LUCHTFILTER
174)
Luchtfilter vervangen
Zie het "Geprogrammeerd
onderhoudsschema" voor de juiste
onderhoudsintervallen.
Het is raadzaam om het te vervangen
door een origineel onderdeel, speciaal
ontworpen voor dit voertuig.
ONDERHOUD
AIRCONDITIONING
77) 78)
Om de beste prestaties te garanderen,
moet de airconditioning gecontroleerd
en onderhouden worden bij een
werkplaats van het Fiat Servicenetwerk,
bij het begin van de zomer.
RUITEN
Wees bij het reinigen van de verwarmde
voor- en achterruit voorzichtig, als de
ontdooifunctie ingeschakeld is,
vanwege de temperatuur van het glas;
zorg er ook voor dat kinderen het
verwarmde oppervlak niet aanraken.
Het glas kan heet zijn.
Gebruik nooit schurende
reinigingsmiddelen om het oppervlak
van de ruiten schoon te maken.Gebruik geen schrapers of scherpe
voorwerpen die krassen op de ruiten
zouden kunnen veroorzaken.
Sproei het reinigingsmiddel op de doek
die u gebruikt om de
achteruitkijkspiegel schoon te maken.
Sproei het reinigingsmiddel niet
rechtstreeks op het glas.
Het reinigen van de ruit met heet water
kan ertoe leiden dat eventuele etiketten
worden verwijderd.
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSER
De voorruitwissers optillen
Als de wisserbladen omhoog moeten
worden gezet (bijv. in geval van sneeuw
of als ze moeten worden vervangen),
moet de functie "Servicestand" worden
ingeschakeld (zie de paragraaf
"Ruitenwisser/achterruitwisser" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
voertuig").
Draai de startinrichting naar MAR, om
de bladen weer naar beneden te zetten.
BELANGRIJK Zet de bladen terug
tegen de voorruit voordat de
ruitenwisser weer wordt ingeschakeld
en/of voordat de startinrichting naar
MAR wordt gedraaid.
Wisserbladen voorruit vervangen
Ga als volgt te werk:
❒hef de wisserarm op, druk op knop A
fig. 157 van de springveer en verwijder
het wisserblad van de arm;
❒monteer het nieuwe wisserblad door
het lipje in de speciale zitting op de
wisserarm te blokkeren;
❒breng de wisserarm voorzichtig tegen
de ruit.
BELANGRIJK Schakel de ruitenwissers
niet met van de ruit opgeheven
wisserbladen in.
Wisserblad achterruit vervangen
Ga als volgt te werk:
❒zet de twee lipjes uit elkaar, zoals
aangegeven met de pijlen, en draai
afdekking A fig. 158 naar buiten;
❒draai moer B los en verwijder arm C
van de middelste pin;
157F1B0302C
197
BELANGRIJK
73)Het wordt geadviseerd het voertuig te
laten onderhouden bij een werkplaats
van het Fiat Servicenetwerk. Bij het
persoonlijk uitvoeren van normale
periodieke werkzaamheden en
onderhoudshandelingen wordt
geadviseerd gebruik te maken van
geschikte gereedschappen, originele
vervangingsonderdelen en de
noodzakelijke vloeistoffen. Voer geen
reparaties uit als u niet beschikt over de
noodzakelijke ervaring.
74)Onjuist onderhoud van het voertuig of
het niet uitvoeren van
reparatiewerkzaamheden (indien nodig) kan
leiden tot duurdere reparaties, schade
aan andere onderdelen of een negatieve
invloed op de prestaties van het voertuig.
Laat eventuele storingen onmiddellijk
controleren door het Fiat Servicenetwerk.
75)Het voertuig is uitgerust met
vloeistoffen die zijn geoptimaliseerd voor
behoud van prestaties en maximalisering
van de levensduur van het voertuig, alsook
voor langere onderhoudsintervallen.
Gebruik geen chemische middelen voor het
wassen van deze componenten omdat
deze de motor, de versnellingsbak of de
klimaatregeling kunnen beschadigen. Deze
schade wordt niet gedekt door de garantie
van het voertuig. Indien, vanwege een
storing van een component, wassen
noodzakelijk is, gebruik dan alleen de
specifieke vloeistof voor die procedure.76)Een bovenmatige of onvoldoende
hoeveelheid olie in het motorblok is uiterst
schadelijk voor de motor. Zorg ervoor
dat de olie altijd op een geschikt niveau
staat.
77)Vraag altijd om het gebruik van
uitsluitend koel- en smeermiddelen voor de
compressor die goedgekeurd en geschikt
zijn voor het specifieke klimaatregelsysteem
dat op het voertuig gemonteerd is.
Sommige niet-goedgekeurde koelmiddelen
zijn brandbaar en kunnen exploderen,
met risico op verwondingen. Het gebruik
van niet-goedgekeurde koel- of
smeermiddelen kan de efficiëntie van het
systeem nadelig beïnvloeden, hetgeen
tot dure reparaties leidt.
78)Het klimaatregelsysteem bevat
koelvloeistof onder hoge druk: om letsel
aan mensen of schade aan het systeem te
voorkomen mag het bijvullen van vloeistof
of reparaties waarbij leidingen moeten
worden losgekoppeld alleen door het Fiat
Servicenetwerk worden uitgevoerd.
79)Voertuigen met katalysator mogen
uitsluitend worden getankt met loodvrije
benzine. Loodhoudende benzine kan
de katalysator permanent beschadigen en
de werking om vervuilende emissie te
beperken teniet doen, waardoor de
prestaties van de motor in gevaar komen,
die hierdoor onherstelbaar beschadigd kan
raken. Als de motor niet goed werkt, in
het bijzonder bij moeizaam starten of
bij prestatieverlies, ga dan onmiddellijk naar
het Fiat Servicenetwerk. Langdurige en
onjuiste werking van de motor kan leiden
tot oververhitting van de katalysator, met
mogelijk schade aan de katalysator en het
voertuig tot gevolg.80)Het gebruik van een andere
versnellingsbakolie dan wat door de
fabrikant is voorgeschreven, kan van
negatieve invloed zijn op de
schakelkwaliteit en/of abnormale trilling van
de versnellingsbak veroorzaken.
199
HET VOERTUIG
OPKRIKKEN
Als het voertuig opgeheven moet
worden, ga dan naar een werkplaats
van het Fiat Servicenetwerk die is
uitgerust met een garagekrik of een
hefbrug.
De hefpunten van het voertuig zijn
gemarkeerd op de zijskirts met
de symbolen
(zie afbeelding in fig.
159).
WIELEN EN BANDEN
177) 178) 179) 180) 181) 182)
VELGEN EN BANDEN
Zie voor het type wielvelgen die op het
voertuig gemonteerd zijn de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens".
SNEEUWKETTINGEN
81)
Versies met Voorwielaandrijving en
Vierwielaandrijving
7 mm sneeuwkettingen kunnen
gebruikt worden op 215/60 R16 95H
en 215/55 R17 94V banden.
Op 225/45 R18 91V en 225/45 R18
91Y banden kunnen geen
sneeuwkettingen gemonteerd worden.
Belangrijk
Het gebruik van sneeuwkettingen moet
aan de plaatselijke voorschriften in elk
land voldoen. In bepaalde landen
worden banden gemarkeerd met de
M+S (Mud and Snow) beschouwd als
winteruitrusting; het gebruik hiervan
is gelijkwaardig aan dat van de
sneeuwkettingen.
De sneeuwkettingen mogen alleen op
de voorwielen gemonteerd worden.Controleer de spanning van de
sneeuwkettingen na enkele tientallen
meters rijden.
BELANGRIJK Het gebruik van
sneeuwkettingen met banden met
niet-originele afmetingen kunnen het
voertuig beschadigen.
BELANGRIJK Het gebruik van
verschillende maten of types (M+S,
winter-, enz.) banden op de voor- en
achterassen kan de bestuurbaarheid
van het voertuig benadelen, met het
risico van controleverlies over het
voertuig en bijgevolg ongevallen.
SUGGESTIES VOOR HET
OMWISSELEN VAN DE
BANDEN
De voor- en achterbanden zijn
onderhevig aan verschillende
belastingen en spanningen die te wijten
zijn aan stuurbewegingen, manoeuvres
en remmen. Daarom kunnen ze
ongelijkmatig verslijten.
Om dit probleem op te lossen, moeten
de banden op het juiste moment
worden omgewisseld. Banden
omwisselen is het verplaatsen van
de wielen naar een andere as op het
voertuig. Alle wielen worden daarbij op
een andere as gezet, indien mogelijk
aan de andere zijde van het voertuig.
159F1B0301C
200
ONDERHOUD EN ZORG
Het omwisselen van banden draagt bij
tot het handhaven van de grip en
tractieprestaties op natte, modderige of
besneeuwde wegen, waarbij optimale
bestuurbaarheid van het voertuig wordt
gegarandeerd.
