Page 177 of 464

177
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
OPMERKING
■
Voorkomen van ontlading van de accu
● Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan
zonder dat de motor draait.
● Als het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen)
brandt, is het contact niet UIT. Controleer voordat u uitstapt of het contact
UIT is.
● Auto's met automatische transmissie: Zet de motor niet uit als de selectie-
hendel in een andere stand dan P staat. Als de motor wordt uitgezet terwijl
de selectiehendel in een andere stand staat, wordt het contact niet UIT,
maar in stand ACC gezet. Als het contact in stand ACC blijft staan, kan de
accu ontladen raken.
■ Bij het starten van de motor
● Jaag een nog koude motor nooit op toeren.
● Indien de motor moeilijk aanslaat of vaak afslaat, laat uw auto dan onmid-
dellijk controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Symptomen die kunnen duiden op een storing in de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de startknop niet helemaal gaat
zoals u gewend bent, bijvoorbeeld als de startknop bij het indrukken niet
goed terugkomt, kan dit duiden op een storing. Neem direct contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 177 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 178 of 464

178
2-1. Rijprocedures
FT86_EE
Contactslot (auto's zonder Smar t entr y-systeem en star tknop)
■Starten van de motor
Auto's met automatische transmissie Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
Zet het contact in stand START en start de motor.
Auto's met handgeschakelde transmissie Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand N staat.
Trap het koppelingspedaal stevig in.
Zet het contact in stand START en start de motor.
■ Veranderen van de standen van het contact
UIT
Het stuurwiel is geblokkeerd
en de sleutel kan worden ver-
wijderd. (Auto's met automati-
sche transmissie: de sleutel
kan alleen worden verwijderd
als de selectiehendel in stand
P staat.)
ACC
Sommige elektrische compo-
nenten zoals de accessoire-
aansluiting kunnen worden
gebruikt.
ON
Alle elektrische componenten
kunnen worden gebruikt.
START
Motor starten.
STAP1
STAP2
STAP3
STAP4
STAP1
STAP2
STAP3
STAP4
86_OM_EE_OM18058E.book Page 178 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 179 of 464

179
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
■
Het contact van stand ACC naar UIT zetten
Zet de selectiehendel in de neutraalstand (handgeschakelde trans-
missie) of in stand P (automatische transmissie). (→Blz. 181, 188)
■ Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. ( →Blz. 92)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als het stuurslot niet ontgrendeld kan worden
■ Waarschuwingssysteem sl eutel in contactslot
Wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl het contact in stand ACC of
UIT staat, klinkt er een zoemer die u helpt herinneren dat u de sleutel moet
verwijderen.
■ Direct na het aansluiten van de accuklemmen nadat de accu is vervan-
gen, enzovoort
De motor slaat mogelijk niet aan. Als dit gebeurt, zet dan het contact AAN en
start de motor na ten minste 10 seconden te hebben gewacht. Na het star-
ten van de motor draait deze mogelijk niet constant stationair. Dit duidt ech-
ter niet op een storing.
STAP1
Druk de sleutel dieper in het slot en draai
deze naar UIT.STAP2
Soms kan de sleutel bij het starten moei-
lijk vanuit UIT worden gedraaid. Draai het
stuurwiel enigszins naar links of naar
rechts om het stuurslot te ontgrendelen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 179 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 180 of 464

