Page 57 of 719

2–37
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
i-Size kinderzitjes
Voertuigen voorzien van het
merkteken aan de voorzijde van een achterzittingrugleuning
zijn goedgekeurd voor gebruik van een i-Size kinderzitje.
Volg bij het installeren van een kinderzitje op de achterzitting de instructies van de fabrikant
van het kinderzitje en Gebruik van Iso ¿ x-ankers op pagina 2-40 .
Plaats van merkteken
Een i-Size kinderzitje kan als volgt op de daarvoor geschikte zittingen worden geïnstalleerd:
Voorpassagierszitting Achterzitting (buiten) Achterzitting (midden)
i-Size kinderzitjes X i-U X
Betekenis van de letters die in bovenstaande tabel worden gebruikt:
i-U = Geschikt voor i-Size “universele” voorwaarts en achterwaarts gerichte kinderzitjes.
X = Zitpositie niet geschikt voor i-Size “universele” kinderzitjes.
OPMERKING
Met een i-Size kinderzitje wordt een kinderzitje bedoeld dat voldoet aan de UNECE
129 norm voor de i-Size categorie.
Voertuigen voorzien van het merkteken aan de voorzijde van een
achterzittingrugleuning zijn niet goedgekeurd voor gebruik van een i-Size kinderzitje.
Page 58 of 719

2–38
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Kinderzitjes met veiligheidsgordelbevestiging
Kinderzitjegroep Leeftijdsgroep Gewichtsgroep Ty p e
kinderzitje
Voorpassagierszitting
Achterzitting
(buiten) Achterzitting
(midden) Zonder
deactiverings-
schakelaar
van airbag Met deactiveringsschakelaar
van airbag
O N
(Airbag
ingeschakeld) O F F
(Airbag
uitgeschakeld)
GROEP 0 To t
ongeveer
9 maanden
oud Minder dan
10 kg Babyzitje X X U U X
GROEP 0
To t
ongeveer 2
jaar oud Minder dan
13 kg Babyzitje X X U U X
GROEP 1 Ongeveer
8 maanden
tot 4 jaar
oud 9 kg — 18
kg Peuterzitje UF UF U U X
GROEP 2 Ongeveer
3 tot 7 jaar
oud 15 kg —
25 kg
Juniorenzitje UF UF U U X
GROEP 3 Ongeveer
6 tot 12
jaar oud 22 kg —
36 kg
Juniorenzitje UF UF U U X
Betekenis van de letters die in bovenstaande tabel worden gebruikt:
U = Geschikt voor “universeel” categorie kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
UF = Geschikt voor voorwaarts gerichte “universeel” categorie kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.
X = Zitpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsgroep.
(Overige landen)
Houd u aan de in uw land geldende wettelijke bepalingen betreffende het gebruik van kinderzitjes.
Page 59 of 719

2–39
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Installeren van
kinderzitjes
Ankerplaat
De auto is uitgerust met ankersteunen voor
de bevestiging van kinderzitjes. Bepaal de
plaats van de ankersteunen aan de hand
van de afbeelding.
Als bij het installeren van een kinderzitje
de zitting uitgerust is met een hoofdsteun,
deze verwijderen. Volg altijd de
aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
van het kinderzitje.
Plaats van ankerplaat
Gebruik bij het installeren van een
kinderzitje uitgerust met een spanriem de
aangegeven plaatsen van de ankersteunen.
Voor linksVoor rechts
WAARSCHUWING
Bevestig de spanriem altijd aan het
juiste spanriemverankeringspunt:
Bevestigen van de spanriem aan het
verkeerde spanriemverankeringspunt
is gevaarlijk. Bij een botsing zou
de spanriem los kunnen schieten
waardoor het kinderzitje zou kunnen
losraken. Als het kinderzitje van zijn
plaats schuift, zou dit aan het kind
letsel mogelijk met dodelijke a À oop
kunnen toebrengen.
Verwijder bij het installeren van een
kinderzitje altijd de hoofdsteun:
Het installeren van een kinderzitje
zonder de hoofdsteun te verwijderen is
gevaarlijk. Het kinderzitje kan dan niet
correct geïnstalleerd worden waardoor
het kind bij een botsing letsel kan
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Spanriem
Voorwaarts
Page 60 of 719

