Page 201 of 774

199
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
De afstandsbediening van het "Keyless
entry and start"-systeem moet zich in
de detectiezone bevinden.
Verlaat de auto nooit bij draaiende
motor ter wijl u de afstandsbediening op
zak hebt.
Als de afstandsbediening zich buiten
de detectiezone bevindt, wordt een
melding weergegeven.
Om de motor te kunnen starten moet u
ervoor zorgen dat de afstandsbediening
zich binnen de zone bevindt.
Als aan een van de voor waarden voor
het starten niet wordt voldaan, wordt
een melding op het display van het
instrumentenpaneel weergegeven. In
sommige gevallen moet het stuur wiel heen
en weer worden bewogen ter wijl de knop
"START/STOP" wordt ingedrukt om het
stuurslot te ontgrendelen; u wordt hiervan
via een melding op de hoogte gebracht.
Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.
Afzetten
F Zet de auto stil.F
D
ruk op de knop " S TA R T/
STOP " ter wijl de
afstandsbediening zich in de
detectiezone bevindt.
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt
vergrendeld.
Contact aanzetten
(zonder te starten)
Als het contact aanstaat, gaat het systeem
na een bepaalde tijd automatisch over op
de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden. Het contact kan worden aangezet door,
ter wijl de elektronische sleutel van het
Keyless entry and start-systeem zich in
de auto bevindt, zonder pedalen in te trappen
op de knop "START/STOP" te drukken.
U kunt dan ook de verschillende accessoires
activeren (radio, verlichting, enz.).
F
Druk op de knop "START/STOP": de verlichting
en lampjes van het instrumentenpaneel gaan
branden zonder dat de motor wordt gestart.
F Druk nogmaals op de knop om
het contact af te zetten en de
auto te kunnen vergrendelen.
Om te voorkomen dat de pedalen
blijven hangen:
-
g
ebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen;
het gebruik van deze bevestigingen
is verplicht.
-
g
ebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Bij gebruik van niet door CITROËN
goedgekeurde matten kan de
bediening van de pedalen worden
gehinderd en kan de werking van de
snelheidsregelaar/-begrenzer negatief
worden beïnvloed.
De door CITROËN goedgekeurde
matten zijn voorzien van twee
bevestigingen onder de stoel.
6
Rijden
Page 202 of 774

200
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Noodprocedure voor het starten
Als de auto de elektronische sleutel niet
herkent in het detectiegebied doordat de
batterij van de afstandsbediening leeg is, kan
de noodsleutellezer links achter het stuur wiel
worden gebruikt om de auto te starten.F
D
ruk vervolgens op de knop "START/
STO P ".
De motor wordt gestart. Als de afstandsbediening zich niet meer in het
detectiegebied bevindt als u een portier sluit of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.
Geforceerd afzetten van de motor
Als de afstandsbediening
niet wordt herkend
F Houd de knop "START/STOP" ongeveer
drie seconden ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten en neem
vervolgens contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
F
A
ls uw auto is uitgerust met een
handgeschakelde versnellingsbak, zet dan de
versnellingshendel in de neutraalstand en trap
vervolgens het koppelingspedaal volledig in.
F
A
ls uw auto is uitgerust met een
automatische transmissie, zet dan de
selectiehendel in de stand P en trap
vervolgens het rempedaal stevig in.
F
A
ls uw auto is uitgerust met een
elektronisch gestuurde versnellingsbak, zet
dan de selectiehendel in de stand N en trap
vervolgens het rempedaal stevig in.
Uitsluitend in noodgevallen en bij stilstaande
auto kunt u de motor geforceerd afzetten.
Doe dit door de knop "START/STOP" ongeveer
drie seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld
zodra de auto stilstaat. F
H
oud de afstandsbediening tegen de
noodsleutellezer.
Rijden
Page 203 of 774

