Page 209 of 232

Toets OPTION (2)
Door op de toets “Option” te drukken, terwijl in de modus (“RADIO”, “MEDIA”, “TELEFOON”, “NAVIGATIE”), gaat u naar het scherm
“Instellingen” van de modus zelf, door er opnieuw op te drukken komt u terug in de modus die u daarvoor geselecteerd had.
Rotary Pad (3)
Actie Functie
ROTATIEIn demenu’s: schuif langs de menu-items.
In Navigatie-modus (waar aanwezig): zoomfinctie in de kaarten.
DRUK In de menu’s: bevestig de selectie.
VERPLAATSEN NAAR RECHTS KORTIn de menu’s: toegang tot het submenu van de geselecteerde functie.
In Navigatie-modus (waar aanwezig), in de functie Kaart ontdekken: om
zich op de kaart naar rechts te verplaatsen.
VERPLAATSEN NAAR LINKS KORTIn de menu’s: terug naar het vorige menu, functie Esc.
In Navigatiemodus (waar aanwezig), in de functie Kaart ontdekken: om
zich op de kaart naar links te verplaatsen.
VERPLAATSEN OMHOOG KORTIn de menu’s: gaat naar het menu Multitasking en verlaat de
voorselectiebalk.
In de modus Navigatie (waar aanwezig), in de functie Kaart ontdekken:
om zich op de kaart omhoog te verplaatsen.
VERPLAATSEN OMLAAG KORTActiveert de voorselectie radio.
In de menu’s: ga de voorselectiebalk binnen en verlaat het menu
Multitasking.
In Navigatiemodus (waar aanwezig), in de functie Kaart ontdekken: om
zich op de kaart omlaag te verplaatsen.
207
Page 210 of 232
Toets MENU (4)
Toegang tot hoofdmenu.
17511036S0060EM
208
MULTIMEDIA
Page 211 of 232
BEDIENINGSELEMENTEN OP HET STUURWIEL
BESCHRIJVING
De bedieningselementen voor de belangrijkste functies van het systeem bevinden zich op het stuurwiel, om het systeem
gemakkelijker te kunnen bedienen.
De inschakeling van de gekozen functie is in sommige gevallen afhankelijk van hoelang de knop wordt ingedrukt (kort indrukken of
ingedrukt houden) zoals in onderstaande tabel is aangegeven.
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP STUURWIEL
Toets(1)
Actie Functie
KORTE DRUKIn Radiomodus:selecteer het volgende radiostation.
In Mediamodus: selecteer de volgende track.
LANGE DRUKIn Radiomodus: scan van de hogere frequenties totdat de knop wordt
losgelaten.
In Mediamodus: snel vooruitspoelen van track.
17611046S0001EM
209
Page 212 of 232
Toets(2)
Actie Functie
KORTE DRUKIn Radiomodus:selecteer het vorige radiostation.
In Mediamodus: selecteer de vorige track.
LANGE DRUKIn Radiomodus: scan van de lagere frequenties totdat de knop wordt
losgelaten.
In Mediamodus: snel achteruit spoelen van track.
Toets spraakbediening (3)
Actie Functie
KORTE DRUK Activering spraakbediening
LANGE DRUK Onmiddellijke
afsluiting spraaksessie.
Telefoontoets (4)
Beantwoordt / sluit oproep of toont de recente oproepenlijst.
Volumebediening (5)
Actie Functie
ROTATIEOmhoog: hetvolume neemt toe.
Omlaag: het volume neemt af.
KORTE DRUKIn Radiomodus: activeert/deactiveert de Mute-functie.
In Mediamodus: activeert play/pauze.
In Telefoonmodus: activeert/deactiveert de Mute-functie.
210
MULTIMEDIA
Page 213 of 232

INLEIDING
Het systeem kan weer worden
ingeschakeld met de Roterende Knop.
Draai eraan om door de menu's te
navigeren, druk erop om de selecties te
activeren/bevestigen, duw hem naar links
om terug te gaan naar het vorige scherm.
RADIOMODUS
Als het gewenste radiostation eenmaal is
geselecteerd op het display
fig. 177 wordt de volgende informatie
weergegeven:
1 - bedieningsbalk:
Favorietenlijst;
Volgende;
Vorige;
Lijst stations;
Handmatig zoeken;
Frequentieband.
2 - naam van het huidig radiostation en
favoriet symbool, als het station is
opgeslagen in deze lijst;
3 - logo van de actieve frequentieband;
4 - uitgezonden programmatype;
5 - frequentie beluisterd radiostation;
6 - het preselectienummer (als het
ingeschakelde station opgeslagen is).Audio
Via het “Audio”-menu, in het menu Opties
(toets Option), kunt u de volgende
afstellingen verrichten:
Lage tonen;
Hoge tonen;
Middentonen;
Balans/Fader;
Op snelheid geregeld volume;
Surround geluid (waar aanwezig);
AUX Volume Compensatie;
Instellingen herstellen.
17711056S0006EM
211
Page 214 of 232