2–40
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Installeer altijd de hoofdsteun en stel
deze nadat het kinderzitje is verwijderd
in de juiste positie af:
Rijden zonder de hoofdsteun is
gevaarlijk, aangezien tijdens plotseling
afremmen of een botsing het hoofd van
de inzittende dan niet tegen schokken
is beschermd, wat ernstig of dodelijk
letsel tot gevolg kan hebben.
Zie Hoofdsteun op pagina 2-10 .
Gebruik van de veiligheidsgordel
Volg bij het installeren van een kinderzitje
de gebruiksaanwijzing die bij het product
wordt geleverd.
Bovendien, als de zitting uitgerust is met
een hoofdsteun, deze verwijderen.
Gebruik van Iso ¿ x-ankers
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant
voor het gebruik van het kinderzitje:
Een kinderzitje dat niet is bevestigd,
is gevaarlijk. Bij plotseling stoppen of
een aanrijding zou het kinderzitje van
zijn plaats kunnen schuiven en ernstig
letsel, mogelijk met dodelijke a À oop,
aan het kind of andere inzittenden
kunnen toebrengen. Zorg ervoor dat
het kinderzitje dat u gebruikt goed op
zijn plaats bevestigd wordt volgens de
instructies van de fabrikant.
WAARSCHUWING
Zorg er voor dat het kinderzitje op de
juiste wijze bevestigd wordt:
Een kinderzitje dat niet op zijn
plaats is bevestigd, is gevaarlijk. Bij
plotseling stoppen of een aanrijding
zou het kinderzitje door het interieur
geslingerd kunnen worden en iemand
kunnen raken, hetgeen ernstig letsel
tot gevolg kan hebben. Wanneer u
het kinderzitje niet gebruikt, dit uit de
auto verwijderen, in de bagageruimte
opbergen of tenminste ervoor zorgen
dat het stevig aan de Iso ¿ x-ankers is
vastgemaakt.
Let erop dat er zich geen
veiligheidsgordels of andere
voorwerpen in de nabijheid bevinden
van het kinderzitje dat met Iso ¿ x-
ankers is vastgemaakt:
Het is gevaarlijk wanneer de instructies
van de fabrikant van het kinderzitje bij
het installeren van een kinderzitje niet
worden opgevolgd. Als het kinderzitje
door de veiligheidsgordels of een
ander voorwerp wordt gehinderd
en daardoor niet stevig aan de
Iso ¿ x-ankers bevestigd kan worden
en het kinderzitje verkeerd wordt
geïnstalleerd, zou het kinderzitje bij
plotseling afremmen of een botsing van
zijn plaats kunnen schuiven en ernstig
letsel mogelijk met dodelijke a À oop
aan het kind of andere inzittenden
kunnen toebrengen. Let erop bij het
installeren van een kinderzitje dat er
zich geen veiligheidsgordels of andere
voorwerpen in de nabijheid van de
Iso ¿ x-ankers bevinden. Volg steeds de
instructies van de fabrikant van het
kinderzitje.
Page 61 of 719

2–41
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
1. Stel eerst de voorzitting af om ruimte
te maken tussen het kinderzitje en de
voorzitting (pagina 2-5 ).
2. Let er op dat de rugleuning stevig
vergrendeld is door de rugleuning naar
achteren te duwen totdat deze volledig
vergrendeld is.
3. Trek de naden aan de achterzijde van
het zitkussen een weinig uit elkaar om
de plaatsen van het Iso ¿ x-anker op te
zoeken.
Type A Type B
OPMERKING
De markeringen boven de Iso ¿ x-ankers
geven de plaatsen van de Iso ¿ x-ankers
aan voor de bevestiging van een
kinderzitje.
4. Als de zitting uitgerust is met een
hoofdsteun, deze verwijderen.
Zie Hoofdsteun op pagina 2-10 .
5. Bevestig het kinderzitje met behulp
van de Iso ¿ x-ankers en volg daarbij
de instructies van de fabrikant van het
kinderzitje. 6. Als uw kinderzitje uitgerust is met een
spanriem, betekent dit waarschijnlijk
dat het voor de veiligheid van het kind
van groot belang is de spanriem stevig
te bevestigen. Volg bij het bevestigen
van spanriemen steeds nauwkeurig de
instructies van de fabrikant van het
kinderzitje (pagina 2-39 ).
WAARSCHUWING
Bevestig de spanriem altijd aan het
juiste spanriemverankeringspunt:
Bevestigen van de spanriem aan het
verkeerde spanriemverankeringspunt
is gevaarlijk. Bij een botsing zou
de spanriem los kunnen schieten
waardoor het kinderzitje zou kunnen
losraken. Als het kinderzitje van zijn
plaats schuift, zou dit aan het kind
letsel mogelijk met dodelijke a À oop
kunnen toebrengen.
Page 62 of 719
2–42
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Verwijder bij het installeren van een
kinderzitje altijd de hoofdsteun:
Het installeren van een kinderzitje
zonder de hoofdsteun te verwijderen is
gevaarlijk. Het kinderzitje kan dan niet
correct geïnstalleerd worden waardoor
het kind bij een botsing letsel kan
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Spanriem
Voorwaarts
Installeer altijd de hoofdsteun en stel
deze nadat het kinderzitje is verwijderd
in de juiste positie af:
Rijden zonder de hoofdsteun is
gevaarlijk, aangezien tijdens plotseling
afremmen of een botsing het hoofd van
de inzittende dan niet tegen schokken
is beschermd, wat ernstig of dodelijk
letsel tot gevolg kan hebben.
Zie Hoofdsteun op pagina 2-10 .
Page 63 of 719

2–43
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
*Bepaalde modellen.
Voorzorgsmaatregelen betreffende het aanvullende
beveiligingssysteem (SRS)
De aanvullende beveiligingssystemen (SRS) van de voor- en zijkant omvatten verschillende
typen airbags. Ga na met welke soorten airbags uw auto is uitgerust door de plaatsen
met de aanduiding “SRS AIRBAG” op te zoeken. Deze indicators zijn zichtbaar op de
plaats waar de airbags ingebouwd zijn.
De airbags zijn op de volgende plaatsen ingebouwd:
De stuurwielnaaf (bestuurderszijde-airbag)
Het dashboard aan de passagierszijde (passagierszijde-airbag)
De buitenste zijden van de rugleuningen van de voorzittingen (zij-airbags) *
De voorruit- en achterruitstijlen en de dakrand langs beide zijden (gordijn-airbags) *
De aanvullende beveiligingssystemen van de airbags zijn bestemd voor het verlenen van
aanvullende bescherming in bepaalde situaties, zodat het gebruik van de veiligheidsgordels
op de volgende manieren altijd van belang is:
Zonder gebruik van de veiligheidsgordels kunnen de airbags geen voldoende bescherming
bieden tijdens een aanrijding. Gebruik van de veiligheidsgordels is van belang voor:
De passagier van een zich opblazende airbag vandaan te houden.
De kans op letsel tijdens een aanrijding waarbij de airbag niet wordt opgeblazen te
verminderen, zoals bij: over de kop slaan of aanrijdingen vanaf de achterzijde.
De kans op letsel te verminderen tijdens frontale, bijna frontale botsingen of aanrijdingen
vanaf de zijkant die niet ernstig genoeg zijn om de airbags op te blazen.
De kans om uit het voertuig te worden geslingerd te verminderen.
Vermindering van de kans op letsel aan het onderlichaam en benen tijdens een aanrijding,
aangezien de airbags voor deze lichaamsdelen geen bescherming bieden.
De bestuurder in een positie te houden waarbij een betere controle over de auto mogelijk
is.
Een kind dat te klein is om gebruik te kunnen maken van een veiligheidsgordel dient op de
juiste wijze beveiligd te worden via het gebruik van een kinderzitje (pagina 2-24 ).
Bepaal nauwkeurig welk kinderzitje voor uw kind noodzakelijk is en volg zowel de
richtlijnen voor installatie in dit instructieboekje als de instructies van de fabrikant van het
kinderzitje.
Page 64 of 719

2–44
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
In auto's uitgerust met airbags dienen veiligheidsgordels gedragen te worden:
Het uitsluitend vertrouwen op de airbags voor bescherming tijdens een aanrijding
is gevaarlijk. Airbags alleen kunnen geen ernstig letsel voorkomen. De betreffende
airbags worden uitsluitend opgeblazen bij het eerste ongeval, zoals een frontale, bijna
frontale of zijdelingse botsing met een gematigde of grotere kracht. De inzittenden
dienen dus altijd hun veiligheidsgordels te dragen.
Kinderen mogen niet meerijden op de voorpassagierszitting:
Het plaatsen van een kind van 12 jaar of jonger op de voorzitting is gevaarlijk. In het
geval een airbag geactiveerd wordt, zou het kind ernstig of zelfs dodelijk letsel kunnen
oplopen. Een slapend kind is geneigd tegen een portier te leunen en loopt daardoor
meer risico bij een gematigde botsing aan de voorpassagierszijde van het voertuig
door de zij-airbag geraakt te worden. Bevestig een kind van 12 jaar of jonger voor
zover mogelijk steeds op de achterzittingen en maak daarvoor gebruik van het juiste
kinderzitje overeenkomstig de leeftijd en de grootte van het kind.
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een achterwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting welke voorzien is van een airbag die geactiveerd zou kunnen
worden:
Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde
door een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag
geraakt worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind
ernstig of dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Als uw auto uitgerust is met een
deactiveringsschakelaar voor de voorpassagiersairbag, bij het installeren van een
achterwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting de schakelaar altijd in de
stand OFF zetten.