201
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Parkeerrem
F Trap het rempedaal in en trek de hefboom van de parkeerrem aan om uw auto stil te
zetten.
F
T
rap het rempedaal in en trek de hefboom
van de parkeerrem iets omhoog, druk de
ontgrendelknop in en duw de hefboom
geheel omlaag. Stuur bij het parkeren van de auto,
zeker wanneer deze zwaar is beladen,
op een helling de voor wielen in
de richting van het trottoir en trek
vervolgens de parkeerrem aan.
Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje brandt in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding, geeft dit aan
dat de parkeerrem nog (iets) is
aangetrokken. Door het rempedaal in te trappen kan de
handbediende parkeerrem gemakkelijker
worden aangetrokken en vrijgezet. Schakel bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak een
versnelling in en zet het contact uit.
Zet bij een auto met een automatische
transmissie de selectiehendel in de
stand P en zet het contact uit.
Zet bij een auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak de
selectiehendel in de stand A en zet het
contact uit.
Vrijzetten (op vlakke ondergrond) Aantrekken
Diefstalbeveiliging
Elektronische startbeveiliging
In de sleutels is een chip aangebracht die over een
geheime code beschikt. Om te kunnen starten,
moet bij het aanzetten van het contact de code van
de sleutel worden herkend door de startbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeert het
motormanagementsysteem zodra het contact wordt
afgezet en voorkomt zo het starten van de motor bij
een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display van
het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg
indien nodig het CITROËN-netwerk.
Omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal: laat nooit de
elektronische sleutel in de auto achter,
ook niet wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te houden.
6
Rijden
Page 204 of 774

202
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Hill Start Assist
Dit systeem houdt bij het wegrijden op een
helling uw auto ongeveer 2 seconden op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Het systeem is alleen actief:
-
a
ls de auto volledig stilstaat met het
rempedaal ingedrukt,
-
a
ls het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill Start Assist kan niet worden
uitgeschakeld.
Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden
wanneer u het rempedaal loslaat.
Als de auto bergopwaar ts stilstaat, wordt
deze even op zijn plaats gehouden wanneer
u het rempedaal loslaat:
Storing
F Zet als uw auto is uitgerust met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in
de 1e versnelling of in de neutraalstand.
F Zet als uw auto is uitgerust met een automatische transmissie de
selectiehendel in de stand D , of in de
stand
M voor sequentieel schakelen.
F
Z
et als uw auto is uitgerust met een
elektronisch gestuurde versnellingsbak de
selectiehendel in de stand A of M .Bij een storing in de Hill Start Assist gaan
deze verklikkerlampjes branden en wordt
een melding weergegeven. Raadpleeg zo
snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het systeem te
laten controleren.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Start Assist gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl de
motor draait, trek de parkeerrem dan
handmatig aan en controleer of het
verklikkerlampje van de parkeerrem
brandt.
Wanneer uw auto is uitgerust met een
automatische transmissie en u met een
zwaar beladen auto moet wegrijden op
een steile helling (hellingopwaarts of -
af wa a r t s), houd dan het rempedaal
ingetrapt , selecteer de stand D , zet de
parkeerrem vrij en laat vervolgens het
rempedaal weer los.
Rijden
Page 205 of 774

203
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in
de neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
Inschakelen van de 5e of de
6e versnelling
Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in
de neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde
5-versnellingsbak
F Trap het koppelingspedaal volledig in en zet de versnellingshendel in de
neutraalstand.
F
B
eweeg de versnellingshendel naar rechts
en vervolgens naar achteren.
Inschakelen van de
achteruitversnelling Inschakelen van de
achteruitversnelling
F Trek de ring onder de pookknop omhoog
en beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren.
F
B
eweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5e of de
6e versnelling in te schakelen.
Als u dit niet doet, kan de
versnellingsbak onherstelbaar
beschadigd raken (door per ongeluk
inschakelen van de 3
e of 4e versnelling).
6
Rijden
Page 206 of 774

204
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Opschakelindicator
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de uitrusting
van uw auto kan het systeem u adviseren één of meer
versnellingen op te schakelen.
U kunt deze aanwijzingen opvolgen zonder de
tussenliggende versnellingen in te hoeven schakelen.
- U trapt het gaspedaal in. -
U r
ijdt in de derde versnelling. -
H
et systeem kan u adviseren een hogere
versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak kan behalve de pijl ook het
nummer van de aanbevolen versnelling worden
weergegeven.
Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl van
de bestuurder (veel vermogen nodig,
accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
d
e eerste versnelling in te schakelen,
-
d
e achteruitversnelling in te
schakelen.
Dit systeem adviseert de bestuurder op te schakelen om het brandstofverbruik te verminderen.
Voorbeeld:
Bij bepaalde BlueHDi-dieseluitvoeringen met
handgeschakelde versnellingsbak kan het
systeem u onder bepaalde rijomstandigheden
verzoeken om de versnellingsbak in de
neutraalstand te zetten (weergave van de letter
N
op het instrumentenpaneel), om het tijdelijk
afzetten van de motor mogelijk te maken
(STOP-fase van het Stop & Start-systeem).
De functie kan niet worden
uitgeschakeld. Het is niet verplicht om de
aanbevolen versnellingen ook
daadwerkelijk in te schakelen.
De keuze van de optimale
versnelling hangt namelijk altijd
af van de situatie op de weg, de
verkeersdrukte en de veiligheid.
De bestuurder moet derhalve altijd
waakzaam blijven.
Rijden
Page 207 of 774

