Page 217 of 774

215
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Overgang naar de
S TA R T- s t a n d
De START-stand wordt automatisch
geactiveerd onder bepaalde bijzondere
omstandigheden (met betrekking tot
bijvoorbeeld de laadtoestand van de accu,
de koelvloeistoftemperatuur, de werking van
de rembekrachtiging of de regeling van de
airconditioning) en in de volgende gevallen:
-
he
t bestuurderportier wordt geopend,
-
e
en schuifdeur wordt geopend,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
-
d
e snelheid van de auto hoger is dan
25 km/h of 3 km/h (afhankelijk van de
motoruitvoering) bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
-
d
e snelheid van de auto hoger is dan
3 km/h bij een automatische transmissie.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" knippert
een paar seconden en gaat dan uit.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
Bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak dooft het verklikkerlampje
"
ECO " op het instrumentenpaneel en wordt de
motor automatisch opnieuw gestart als u het
koppelingspedaal volledig intrapt.
Bij een auto met een automatische transmissie
dooft het verklikkerlampje " ECO" op het
instrumentenpaneel en wordt de motor
automatisch opnieuw gestart als:
-
u h
et rempedaal loslaat ter wijl de
selectiehendel in de stand D of M staat,
-
u
, met de selectiehendel in de stand
N
en het rempedaal niet ingetrapt, de
selectiehendel in de stand D of M zet,
-
u
de achteruitversnelling inschakelt.
Bij een auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak dooft
het verklikkerlampje
"
ECO " op het
instrumentenpaneel en wordt de motor
automatisch opnieuw gestart als:
-
u h
et rempedaal loslaat ter wijl de
selectiehendel in de stand A of M staat,
-
u
, met de selectiehendel in de stand
N
en het rempedaal niet ingetrapt, de
selectiehendel in de stand A of M zet,
-
u
de achteruitversnelling inschakelt.
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De STOP-stand wordt niet geactiveerd onder
bepaalde bijzondere omstandigheden (met
betrekking tot bijvoorbeeld de laadtoestand
van de accu, de koelvloeistoftemperatuur,
de werking van de rembekrachtiging of de
buitentemperatuur) en in de volgende gevallen:
-
d
e auto bevindt zich op een steile helling
(bergopwaarts of bergafwaarts),
-
he
t bestuurderportier is geopend,
-
e
en schuifdeur is geopend,
-
d
e veiligheidsgordel van de bestuurder is
losgemaakt,
-
d
e auto heeft sinds de laatste start door
de bestuurder niet sneller dan 10 km/h
gereden,
-
d
e elektrische parkeerrem wordt /is
aangetrokken,
-
d
e klimaatregeling in het interieur laat het
niet toe,
-
d
e voorruitontwaseming is ingeschakeld.In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO" een paar
seconden, waarna het uitgaat.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
6
Rijden
Page 218 of 774

216
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Uitschakelen / inschakelen
Met autoradio
F Druk op deze knop: het lampje ervan gaat branden, het systeem
is uitgeschakeld.
F
D
ruk op deze knop: het lampje
ervan dooft, het systeem is
ingeschakeld.
Uitschakelen van het systeem:
Met touchscreen
Open het menu Rijden
en activeer/deactiveer
" Stop and Start-systeem ".
Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld zodra u de motor opnieuw
start. Als u het systeem uitschakelt ter wijl de
motor in de STOP-stand staat, wordt de
motor onmiddellijk opnieuw gestart. Openen van de motorkap
Schakel omwille van uw veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit alvorens
werkzaamheden onder de motorkap uit
te voeren om ver wondingen als gevolg
van het automatisch inschakelen van de
START-stand te voorkomen.
Rijden op een overstroomde weg
Schakel het Stop & Start-systeem uit
wanneer u over een overstroomde weg
moet rijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer rijadviezen
, met name over
het rijden op overstroomde wegen.
Inschakelen van het systeem:
Rijden
Page 219 of 774

217
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Storing
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto:
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als er in de STOP-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet meer
wil aanslaan of direct afslaat.
Alle verklikkerlampjes gaan branden.
Afhankelijk van de uitvoering kan er daarnaast
een waarschuwingsmelding verschijnen,
waarbij verzocht wordt om de selectiehendel in
de stand N te zetten en opnieuw het rempedaal
in te trappen.
U moet, bij stilstaande auto, het contact
uitzetten en de motor opnieuw starten.Het Stop & Start-systeem maakt
gebruik van een speciale 12V-accu.
Het lampje van deze knop knippert en
er wordt een melding weergegeven in
combinatie met een geluidssignaal. Bij een storing in het systeem
gaat dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel knipperen. Laat werkzaamheden aan dit type
accu uitsluitend uitvoeren door
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de 12V-accu.
6
Rijden
Page 220 of 774

218
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
1. Aan.
2. U it (lang indrukken).
3.
R
egeling lichtsterkte.
4.
H
oogteverstelling weergave.
Als het head-up display is ingeschakeld, geeft
het de volgende informatie weer:
A.
D
e snelheid van uw auto.
B.
D
e informatie van de snelheidsregelaar/-
begrenzer.
C.
I
ndien uw auto met deze systemen is
uitgerust: informatie van de Distance Alert,
het automatisch noodremsysteem en het
navigatiesysteem.
D.
I
ndien uw auto met dit systeem is uitgerust:
informatie van de snelheidsbegrenzer.
Systeem dat bepaalde informatie op een getint
scherm projecteert, in het directe gezichtsveld
van de bestuurder zodat deze zijn ogen niet
van de weg hoeft af te wenden.
Schakelaars
Informatie op
het head-up displayHead-up display
Raadpleeg voor meer informatie over
het navigatiesysteem de rubriek
" Audio en datacommunicatie ".F
Druk bij draaiende motor op de toets 1
om het
systeem in te schakelen en het scherm uit te klappen.
Inschakelen/uitschakelen
F Houd de toets 2 ingedrukt om het systeem uit te schakelen en het
scherm in te klappen.
De ingeschakelde/uitgeschakelde status van
het head-up display blijft behouden als de
motor opnieuw wordt gestart.
Rijden
Page 221 of 774

219
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
F Stel bij draaiende motor de lichtsterkte van het display in met de toetsen 3 :
-
"
zon" om de lichtsterkte te verhogen,
-
"
maan" om de lichtsterkte te verlagen.
Regelen van de lichtsterkte
Hoogteverstelling
Bij bepaalde weersomstandigheden
(regen en/of sneeuw, zeer zonnig weer,
...)
kan de informatie op het head-up display
tijdelijk minder goed leesbaar zijn.
Sommige zonnebrillen kunnen het lezen
van de informatie hinderen.
Gebruik een schone en zachte doek
(bijvoorbeeld een brillendoekje of
microvezeldoekje) om het projectiescherm
te reinigen. Gebruik nooit een droge doek,
een schuurspons, of een schoonmaak-
of oplosmiddel om te voorkomen dat er
krassen ontstaan op het scherm of de
anti-reflecterende laag beschadigd raakt. Het is raadzaam de toetsen uitsluitend
bij stilstaande auto te bedienen.
Leg nooit voor werpen rondom het
scherm (of in de uitsparing) zodat het
uitklappen en de goede werking van het
scherm niet verhinderd worden.
Dit systeem werkt bij draaiende motor
en de instellingen worden opgeslagen
bij het afzetten van het contact.
F
S
tel het display bij draaiende motor op de
gewenste hoogte af met de toetsen 4 :
-
o
mhoog om het display hoger af te
stellen,
-
o
mlaag om het display lager af te stellen.
6
Rijden
Page 222 of 774
220
MEM
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Snelheden opslaan
Programmeren
Met behulp van deze functie kunt u
snelheden opslaan die u vervolgens
kunt gebruiken voor de configuratie van
de twee functies snelheidsbegrenzer
(maximumsnelheid) en snelheidsregelaar
(kruissnelheid).
U kunt voor beide functies zes snelheden
opslaan in het geheugen van het systeem.Voer deze handelingen omwille van de
veiligheid alleen uit als de auto stilstaat. F
S electeer de functie waarvoor u nieuwe
snelheden wilt opslaan:
●
s
nelheidsbegrenzer
of
F
D
ruk op de toets van de snelheid die u wilt
wijzigen. ●
sn
elheidsregelaar.U kunt de opgeslagen
snelheden weergeven door op
deze toets te drukken.
U kunt de snelheden programmeren via het
touchscreen.
F
S
electeer in het menu Rijden de optie
" Instellen snelheidslimieten ".
F
V
oer de nieuwe waarde in met de
nummertoetsen en bevestig.
F
B
evestig om de wijzigingen op te slaan en
sluit het menu af.
Rijden
Page 223 of 774

221
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Snelheidslimietherkenning
Dit systeem geeft de door de camera
gedetecteerde toegestane maximumsnelheid
weer op het instrumentenpaneel.
Specifieke snelheidslimieten, bijvoorbeeld die
voor vrachtwagens, worden niet weergegeven.
De op het instrumentenpaneel weergegeven
snelheidslimiet wordt bijgewerkt als u een
bord met een snelheidslimiet bestemd voor
personenauto's en lichte bedrijfswagens
passeert.
Werkingsprincipes
Afhankelijk van de uitvoering
gebruikt het systeem de informatie
over snelheidslimieten afkomstig
van de kaartgegevens van het
navigatiesysteem.
De eenheid van de weergegeven
snelheidslimiet (km/h of mph) is afhankelijk
van het land waar u zich bevindt.
Houd hier rekening mee als u zich aan
de toegestane maximumsnelheid wilt
houden.
Als u in een ander land rijdt, werkt het
systeem alleen correct als de eenheid van
de snelheid op het instrumentenpaneel
overeenkomt met de eenheid voor de
snelheid die in dat land wordt gebruikt. Afhankelijk van de uitvoering detecteert dit
systeem met behulp van een boven aan de
voorruit geplaatste camera de borden met
snelheidslimieten en leest het de informatie op
deze borden.
Afhankelijk van de uitvoering gebruikt dit
systeem de informatie van de camera en van
de kaartgegevens van het navigatiesysteem.
Om de goede werking van het systeem
te garanderen is het raadzaam het
gedeelte van de voorruit vóór de
camera regelmatig te reinigen.
De automatische snelheidslimietherkenning
is een rijhulpsysteem. Het systeem geeft niet
altijd de juiste snelheidslimiet aan.
De op de borden langs of boven de weg
weergegeven snelheidslimieten gaan altijd
voor de door het systeem weergegeven
snelheden.
Ondanks de aanwezigheid van dit systeem
moet de bestuurder altijd alert blijven.
De bestuurder moet zich aan de
verkeersregels houden en zijn snelheid altijd
aanpassen aan de weersomstandigheden
en de verkeerssituatie.
Als het systeem niet binnen een vooraf
bepaalde tijdsduur een bord met een
snelheidslimiet detecteert, wordt mogelijk
geen snelheid weergegeven.
Het systeem is ontwikkeld om borden te
detecteren die voldoen aan de eisen van het
Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens.
Om er zeker van te zijn dat de
informatie over snelheidslimieten
afkomstig van het navigatiesysteem
adequaat is, dienen de kaartgegevens
geregeld te worden geüpdatet.
6
Rijden
Page 224 of 774
222
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Het systeem is ingeschakeld maar ontvangt
geen informatie over de snelheidslimiet.De bestuurder kan, als hij dat wil,
zijn snelheid aanpassen op basis
van de door het systeem geleverde
gegevens.
Weergave van de snelheid
1. Weergave van de snelheidslimiet.
Weergave op het head-up display
Inschakelen/uitschakelen
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld
via het configuratiemenu van de auto.
Weergave op het instrumentenpaneel
Zodra er informatie over de snelheidslimiet
wordt ontvangen, geeft het systeem de waarde
w e e r.
Met autoradio
Open het menu " Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer
" Snelheidsadviezen ".
Met touchscreen
Open het configuratiemenu van de auto
en activeer/deactiveer " Weergave van de
adviessnelheid. ".
Rijden