In geval van onregelmatige slijtage van
de banden de oorzaak hiervan
opsporen en het probleem zo snel
mogelijk verhelpen, door contact op te
nemen met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
177)Vergeet niet dat de wegligging van
het voertuig afhankelijk is van de juiste
bandenspanning.
178)Als de spanning te laag is, raakt de
band oververhit, met mogelijke ernstige
beschadiging tot gevolg.
179)Verwissel banden met
éénrichtingsprofiel niet kruiselings, door ze
van de rechterzijde naar de linkerzijde en
omgekeerd te verplaatsen. Als dit type
banden onder het voertuig is aangebracht,
kunnen ze alleen aan dezelfde zijde van
het voertuig, d.w.z. van de vooras naar de
achteras en vice versa, worden verwisseld.
180)Voer geen lakspuitwerkzaamheden
op de lichtmetalen velgen uit met
temperaturen boven 150°C, want hierdoor
kunnen de mechanische kenmerken van
de wielen worden aangetast.181)De methoden om wielen te wisselen
die in de tekst zijn aangegeven, mogen
NIET gebruikt worden voor banden met
éénrichtingsprofiel! Als dit type banden is
gebruikt, kunnen ze alleen aan dezelfde
zijde van het voertuig, d.w.z. van de vooras
naar de achteras en vice versa, worden
verwisseld.
182)Rijden met geheel of gedeeltelijk
leeggelopen banden kan gevaarlijk zijn en
de band onherstelbaar beschadigen.
BELANGRIJK
81)Beperk de snelheid als
sneeuwkettingen gemonteerd zijn; rijd niet
harder dan 50 km/h. Vermijd kuilen,
trottoirbanden en stoepen en rijd geen
lange stukken op sneeuwvrije wegen om
het voertuig en het wegdek niet te
beschadigen.
CARROSSERIE
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lakwerk
82)
7)
Werk beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen en schuurplekken,
onmiddellijk bij om roestvorming te
voorkomen.
Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van het
voertuig: de frequentie is afhankelijk van
het gebruik van het voertuig en van de
omgeving. Zo is het bijvoorbeeld
raadzaam het voertuig vaker te wassen
in gebieden met sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over
wegen met strooizout.
Sommige delen van het voertuig
kunnen zijn voorzien zijn van een matte
lak die, om intact te blijven, speciale
zorg vereist: zie de aanwijzingen in de
waarschuwing aan het eind van deze
paragraaf
83).Volg onderstaande aanwijzingen om het
voertuig correct te wassen:
❒verwijder de antenne van het dak
wanneer het voertuig gewassen wordt;
201
RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN
HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR
Al jaren zet FCA zich volledig in voor de bescherming van het milieu via de continue verbetering van de productieprocessen en
de realisatie van producten die steeds "eco-compatibeler" zijn. Om de klanten de best mogelijke service te garanderen in
overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van voertuigen
aan het einde van hun levensduur, biedt FCA haar klanten de mogelijkheid hun voertuig aan het einde van zijn levensduur
zonder extra kosten in te leveren. De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd zonder kosten
voor de laatste houder of eigenaar als het voertuig geen of een negatieve marktwaarde heeft.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u zich tot een van onze dealers of tot een
bevoegd FCA inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn zorgvuldig geselecteerd en bieden
kwaliteitservice voor de inzameling, verwerking en recycling van afgedankte auto’s met respect voor het milieu.
Meer informatie over deze centra voor inzameling en verwerking kunt u vinden bij het FCA Servicenetwerk of door het nummer
te bellen in het Garantieboekje of door de websites van de verschillende FCA-merken te raadplegen.
228
TECHNISCHE GEGEVENS
Als er een verkeerde code is ingevoerd,
geeft het systeem "Code verkeerd"
weer om de gebruiker te laten weten
dat de juiste code ingevoerd moet
worden.
Na 3 mislukte invoerpogingen,
verschijnt op het display "Code
verkeerd. Radio gedeactiveerd. 30
minuten wachten a.u.b.". Als dit
opschrift is verdwenen, kan de code
opnieuw worden ingevoerd.
Paspoort autoradio(Uconnect™uitgezonderd 6.5" Radio
Nav)
Dit document is het eigendomsbewijs
van het systeem. Op het paspoort
van de autoradio staan het model, het
serienummer en de geheime code
aangegeven.
Neem, in geval van zoekraken van het
paspoort van de autoradio, contact
op met het Fiat Servicenetwerk, neem
uw identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van uw
voertuig mee.
BELANGRIJK Bewaar dit
autoradiopaspoort op een veilige plek,
zodat bij diefstal van het systeem de
betreffende informatie aan de bevoegde
instanties gegeven kan worden.
BELANGRIJK
Kijk alleen naar het scherm wanneer dit
nodig en veilig is. Als u langere tijd
naar het scherm moet kijken, ga dan de
weg af en parkeer op een veilige plek,
zodat u niet tijdens het rijden wordt
afgeleid.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
het systeem in geval van een storing. In
tegengesteld geval kan het systeem
beschadigd raken. Neem zo snel
mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem te
laten repareren.
BELANGRIJK
189)Volg onderstaande
veiligheidsvoorschriften, want anders
kunnen de inzittenden ernstig gewond
raken of kan het systeem beschadigd
raken.
190)Als het volume te hoog staat, kan dat
gevaarlijk zijn. Stel het volume zo af dat
omgevingsgeluiden (bijv. claxons,
ambulances, politievoertuigen enz.) nog
hoorbaar zijn.
BELANGRIJK
86)Maak het glas van het frontpaneel en
display alleen schoon met een zachte,
schone, droge, anti-statische doek.
Reinigings- en glansmiddelen kunnen het
oppervlak beschadigen. Gebruik nooit
alcohol, benzine en afgeleide producten.
87)Gebruik het display niet als basis voor
steunen met zuignappen of kleefmiddelen
voor externe navigatiesystemen,
smartphones of dergelijke apparaten.
231
Toets Functies Modus
Inschakeling/uitschakelingToets kort indrukken
Knop naar links/rechts draaien
Volumeregeling
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Toets kort indrukken
Display aan/uit Toets kort indrukken
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Toets kort indrukken
Instellingen Toets kort indrukken
BROWSELijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen Knop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Toets kort indrukken
APPSToegang tot de aanvullende functies (bv.: weergave tijd,
kompas, buitentemperatuur, Media/Radio en
Uconnect™LIVEservices (waar aanwezig)Toets kort indrukken
PHONEWeergave telefoongegevens Toets kort indrukken
TRIPToegang tot het TRIP menu Toets kort indrukken
NAVToegang tot het Navigatiemenu Toets kort indrukken
MEDIABronselectie: USB/iPod of AUX of
Bluetooth®, SD
(waar aanwezig)Toets kort indrukken
RADIOToegang tot de radio-modus Toets kort indrukken
(*) AlleenUconnect™5"Radio LIVE
(**) AlleenUconnect™5"Radio Nav LIVE
Het systeem maakt gebruik van de functie "touchscreen"; druk, om van de verschillende functies gebruik te maken, op de
weergegeven "grafische toetsen". Om de keuze te bevestigen, op de toets "OK" drukken. Om terug te keren naar het vorige
scherm, op de toets
(Wissen) drukken of, afhankelijk van het ingeschakelde scherm,/Gereed.
241
ENTER
(*)
(**)
❒voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
❒vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de toets "Instelling:" te
drukken: druk op de toets "Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
❒tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
❒als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Ga als volgt te werk:❒selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
❒selectie van "Recente oproep.";
❒selectie van het pictogram
;
❒drukken op de toets "Opnieuw
bellen".
SMS-lezer
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS via ondersteunenBluetooth®.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, is de betreffende
toets
niet geactiveerd (grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
Druk op de toets
voor toegang tot
de lijst van SMS-berichten die door
de mobiele telefoon zijn ontvangen (de
lijst toont een maximum van 60
ontvangen berichten).OpmerkingBij sommige mobiele
telefoons moet, om de leesfunctie van
gesproken SMS-berichten ter
beschikking te krijgen, de optie
SMS-melding op de telefoon
ingeschakeld worden; deze optie is
meestal beschikbaar op de telefoon, in
hetBluetooth® verbindingsmenu voor
een apparaat dat geregistreerd is als
Uconnect™. Na het inschakelen van
deze functie op de mobiele telefoon,
moet deze uit- en weer ingeschakeld
worden met hetUconnect™systeem
om de functie te laten werken.
Uconnect™ LIVE
SERVICES
Druk op de toets APPS om het menu te
openen, waar de functies van alle
systeemapplicaties zich bevinden,
zoals: Trip computer, Settings
(Instellingen), Compass (Kompas) (als
een navigatiesysteem aanwezig is),
Uconnect™LIVE-applicaties.
Als hetUconnect™LIVE-pictogram
wordt weergegeven, is het systeem
ingesteld voor de aangesloten services
en kunnen de applicaties direct vanaf
de radio gebruikt worden, voor een
efficiënter en geavanceerder gebruik
van het voertuig. De applicatiefuncties
zijn beschikbaar volgens de
voertuigconfiguratie en de markt.
246
MULTIMEDIA