205
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Automatische transmissie
Bij deze automatische transmissie met
6 versnellingen kunt u kiezen voor automatisch
of handmatig schakelen.
Deze transmissie heeft dus twee
gebruiksmogelijkheden:
-
a
utomatisch schakelen : het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,
-
h
andmatig schakelen : deze stand maakt
het zelf schakelen met de selectiehendel
mogelijk.Selectiehendel
P. Parkeerstand.
F H oud het rempedaal ingetrapt en draai de
selectiehendel in deze stand om de auto te
parkeren of om de motor te kunnen starten.
R.
Achteruitversnelling.
F
D
raai de selectiehendel in deze stand.
N.
N
eutraalstand.
F
D
raai de selectiehendel in deze stand om
de motor te kunnen starten.
D.
A
utomatische werking.
F
D
raai de selectiehendel in deze stand.
M.
H
andmatige bediening, waarbij de
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.
F
D
ruk met de selectiehendel in de stand D
op deze toets of schakel met de flippers
aan de stuurkolom.
Flippers aan de stuurkolom
Met de flippers is het niet
mogelijk de neutraalstand en de
achteruitversnelling in te schakelen of
uit de achteruitversnelling te schakelen.
Bij de automatische bediening blijft het altijd
mogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers aan de stuurkolom, bijvoorbeeld om
even snel in te halen.
De stand N kunt u gebruiken in een file
of bij het wassen van de auto in een
automatische wasstraat.
F
T
rek de rechter flipper "
+" naar u toe om op
te schakelen.
F
T
rek de linker flipper "
-" naar u toe om terug
te schakelen.
Bij het bedienen van de selectiehendel
is het om veiligheidsredenen raadzaam
om het rempedaal ingetrapt te houden.
6
Rijden
Page 208 of 774

206
Spacetourer-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Wanneer u de stand van de selectiehendel
verandert of op de toets M drukt, verschijnt
het desbetreffende pictogram op het
instrumentenpaneel.
P.
P
arking (parkeerstand)
R .
R
everse (achteruitversnelling)
N.
N
eutral (neutraalstand)
D.
D
rive (automatisch schakelen)
M.
Manual
1 - 6.
In
geschakelde versnelling
-
O
ngeldige waarde
Weergave op het instrumentenpaneel
F Trap het rempedaal in en selecteer de stand P . Als de motor stationair draait, het
rempedaal is losgelaten en de stand R
,
D of M is geselecteerd, zet de auto zich
zelfs al in beweging als het gaspedaal
niet is ingetrapt.
Laat daarom geen kinderen alleen in de
auto achter.
Verlaat om veiligheidsredenen de auto
nooit, zelfs niet voor een korte tijd,
zonder de sleutel of afstandsbediening
mee te nemen.
Trek de parkeerrem aan en
selecteer de stand P indien er
onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor.
Wanneer u met een zwaar beladen auto
moet wegrijden op een steile helling,
houd dan het rempedaal ingetrapt
,
selecteer de stand D , zet de parkeerrem
vrij en laat vervolgens het rempedaal
weer los.
F
S
tart de motor.
Als niet aan de bovenstaande voor waarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
F
Z
et de parkeerrem vrij.
F
S
electeer de stand R , N of D.
F
L
aat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.
F
A
ls op het instrumentenpaneel
de melding " Trap het rempedaal
in " wordt weergegeven, moet u
het rempedaal volledig intrappen.
Wegrijden
Als de aanduiding P wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel terwijl de selectiehendel in
een andere stand staat, dient u de selectiehendel
in de stand P te zetten om te kunnen starten.
Als tijdens het rijden per ongeluk de stand N wordt
geselecteerd, laat het motortoerental dan zakken
tot stationair toerental, zet de selectiehendel in de
stand D en trap het gaspedaal weer in.
Rijden