Page 377 of 464

5
377
5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
FT86_EE
Volg de correctieprocedures.
Controleer, nadat de noodzakelijke handelingen uitgevoerd zijn om
het probleem te verhelpen, of de waarschuwingslampjes uitgaan.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/detailsCorrectieprocedure
Waarschuwingslampje
open portier/achterklep Geeft aan dat een portier of
de achterklep niet geheel
gesloten is. Controleer of beide portieren
en de achterklep gesloten
zijn.
Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau Resterende hoeveelheid
brandstof
(ongeveer 7,0 liter of minder)
Vul de brandstoftank.
(In het instru-
mentenpaneel) Controlelampje (waar-
schuwingszoemer) veilig-
heidsgordel
bestuurder*
Waarschuwt de bestuur-
der om de veiligheidsgor-
del om te doen. Doe de veiligheidsgordel
om.
(In het centrale paneel) Waarschuwingslampje
(waarschuwingszoemer)
voorpassagiersgordel*
Waarschuwt de voorpassa-
gier om de veiligheids-
gordel om te doen. Doe de veiligheidsgordel
om.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 377 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 378 of 464

378
5-2. Stappen die genomen moet
en worden in noodgevallen
FT86_EE
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bij-
voorbeeld door
• Natuurlijke oorzaken
(→Blz. 379)
• Lekke band (→Blz. 386, 395) Breng de banden (inclusief
het reservewiel) op de juiste
spanning.
Na een paar minuten dooft
het lampje. Laat het sys-
teem nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige indien
het lampje niet dooft nadat
de banden op spanning
zijn gebracht.
Als het lampje gaat branden
nadat het gedurende 1
minuut geknipperd heeft:
Storing in het bandenspan-
ningswaarschuwingssys-
teem ( →Blz. 380) Laat het systeem controle-
ren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere
naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste des-
kundige.
Waarschuwingslampje
temperatuur automati-
sche-transmissievloeistof
(indien aanwezig) Geeft aan dat de tempera-
tuur van de vloeistof in de
automatische transmissie
te hoog is geworden. Breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand en zet de
selectiehendel in stand P.
Als het lampje na een
poosje dooft, kan er met de
auto worden gereden. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere
naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste des-
kundige als het lampje niet
uitgaat.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/detailsCorrectieprocedure
86_OM_EE_OM18058E.book Page 378 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 379 of 464

5
379
5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
FT86_EE
*: Waarschuwingszoemer bestuurders- en vo
orpassagiersgordel:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder
en de voorpassagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. De zoemer
klinkt gedurende 30 seconden nadat de auto een snelheid van ten minste
20 km/h heeft bereikt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastge-
maakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.
■ Detectiesensor voorpassagier en waarschuwingssysteem en waar-
schuwingszoemer veiligheidsgordel voorpassagier
●Als er bagage wordt geplaatst op de voorpassagiersstoel kan de detectie-
sensor het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer
laten klinken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht
niet goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau. Het
lampje gaat niet uit als op de resetknop van het waarschuwingssysteem
bandenspanning wordt gedrukt.
■ Het waarschuwingslampje lage bandenspanning kan gaan branden
door een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning kan gaan branden door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning
gebracht zijn.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 379 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 380 of 464

380
5-2. Stappen die genomen moet
en worden in noodgevallen
FT86_EE
■Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem buiten werking is
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende
omstandigheden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
●Als de identificatiecode op de bandens panningssensoren en -zenders niet
is geregistreerd in de bandenspa nningswaarschuwingssysteem-ECU.
●Als de bandenspanning 380 kPa (3,87 kg/cm2 of bar, 55 psi) of meer
bedraagt.
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem kan onder de volgende
omstandigheden worden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als zich in de nabijheid een elektrische voorziening bevindt, die dezelfde
radiografische signalen uitzendt.
● Als in de auto een radio aanstaat op dezelfde frequentie.
● Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
● Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen en in de wiel-
kasten.
● Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd. Ook het gebruik van
sommige typen banden in combinatie met Toyota-velgen kan ervoor zor-
gen dat het systeem niet goed werkt.
● Als er sneeuwkettingen worden gebruikt.
● Als er zich in de bagageruimte een groot metalen object bevindt dat de
ontvangst van signalen kan verstoren.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende ongeveer 1 minuut heeft geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat bran-
den nadat het ongeveer 1 minuut heeft geknipperd wanneer het contact
AAN wordt gezet, laat het systeem dan nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 380 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 381 of 464