180
2-1. Rijprocedures
FT86_EE
WAARSCHUWING
■
Bij het starten van de motor
Start de motor alleen als u in de bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gas-
pedaal in terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■ Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zet het contact nooit UIT tijdens het rijden. Als in een noodgeval de motor
moet worden uitgezet terwijl de auto nog rijdt, zet dan het contact in stand
ACC. Als de motor wordt uitgeschakeld tijdens het rijden kan een ongeval
het gevolg zijn. ( →Blz. 430)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan wan-
neer de motor niet draait.
■ Bij het starten van de motor
● Laat de startmotor niet langer dan 10 seconden onafgebroken werken.
Anders kunnen de startmotor en de bedrading oververhit raken.
Zet, als de motor niet start, het contact UIT en probeer de motor opnieuw
te starten na ten minste 10 seconden te hebben gewacht.
● Jaag een nog koude motor nooit op toeren.
● Indien de motor moeilijk aanslaat of vaak afslaat, laat uw auto dan onmid-
dellijk controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 180 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 181 of 464
181
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
Automatische transmissie∗
Kies een schakelstand die past bij de rijomstandigheden.
■Bedienen van de selectiehendel
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Trap, terwijl het contact AAN st aat, het rempedaal in en zet
de selectiehendel in een andere stand.
Breng de auto altijd eerst geheel tot stilstand voordat u schakelt
tussen stand P en D.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Trap, terwijl het contact AAN st aat, het rempedaal in en zet
de selectiehendel in een andere stand.
Breng de auto altijd eerst geheel tot stilstand voordat u schakelt
tussen stand P en D.
: Indien aanwezig
86_OM_EE_OM18058E.book Page 181 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 182 of 464
182
2-1. Rijprocedures
FT86_EE
■
Gebruik van de schakelstanden
*: In stand D kiest het systeem de voor de rijomstandigheden meest
geschikte versnelling. Bij normaal rijden wordt stand D aangeraden.
SchakelstandWeergave instru-mentenpaneelFunctie
PParkeren van de auto/starten van de motor
RAchteruit
NNeutraalstand
D
Normaal rijden in stand D*
(automatisch schakelen tussen de 1e en 6e versnelling)
(paddle shift-schakelaars geactiveerd)
Tijdelijk rijden in hand-
geschakelde modus (→ Blz. 186)
MRijden in handgeschakelde
modus ( →Blz. 184)
86_OM_EE_OM18058E.book Page 182 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 183 of 464
183
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
■
Selecteren van een rijmodus
Wanneer u de schakelpatroonschakelaar indrukt, kunnen de vol-
gende modi worden geselecteerd, afhankelijk van de rijomstan-
digheden:
Normale modus
Sportmodus
Het controlelampje SPORT gaat branden.
Gebruik de sportmodus voor sportief rijden en het rijden in bochtige
berggebieden.
SNOW-modus
Het controlelampje SNOW gaat branden.
Gebruik de SNOW-modus voor het accelereren en rijden op een glad
wegdek, bijvoorbeeld als het gesneeuwd heeft.
Druk op dezelfde zijde van de sc hakelaar om de sportmodus of
SNOW-modus uit te schakelen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 183 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 184 of 464

184
2-1. Rijprocedures
FT86_EE
Rijden in handgeschakelde modus
Zet de selectiehendel in stand M voor de handgeschakelde modus.
Wanneer de schakeladviesindicat or is ingeschakeld, kan de
gewenste versnelling worden geselec teerd met de selectiehendel of
de paddle shift-schakelaars (indien aanwezig).
De schakeladviesindicator helpt de bestuurder om het brandstofver-
bruik en de uitlaatgasemissie binnen de limieten van het motorver-
mogen te verlagen.
Als er wordt opgeschakeld terwijl de rijsnelheid te laag is voor de gewenste
versnelling, wijzigt de versnelling niet.
Indicator opschakelen
Indicator terugschakelen
Opschakelen (+)
Terugschakelen (-)
T
elkens wanneer de selectiehen-
del of paddle shift-schakelaars
worden bediend, wordt er een
versnelling op- of teruggescha-
keld en wordt de geselecteerde
versnelling, 1 t/m 6, ingeschakeld.
De geselecteerde versnelling (1 t/m
6) en M worden weergegeven op de
positie-indicator en schakelbereik-
indicator.
In de handgeschakelde modus wordt onder normale omstandighe-
den uitsluitend geschakeld als de selectiehendel of een van de pad-
dle shift-schakelaars wordt bediend.
In de volgende situaties wordt in de handgeschakelde modus echter
automatisch geschakeld:
● Als de rijsnelheid lager wordt (alleen terugschakelen).
● Wanneer de motorolietemperatuur hoog is en het motortoerental in
de buurt van het rode gebied komt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 184 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM