinderzitje wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-basis die aan de ogen A wordt bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte
verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het
zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd. "
FAIR G 0/1 S met RWF B ISOFIX -onderstel"
(lengtecategorie C )
Categorie 0+ en 1: van de geboor te tot 18
kg
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Wordt geplaatst met behulp van een ISOFIX-
onderstel dat aan de ogen A wordt bevestigd. Er zijn 6 verschillende standen mogelijk.
Gebruik het type B ISOFIX-onderstel "rug in de rijrichting" (RWF) .
Dit kinderzitje kan ook "met het gezicht in de rijrichting" worden bevestigd op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX- bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.ISOFIX-kinderzitjes aanbevolen
door PEUGEOT
PEUGEOT Deze kinderzitjes zijn goedgekeurd
voor gebruik in uw auto.
Raadpleeg voor het aanbrengen en
verwijderen van het kinderzitje de
montage-instructies van de fabrikant.
Veiligheid
Page 101 of 304

99
"RÖMER Duo Plus ISOFIX "
(lengtecategorie: B1)
Categorie 1: van 9 tot 18
kg
Dit zitje wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het wordt verankerd met een bovenste riem
aan de ringen A en de ring B , de Top Tether.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX- bevestigingspunten.
In dat geval moet het zitje met de
driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd.
Stel de voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
"
Baby P2C Midi met ISOFIX-basis "
(lengtecategorie: D, C, A, B, B1 )
Groep 1: 9 – 18
kg
Dit kinderzitje wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-basis die aan de ogen A wordt bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte
verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook "met het gezicht in de rijrichting" worden geplaatst.
Dit kinderzitje kan niet met een
veiligheidsgordel worden vastgezet.
We adviseren u het zitje voor kinderen
tot 3
jaar "met de rug in de rijrichting" te plaatsen.
5
Veiligheid
Page 102 of 304

100
Overzichtstabel van zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving toont dit overzicht de mogelijkheden voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto
voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maatcategorie op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een
letter (A t /m G ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10
kg
(categorie 0) Tot ongeveer 6
maandenTot 10
kg
(categorie 0) Tot 13
kg
(categorie 0+)
Tot ongeveer 1
jaar9 tot 18
kg
(categorie 1)
Van 1 tot ongeveer 3
jaar
Type ISOFIX-kinderzitje ReiswiegRug in de rijrichting Rug in de
rijrichting Gezicht in de rijrichting
ISOFIX-lengtecategorie F G C D E C D A B B1
Passagiersstoel voor Geen ISOFIX
Buitenste zitplaatsen achter X
IL- SU* IL- SU IL- SU* IL- SU IUF
IL- SU
Middelste zitplaats achter Geen ISOFIX
*
i
s een specifieke stand: schuif de stoelen vóór het kinderzitje naar voren.
Veiligheid
Page 103 of 304

101
I UF:zitplaats geschikt voor de bevestiging
van een universeel gehomologeerd
ISOFIX- kinderzitje met het "gezicht in
de rijrichting" (IUF) en een bovenste riem
(top tether).
IL- SU:zitplaats geschikt voor de bevestiging
van een semi-universeel gehomologeerd
ISOFIX-kinderzitje ( ISU):
-
"
met de rug in de rijrichting",
bevestigd met behulp van een Top
Tether of een steun,
-
"
met het gezicht in de rijrichting",
bevestigd met behulp van een steun,
-
e
en reiswieg bevestigd met behulp
van een bovenste riem (top tether) of
een steun.
Raadpleeg de paragraaf "ISOFIX-
bevestigingen" voor meer informatie over
de bevestiging van de bovenste riem (top
tether).
X:zitplaats die niet geschikt is voor het
plaatsen van een kinderzitje uit de
aangegeven gewichtscategorie.
Ver wijder de hoofdsteun en berg deze op
alvorens een kinderzitje met rugleuning op
een passagierszitplaats te bevestigen.
Vergeet niet de hoofdsteun weer te
bevestigen nadat het kinderzitje weer is
verwijderd.
5
Veiligheid
Page 104 of 304

102
Veiligheidsvoorschriften
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar in
geval van een botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje
met de veiligheidsgordel voor dat de
veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje
is gespannen en dat de gordel het kinderzitje
stevig op zijn plaats houdt. Schuif de
passagiersstoel, wanneer deze versteld kan
worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de stoel naar voren en zet de
rugleuning ervan, indien nodig, meer rechtop. Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen
de rugleuning van het kinderzitje en de
rugleuning van de stoel van de auto zo klein
mogelijk is.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op
een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Vergeet niet
de hoofdsteun weer te bevestigen nadat het
kinderzitje weer is verwijderd.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het ver voer
van kinderen op de voorpassagiersstoel
verschilt per land. Raadpleeg de in uw land
geldende regels.
Schakel de airbag vóór aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken. Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de autogordel
moet over de schouder van het kind liggen
zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en
de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat
de portieren en de portierruiten achter per
ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet verder
dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
Veiligheid