MEDIA-MODUS
BELANGRIJK Toepassingen die gebruikt
worden op draagbare apparaten kunnen
mogelijk niet compatibel zijn met het
Connect systeem.
Nummer kiezen (Browse)
Bij ingeschakelde MEDIA
fig. 178 -modus, de knoppen
/kort
indrukken om het vorige/volgende
nummer af te spelen of de knoppen
/
ingedrukt houden om het nummer
snel vooruit/achteruit te spoelen.
Bluetooth® BRON
Een Bluetooth® Audioapparaat
koppelen
Ga als volgt te werk:
schakel de functie Bluetooth® in op het
apparaat;
druk op de MENUknop, selecteer de
functie "INSTELLINGEN" door de
Roterende Knop te draaien en in te
drukken;
selecteer “Infotainment”;
selecteer de Bluetooth®
ondersteuning;
Selecteer “Toestel toev.”;
zoek naar het Uconnect-systeem op
het Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het scherm
de voortgang van het proces);
selecteer het apparaat dat gekoppeld
moet worden;
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een speciaal
scherm getoond;
de “Bluetooth®” kan ook worden
bereikt door te drukken op de OPTIE
knop in de TELEFOON of MEDIA functies.
Deze laatste kan worden geselecteerd
door te draaien aan en te drukken op de
Roterende Knop in het hoofdmenu
(MENU-knop).
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele telefoon
als de Bluetooth®-verbinding tussen
mobiele telefoon en systeem wordt
verbroken.
17811066S0002EM
212
MULTIMEDIA
Page 215 of 232

ONDERSTEUNING
USB/iPod/AUX
Er kunnen maximaal drie USB-poorten
zijn, eentje onder het controlepaneel van
de airconditioning, eentje in het
handschoenenkastje in het tunnelconsole
en eentje (alleen opladen) onder de
ventilatie achter het tunnelconsole. Een
AUX-contact in het handschoenenkastje
in het tunnelconsole.
TELEFOONMODUS
TELEFOONmodus kan worden
geactiveerd vanuit het hoofdmenu
(MENU-knop) door aan de Rotary Pad te
draaien en erop te drukken.
Het volgende scherm wordt op het
display weergegeven fig. 179:
Nummer intoetsen;
Recente oproepen;
Favorieten;
Contacten;
SMS;
Gesprek beëindigen;
met telefoongesprek in gang:
Nummer intoetsen;
Recente oproepen;
Overdragen naar apparaat;
Contacten;
Mute;
Gesprek beëindigen.
BELANGRIJK Het geluid van de mobiele
telefoon wordt over het audiosysteem
van het voertuig uitgezonden: het
systeem schakelt automatisch het geluid
van het autosysteem uit wanneer de
TELEFOONfunctie wordt gebruikt.
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk:
schakel de functie Bluetooth® in op het
apparaat;
druk op de MENUknop, selecteer de
functie "INSTELLINGEN" door de Rotary
Pad te draaien en in te drukken;
selecteer “infotainment”;
selecteer het Bluetooth®-apparaat;
selecteer “Toestel toevoegen”;
zoek naar het Connect-systeem op het
Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het scherm
de voortgang van het proces);
selecteer het apparaat dat gekoppeld
moet worden;
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
17911106S0002EM
213
BELANGRIJK Voor compatibele mobiele
telefoonlijst en ondersteuningsoperaties
kunt u contact opnemen met
Klantenservice 00 800 2532 0000
(Quadrifoglio 00 800 253 242 00).
Page 216 of 232

wanneer de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een speciaal
scherm getoond;
de Bluetooth®-functie kan ook worden
bereikt door op de OPTION-toets in de
TELEFOON- of MEDIA-functies te
drukken. De MEDIA-functies kunnen
worden gekozen door in het hoofdmenu
(MENU-toets) aan de Rotary Pad te
draaien en deze in te drukken.
Een nummer bellen
Ga als volgt te werk:
selecteer het pictogram "Recente
oproepen";
selecteer het pictogram "Contacten";
selecteer het pictogram "Nummer
intoetsen".
NAVIGATIEMODUS
(indien aanwezig)
BELANGRIJK In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste altijd
uw route plannen voordat u op weg gaat.
Ga als volgt te werk om een route te
plannen:
Activeer de NAVIGATIE-modus door
deze te selecteren op het hoofdmenu
fig. 180;
Activeer de "Bestemming
instellen"-functie;
Om het adres in te voeren, selecteer het
toe te voegen item (Land, Plaats) op het
circulaire toetsenbord, door de toets te
kiezen om de gewenste naam samen te
stellen; ga door met het ingeven van de
letters, het systeem voltooit automatisch
het woord en aan de rechterkant van het
display staat een lijst met opties die vantoepassing zijn op de ingegeven letters. U
kunt nu het woord voltooien of naar de
lijst met suggesties gaan door de
Roterende Knop naar rechts te bewegen
of door naar "OK" te wijzen en de
Roterende Knop in te drukken.
Of
Selecteer een adres in de "Laatste
bestemmingen"-lijst.
Of
Selecteer een adres in de "Favoriete
Bestemmingen"-lijst;
Zodra de gewenste bestemming is
ingesteld, de functie "Navigatie starten"
selecteren.
Het systeem geeft drie alternatieve
routes n.a.v. het ingestelde criterium
(kortste, zonder tolwegen, enz.).
Selecteer met de Rotary Pad het
gewenste alternatief.
Met de navigatie gestart en met gebruik
van de bedieningsbalk op het display,
kunt u kiezen uit de volgende opties:
Navigatie onderbreken: hiermee kunt u
de navigatie onderbreken;
Navigatievolume: hiermee kunt u het
berichtvolume instellen;
Route beheren: hiermee kunt u de
route van uw keuze verfijnen, met een
reeks opties;
18011186S0003EM
214
MULTIMEDIA