5
381
5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
FT86_EE
WAARSCHUWING
■
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt u
de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
● Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
● Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden
dat er een band lek is. Controleer de banden. Vervang het wiel met de
lekke band door het reservewiel en laat de band repareren door de dichtst-
bijzijnde erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden kunnen
beschadigd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de rem-
men kunt verliezen.
■ Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat
Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet meteen in
werking treedt.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het banden spanningswaarschuwingssysteem goed
werkt
Monteer geen banden met verschillende specificaties of van verschillende
merken, anders werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem moge-
lijk niet goed.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 381 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 382 of 464
382
5-2. Stappen die genomen moet
en worden in noodgevallen
FT86_EE
Volg de correctieprocedures. (auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
Controleer, nadat de noodzakelijke handelingen uitgevoerd zijn om
het probleem te verhelpen, of het waarschuwingslampje uitgaat.
Interieur-
zoemerExterieur-
zoemerWaarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/detailsCorrectie-
procedure
Continu Continu (Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknopAuto's met automatische
transmissie:
De elektronische sleutel
bevond zich buiten de auto
en het bestuurdersportier
werd geopend en gesloten
terwijl de selectiehendel in
een andere stand dan stand
P werd gezet zonder het con-
tact UIT te zetten. • Zet de
selectie-
hendel in
stand P.
• Neem de elektronische
sleutel weer
mee in de
auto.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 382 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 383 of 464

5
383
5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
FT86_EE
Een
keer3 keer (Knippert
geel)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknopAuto's met automatische
transmissie:
De elektronische sleutel
werd uit de auto genomen en
het bestuurdersportier werd
geopend en gesloten nadat
de selectiehendel in stand P
was gezet zonder het contact
UIT te zetten.
Auto's met handgescha-
kelde transmissie:
De elektronische sleutel
werd uit de auto genomen en
het bestuurdersportier werd
geopend en gesloten nadat
de selectiehendel in stand N
was gezet zonder het contact
UIT te zetten. Zet het con-
tact UIT of
zorg ervoor
dat de elek-
tronische
sleutel zich in
de auto
bevindt.
Een
keer3 keer (Knippert
geel)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknopGeeft aan dat er een ander
portier dan het bestuurders-
portier werd geopend of
gesloten terwijl het contact in
een andere stand dan UIT
stond en de elektronische
sleutel zich buiten het detec-
tiegebied bevond. Controleer
waar de elek-
tronische
sleutel zich
bevindt.
Interieur-
zoemerExterieur-
zoemerWaarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/detailsCorrectie-
procedure
86_OM_EE_OM18058E.book Page 383 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 384 of 464

384
5-2. Stappen die genomen moet
en worden in noodgevallen
FT86_EE
Een
keerContinu
(5 seconden)
(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknopEr wordt geprobeerd de auto
te verlaten met de elektroni-
sche sleutel en de portieren
te vergrendelen zonder dat
het contact eerst UIT is
gezet. Zet het con-
tact UIT en
vergrendel de
portieren
opnieuw.
Een
keer⎯(Knippert
gedurende 15 secon-
den geel.)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknop Geeft aan dat de elektroni-
sche sleutel niet aanwezig is
als geprobeerd wordt de
motor te starten. Controleer
waar de elek-
tronische
sleutel zich
bevindt.
Inter-
mitterend
(7 secon- den)
⎯(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknopEr is geprobeerd om te rijden
terwijl de gewone sleutel zich
niet in de auto bevond. Ga na of de
elektronische
sleutel zich in
de auto
bevindt.
Een
keer⎯(Knippert
gedurende 15 secon-
den geel.)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknop Geeft aan dat de batterij van
de elektronische sleutel bijna
leeg is. Vervang de
batterij.
(
→Blz. 332)
Een
keer⎯(Knippert snel en
groen gedu- rende 15
seconden.)Controlelampje Smart entry-
systeem met startknop Geeft aan dat het stuurslot
nog is vergrendeld. Ontgrendel
het stuurslot.
(
→Blz. 175)
Interieur-
zoemerExterieur-
zoemerWaarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/detailsCorrectie-
procedure
86_OM_EE_OM18058E.book Page 384 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM