Page 217 of 464
217
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
Ruitenwissers en -sproeiers
Als de intervalstand wordt geselecteerd, kan het wisinterval worden
gewijzigd.
De werking van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de hendel
als volgt te bewegen:Intervalstand
Lage snelheid ruitenwissers
Hoge snelheid ruitenwis-
sers
Enkele slag
Verlengt het interval van de
wisserwerking
Verkort het interval van de
wisserwerking
86_OM_EE_OM18058E.book Page 217 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 218 of 464

218
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
FT86_EE
■
De ruitenwissers en ruitensproei ers kunnen worden bediend als
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entr y-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■ Als er geen vloeistof uit de ruitensproeiers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en con-
troleer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zijn.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van ruitensproeiervloei-
stof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit
warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht
belemmeren. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
Gelijktijdig inschakelen
ruitensproeiers en ruiten-
wissers
De ruitenwissers zullen auto-
matisch een aantal slagen
maken als de ruitensproeiers
worden ingeschakeld.
Auto's met gasontladingslam-
pen: Als de koplampen aan
zijn en u de hendel naar u toe
getrokken houdt, werken de
koplampsproeiers één keer.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 218 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 219 of 464
219
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
OPMERKING
■
Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de\
voorruit beschadigd kan worden.
■ Als het sproeierreservoir leeg is
Bedien de schakelaar niet omdat anders de ruitensproeierpomp oververhit
kan raken.
■ Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dat geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken
met een naald of iets dergelijks. Hi erdoor kan de sproeierkop beschadigd
raken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 219 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 220 of 464
220
FT86_EE
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
Cruise control∗
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastge-
houden zonder dat hiervoor het gasp edaal hoeft te worden ingetrapt.
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
■ Instellen van de rijsnelheid
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schake-
len.
Het controlelampje cruise con-
trol (groen) gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om
de cruise control uit te schake-
len.
Accelereer of decelereer naar
de gewenste snelheid en druk
de hendel naar beneden om
de snelheid in te stellen.
Het controlelampje SET zal
gaan branden.
De rijsnelheid op het moment
dat de schakelaar wordt losge-
laten, wordt de ingestelde snel-
heid.
STAP1
STAP2
: Indien aanwezig
86_OM_EE_OM18058E.book Page 220 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 221 of 464
221
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
■
Wijzigen van de ingestelde snelheid
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat
de gewenste snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Ruime afstelling: Beweeg de
hendel kort in de gewenste
richting.
Ruime afstelling: Houd de hen-
del in de gewenste richting
gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling (auto's met kilometertellerweergave in km/h): Ongeveer
1 km/h, telkens als de hendel wordt bediend.
Fijnafstelling (auto's met kilometertellerweergave in mph): Ongeveer
1,6 km/h, telkens als de hendel wordt bediend.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of ver-
laagd totdat de hendel wordt losgelaten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 221 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 222 of 464
222
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
FT86_EE
■
De cruise control kan worden gebruikt als
Auto's met automatische transmissie
● De selectiehendel staat in stand D of M en de 2
e of een hogere versnel-
ling is ingeschakeld.
● De rijsnelheid hoger is dan 40 km/h.
Auto's met handgeschakelde transmissie
● De 2
e of een hogere versnelling is ingeschakeld.
● De rijsnelheid hoger is dan 40 km/h.
■ Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsrege-
ling
Door de hendel naar u toe
te trekken wordt de con-
stante-snelheidsregeling
uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt
ook uitgeschakeld als het rem-
pedaal of het koppelings-
pedaal (alleen handgescha-
kelde transmissie) wordt
ingetrapt.
Door de hendel omhoog te
drukken wordt de con-
stante-snelheidsregeling
hervat.
Hervatten van de snelheids-regeling is mogelijk vanaf een
rijsnelheid van ongeveer
32 km/h of meer.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 222 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 223 of 464

223
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
■
Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
● Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie
gaat de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
● De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise con-
trol uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accele-
reren en vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe
snelheid in te stellen.
■ Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen
onderbroken:
● Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 32 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
■ Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig wanneer
In de volgende situaties is er mogelijk een storing aanwezig in het systeem.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Het controlelampje cruise control gaat geel branden.
● Het controlelampje cruise control gaat niet branden, ook al wordt de toets
ON-OFF ingedrukt terwijl de motor draait.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 223 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 224 of 464
224
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
FT86_EE
WAARSCHUWING
■
Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als deze niet wordt
gebruikt.
■ Situaties die niet geschikt zijn vo or gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de controle waardoor een ongeval met
ernstig letsel kan ontstaan.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.
● Tijdens het slepen in een noodgeval
86_OM_EE_OM18058E.book Page 224 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM