Page 97 of 719

3–15
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
Vergrendelen, ontgrendelen met de
sleutel
Alle portieren en de achterklep worden
automatisch vergrendeld wanneer het
bestuurdersportier met behulp van de
hulpsleutel vergrendeld wordt. Deze
worden alle ontgrendeld wanneer het
bestuurdersportier met behulp van de
hulpsleutel ontgrendeld wordt.
Draai voor vergrendeling de hulpsleutel
naar de voorzijde van de auto en draai
voor ontgrendeling de hulpsleutel naar de
achterzijde van de auto.
VergrendelenOntgrendelen
Dubbel
portiervergrendelingssysteem *
Het dubbele portiervergrendelingssysteem
voorkomt dat iemand die in uw wagen
heeft ingebroken de portieren vanaf de
binnenzijde kan openen.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
in het geval u problemen heeft met het
dubbele portiervergrendelingssysteem.
WAARSCHUWING
Nooit het dubbele
portiervergrendelingssysteem in
werking stellen wanneer er zich nog
passagiers, vooral kinderen, in de
wagen bevinden:
Het is gevaarlijk als het systeem
wordt geactiveerd terwijl er zich
passagiers, vooral kinderen, in de
wagen bevinden. De passagiers kunnen
de portieren niet vanaf de binnenzijde
openen. Zij zouden opgesloten raken
en blootgesteld kunnen worden aan
extreme temperaturen. Dit kan ernstig
letsel, mogelijk met dodelijke a À oop tot
gevolg hebben.
Activeren van het systeem
1. Sluit alle ramen en het schuifdak
* .
2. Zet het contact op uit en neem de
sleutel met u mee.
3. Sluit alle portieren en de achterklep.
Page 98 of 719

3–16
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
4. Steek de hulpsleutel in het
bestuurdersportier, draai de
hulpsleutel naar de vergrendelstand
en draai deze naar de middenpositie
terug. Vervolgens de sleutel binnen
3 seconden nogmaals naar de
vergrendelstand draaien.
Vergrendelstand
Middenpositie
OPMERKING
U kunt het systeem ook activeren
door de vergrendeltoets op de zender
binnen 3 seconden tweemaal in te
drukken.
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
U kunt het systeem ook activeren
door de verzoekschakelaar binnen 3
seconden tweemaal in te drukken.
5. Het indicatielampje gaat gedurende
ongeveer 3 seconden branden om aan
te geven dat het systeem geactiveerd is.
OPMERKING
Het systeem kan niet worden
geactiveerd wanneer een van de
portieren of de achterklep open is.
Buiten werking stellen van het systeem
Ontgrendel het bestuurdersportier of zet
het contact op ON.
OPMERKING
Als de stroomvoorziening is
onderbroken (zekering is doorgesmolten
of de accu is losgekoppeld), kan het
systeem enkel buiten werking gesteld
worden door een van de portieren met
de hulpsleutel te ontgrendelen.
Page 99 of 719

3–17
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Vergrendelen, ontgrendelen met de
verzoekschakelaar (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Alle portieren en de achterklep kunnen
vergrendeld/ontgrendeld worden door de
verzoekschakelaar op de voorportieren
in te drukken wanneer u de sleutel bij u
draagt.
De verzoekschakelaar op de achterklep
kan alleen worden gebruikt voor het
vergrendelen van alle portieren en de
achterklep.
Voorportieren
Verzoekschakelaar
Achterklep (Alleen vergrendelen)
Verzoekschakelaar
Vergrendelen
Druk voor het vergrendelen van
de portieren en de achterklep
op de verzoekschakelaar en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
eenmaal knipperen.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt eenmaal een pieptoon gegeven.
Ontgrendelen
Druk voor het ontgrendelen van de
portieren en de achterklep op de
verzoekschakelaar op een voorportier en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt tweemaal een pieptoon gegeven.
Page 100 of 719