Page 289 of 774
287
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Reparatiemethode
1. Afdichting van het lek
F Rol de witte slang G volledig uit.
F D raai de dop van de witte slang los.
F
S
luit de witte slang aan op het ventiel van
de lekke band. F
S luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto.
F
S
tart de motor en laat deze draaien.
Let op: dit product is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
Ver wijder het voor werp dat de lekkage
heeft veroorzaakt niet uit de band.
Schakel de compressor niet in voordat
de witte slang is aangesloten op het
ventiel van de band: het afdichtmiddel
wordt anders buiten de band gespoten.
F
Z
et het contact af.
F
Ze
t de schakelaar A in de stand
"Reparatie".
F
C
ontroleer of de schakelaar B in de
stand
"O" staat.
8
Storingen verhelpen
Page 290 of 774

288
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Als na vijf tot zeven minuten de
gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren met
de bandenreparatieset; neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder
te helpen.
F
A
ctiveer de compressor door de
schakelaar B in de stand "I" te zetten, tot
de bandenspanning 2,0 bar bedraagt.
H
et afdichtmiddel wordt onder druk in
de band gespoten; neem gedurende
deze handeling de slang niet los van de
aansluiting (kans op spatten). F
V
er wijder de set en draai de dop van de
witte slang vast.
Z
org ervoor dat restanten van de vloeistof
niet op of in de auto terecht kunnen komen.
Houd de set binnen handbereik.
2. Op spanning brengen
F Zet de schakelaar A in de stand "Bandenspanning".
F
R
ol de zwarte slang H volledig uit.
F
S
luit de zwarte slang aan op het ventiel van
de gerepareerde band.
F
M
aak direct een rit van ongeveer vijf
kilometer met matige snelheid (tussen
20
en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het
lek kan dichten.
F
Z
et de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
Storingen verhelpen
Page 291 of 774

289
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Sluit de stekker van de compressor weer aan op de 12V-aansluiting in de auto.
F
S
tart de motor opnieuw en laat de motor
draaien. F
B reng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschreven
spanning (spanning verhogen:
schakelaar B in stand "I" ; spanning
verlagen: schakelaar B in stand "O"
en knop C indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker in de
portieropening aan bestuurderszijde.
A
ls de bandenspanning sterk daalt, is
het lek niet goed gedicht; neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te
helpen.
F
V
er wijder de set en berg deze op.
F
R
ijd niet harder dan 80 km/h en niet verder
dan 200 km.
Ga zo snel mogelijk naar een
servicepunt van het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen
dat u de set hebt gebruikt. Na nadere
inspectie kan de technicus u vertellen
of de band gerepareerd kan worden of
moet worden vervangen.
Uitnemen van de flacon
F Berg de zwarte slang op.F Neem het gebogen aansluitstuk van de witte slang los.F Houd de compressor rechtop.
Let op dat er geen afdichtmiddel uit de
flacon stroomt.
De uiterste gebruiksdatum staat op de
patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan
slechts één keer gebruikt worden en
moet daarna worden vervangen, ook
als hij niet leeg is.
Werp de patroon na gebruik niet weg,
maar lever deze in bij het CITROËN-
netwerk of een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats een nieuwe patroon met
afdichtmiddel te kopen.
F
D
raai de flacon aan de onderzijde los.
8
Storingen verhelpen
Page 292 of 774

290
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Controle / aanpassen
bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om uw
bandenspanning te controleren of uw banden
op spanning te brengen.F
D
raai de schakelaar A in de stand
"Op spanning brengen". F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
S
tart de auto en laat de motor draaien.
F
B
reng de band op spanning met behulp
van de compressor (op spanning brengen:
schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de
knop C ), zoals staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto.
F
V
er wijder de set en berg deze op.Als de spanning van een of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem
worden gereset.
Zie de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
F
R
ol de zwarte slang H volledig uit.
F
S
luit de zwarte slang aan op het ventiel van
de band.
Storingen verhelpen
Page 293 of 774

291
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Wiel verwisselen
Het gereedschap bevindt zich in een
gereedschapskist.
Toegang tot het gereedschap
1. Wielsleutel. Hiermee kunnen de wielbouten worden
ver wijderd en kan de krik worden uit- en
ingedraaid.
2. Krik. H iermee kan de auto worden opgekrikt.
3. Gereedschap voor het verwijderen van sier-/wieldoppen.
H
iermee kunnen, indien aanwezig, de sierdoppen
van de wielbouten van een lichtmetalen velg of de
wieldop van een stalen velg worden ver wijderd.
4. Dop voor het verwijderen van slotbouten. H iermee kunnen met behulp van de wielsleutel
de speciale slotbouten worden verwijderd.
5. Sleepoog.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over slepen .
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het ver wisselen van een wiel met
een beschadigde band.
De krik is onderhoudsvrij.
De krik voldoet aan de Europese
regelgeving zoals deze is vastgelegd in
de Richtlijn 2006/42/EG over machines.
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto en
kan, afhankelijk van de uitvoering van uw auto,
verschillen. Gebruik het niet voor andere doeleinden.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
gereedschapskist .
8
Storingen verhelpen
Page 294 of 774

292
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Het reservewiel is bereikbaar vanaf de achterzijde van de auto.
F
O
pen de achterdeuren of de achterklep
(volgens uitvoering). F
O
pen de achterdeuren (of achterklep) om
bij de in de dorpel geplaatste bout van de
reservewielhouder te komen.
F
D
raai de bout los met behulp van de
wielsleutel (ongeveer 14 omwentelingen),
tot de reservewielhouder laag
genoeg hangt om de haak van de
reservewielhouder los te maken.
Toegang tot het reservewiel
F Als uw auto is uitgerust met een trekhaak, krik de auto dan aan de achterzijde op
(uitsluitend bij punt B ) tot er voldoende
ruimte is om het reservewiel te kunnen
verwijderen.
Verwijderen
Om te voorkomen dat de elektrisch
bedienbare schuifdeur(en) ongewild
wordt (worden) geopend, moet u
de functie " Handsfree toegang "
uitschakelen via het configuratiemenu
van de auto.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
schuifdeur met handsfree-functie .
Storingen verhelpen
Page 295 of 774
293
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Haal de reservewielhouder los van de haak en plaats het reservewiel in de nabijheid
van het te vervangen wiel.
Terugplaatsen
F Plaats het wiel voor de reservewielhouder.
F B eweeg het reservewiel geleidelijk in de
reservewielhouder door hem heen en weer
(van links naar rechts) te bewegen tot het
bevestigingsgedeelte van de haak vrij
komt.
F
Be
vestig de reservewielhouder aan de
haak en draai de bout weer vast met de
wielsleutel.
8
Storingen verhelpen
Page 296 of 774

294
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Als uw auto is uitgerust met stalen velgen, ver wijder dan de wieldop met het
gereedschap 3.
F
A
ls uw auto is uitgerust met lichtmetalen
velgen, ver wijder dan de sierdoppen van
de wielbouten met het gereedschap 3 .
F
A
ls uw auto is uitgerust met slotbouten,
zet dan de dop 4 op de wielsleutel 1 om de
slotbout los te draaien.
F
Het losdraaien van de andere bouten
(zonder ze te verwijderen) mag uitsluitend
worden uitgevoerd met de wielsleutel 1 .F
P laats het voetstuk van de krik op de grond
en zorg ervoor dat het voetstuk loodrecht
onder één van de twee steunpunten onder
de carrosserie A of B is geplaatst. Gebruik
het steunpunt dat zich het dichtste bij het te
verwisselen wiel bevindt.
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet
gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een
horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat.
Gebruik niet:
- d e krik voor andere doeleinden dan
het opkrikken van de auto,
-
e
en andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
Schakel bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak de
eerste versnelling in en zet vervolgens
het contact uit om de wielen te blokkeren.
Zet bij een auto met een automatische
transmissie de selectiehendel in de
stand P en zet vervolgens het contact
uit om de wielen te blokkeren.
Zet bij een auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak de
selectiehendel in de stand A en zet
vervolgens het contact uit om de wielen
te blokkeren.
Trek de parkeerrem aan en controleer
of het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel brandt.
Controleer of de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt; gebruik een
bok.
Storingen verhelpen