Page 249 of 464

249
3-1. Gebruik van airconditioning en
achterruit- en buitenspiegelverwarming
3
Voorzieningen in het interieur
FT86_EE
Gebruik van de automatische airconditioning
Druk op .
De ontvochtigingsfunctie wordt ingeschakeld. De uitstroomope-
ningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid worden
automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
Draai de draaiknop van de temperatuurregeling rechtsom om
de temperatuur te verhogen en draai de draaiknop van de
temperatuurregeling linksom om de temperatuur aan de
bestuurderszijde te verlagen.
Als er op wordt gedrukt (het controlelampje in gaat
branden) of als de draaiknop voor de temperatuurregeling aan
passagierszijde wordt gedraaid, kan de temperatuur aan bestuur-
derszijde en aan passagierszijde afzonderlijk worden geregeld.
■Controlelampje automatische modus
Als de instelling van de aanjagersnelheid of de luchtcirculatiemodi
worden bediend, dooft het controlelampje van de automatische
modus. De automatische modus bl ijft echter ingeschakeld voor de
andere functies dan die worden bediend.
Handmatig wijzigen van de instellingen
Om de aanjagersnelheid aan te passen draait u de knop voor
de aanjagersnelheid rechtsom (hoger) of linksom (lager).
Druk op om de aanjager uit te schakelen.
∗: Indien aanwezig
STAP1
STAP2
STAP1
86_OM_EE_OM18058E.book Page 249 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 250 of 464

250
3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming
FT86_EE
Draai de draaiknop voor de temperatuurregeling rechtsom (warm)
of linksom (koud) om de temperatuurinstelling aan te passen.
Draai de draaiknop voor de temperatuurregeling aan passagiers-
zijde rechtsom (warm) of linksom (koud) om de temperatuur voor de
passagierszijde en de bestuurderszijde afzonderlijk te regelen
(gescheiden bediening).
Druk op (het controlelampje in dooft) om de tempera-
tuur aan de bestuurderszijde en de passagierszijde in te stellen op
dezelfde waarde (gemeenschappelijke bediening).
De functies van de toetsen van de airconditioning wijzigen van
gescheiden naar gemeenschappelijke bediening en omgekeerd als
de toets wordt ingedrukt.
Druk op om de uitstroomopeningen te wijzigen.
Iedere keer dat er op de toets gedrukt wordt, worden er andere uit-
stroomopeningen geselecteerd.
Ontwasemen van de voorruit
Druk op .
De ontvochtigingsfunctie werkt en
de aanjagersnelheid neemt toe.
Zet, als de recirculatiemodus is
ingeschakeld, de luchttoevoer-
toets in de buitenluchtmodus.
(Mogelijk gaat dit automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en
de temperatuur om de voorruit en
zijruiten sneller te ontwasemen.
Druk wanneer de voorruit is ont-
wasemd nogmaals op om
terug te keren naar de vorige
modus.
STAP2
STAP3
86_OM_EE_OM18058E.book Page 250 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 251 of 464
251
3-1. Gebruik van airconditioning en
achterruit- en buitenspiegelverwarming
3
Voorzieningen in het interieur
FT86_EE
Uitstroomopeningen en luchtstroom
Er stroomt lucht naar het boven-
lichaam.
Er stroomt lucht naar het boven-
lichaam en de voeten.
Er stroomt lucht naar de voeten.
Er stroomt lucht naar de voeten
en de voorruitverwarming is in
werking.
Als de recirculatiemodus is inge-
schakeld, wordt automatisch
overgeschakeld naar de buiten-
luchtmodus.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 251 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 252 of 464
252
3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming
FT86_EE
Schakelen tussen buitenlucht
modus en recirculatiemodus
Druk op .
Iedere keer als op wordt gedrukt, schakelt de luchttoevoer tussen
de buitenluchtmodus (controlelampje uit) en de recirculatiemodus
(controlelampje aan).
Afstellen van de stand van de uitstroomopeningen Middelste uitstroomopeningen Richt de luchtstroom naar links
of rechts, boven of beneden.
Uitstroomopeningen rechts en links Richt de luchtstroom naar links
of rechts, boven of beneden.
Richt de uitstroomopeningen
rechts en links op de ruiten om ze
te ontdooien.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 252 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 253 of 464
253
3-1. Gebruik van airconditioning en
achterruit- en buitenspiegelverwarming
3
Voorzieningen in het interieur
FT86_EE
Openen en sluiten van de uitstroomopeningen
Middelste uitstroomopeningen Openen van de uitstroom-
openingen.
Sluiten van de uitstroom-
openingen.
Uitstroomopeningen rechts en links Openen van de uitstroom-
opening.
Sluiten van de uitstroo-
mopening.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 253 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 254 of 464

254
3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming
FT86_EE
■
Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch geregeld op basis van de gekozen
temperatuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van kan de aanjager even worden uitgescha-
keld tot er voldoende warme of koude lucht voorhanden is.
■ Beslaan van de ruiten
● Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog is, zullen de ruiten gemak-
kelijk beslaan. Wanneer wordt ingeschakeld, wordt de lucht die
via de uitstroomopeningen stroomt ontvochtigd en wordt de voorruit effi-
ciënt ontwasemd.
● Als u
uitschakelt zullen de ruiten mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
● Zet bij het rijden op stoffige wegen, zoals in tunnels, of in druk verkeer de
luchttoevoertoets in de recirculatiemodus. Zo wordt voorkomen dat er
buitenlucht de auto in stroomt. Wanneer tijdens het koelen de
recirculatiemodus wordt ingeschakeld, wordt ook het interieur van de
auto effectief gekoeld.
● Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recirculatiemodus automatisch inge-
schakeld afhankelijk van de ingestelde temperatuur of de temperatuur in
de auto.
■ Wanneer de buitentemperatuur tot bijna 0 °C daalt
De ontwasemingsfunctie werkt mogelijk niet, ook niet als op
wordt
gedrukt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 254 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 255 of 464

255
3-1. Gebruik van airconditioning en
achterruit- en buitenspiegelverwarming
3
Voorzieningen in het interieur
FT86_EE
■Geuren ventilatie en airconditioning
● Zet de airconditioning in de buitenluchtmodus om frisse lucht binnen te
laten.
● Tijdens het gebruik kunnen verschillende geuren van binnen en buiten
de auto in het airconditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot gevolg
hebben dat de lucht die uit de uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
● Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsysteem in de buitenluchtmodus te
zetten voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de aanjager direct nadat de aircon- ditioning in de automatische modus wordt ingeschakeld even ver-
traagd.
■ Interieurfilter
→ Blz. 329
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik niet in combinatie met koele lucht bij zeer vochtig weer. Het
verschil tussen de buitentemperatuur en de temperatuur van de voorruit
zorgt ervoor dat de buitenkant van de voorruit beslaat, waardoor het zicht
wordt belemmerd.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de airconditioning niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de
motor niet draait.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 255 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 256 of 464
256
3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming
FT86_EE
Achterruit- en buitenspiegelverwarming
De achterruitverwarming wordt gebruikt om de achterruit te ontwa-
semen. De buitenspiegelverwarming* wordt gebruikt om ijs, dauw en
regendruppels van de spiegels te verwijderen.
Auto's met handmatig bediende airconditioning
Aan/uit
De achterruitverwarming en de
buitenspiegelverwarming wor-
den na ongeveer 15 minuten
automatisch uitgeschakeld.
Auto's met automatische airconditioning
Onderstaande afbeelding heeft betrekking op auto's met linkse
besturing.
De positie van toetsen kan iets afwijken bij auto's met rechtse
besturing.
Aan/uit
De achterruitverwarming en de
buitenspiegelverwarming wor-
den na ongeveer 15 minuten
automatisch uitgeschakeld.
*: Auto's voorzien van buitenspiegelverwarming
86_OM_EE_OM18058E.book Page 256 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM