2016 MAZDA MODEL CX-3 Handleiding (in Dutch)

Page 625 of 719

MAZDA MODEL CX-3 2016  Handleiding (in Dutch) 7–25
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
 WAARSCHUWING
 De wielmoeren moeten daarom steeds 
op correcte wijze stevig aangetrokken 
worden: 
 Wielmoeren die onjuist of onvoldoende 
zijn aang

Page 626 of 719

MAZDA MODEL CX-3 2016  Handleiding (in Dutch) 7–26
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
                S t a r t e n   m e t   e e n   h u l p a c c u
              Starten  met  een  hulpaccu  kan  gevaarlijk  zijn  wanneer  dit

Page 627 of 719

MAZDA MODEL CX-3 2016  Handleiding (in Dutch) 7–27
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
 WAARSCHUWING
 Sluit de negatieve kabel aan op een geschikt massapunt op afstand van de accu: 
 Het aansluiten van het uiteinde van de tweede

Page 628 of 719

MAZDA MODEL CX-3 2016  Handleiding (in Dutch) 7–28
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
     1.   Verwijder  het  accudeksel.
   
 
 
   2.   Controleer of de hulpaccu 12 V is en 
of de negatieve pool daarvan met de 
massa verbond

Page 629 of 719

MAZDA MODEL CX-3 2016  Handleiding (in Dutch) 7–29
Als er zich een probleem voordoet
Starten in noodgevallen
              Starten  van  een  verzopen 
motor (SKYACTIV-G 2.0)
            Indien  de  motor  weigert  te  starten, 
bestaat de kans

Page 630 of 719

MAZDA MODEL CX-3 2016  Handleiding (in Dutch) 7–30
Als er zich een probleem voordoet
Starten in noodgevallen
 Leegraken  van 
de brandstoftank 
(SKYACTIV-D 1.5)
 OPGELET
 Probeer de motor niet langer dan telkens 
30 seconden achtereen te starte

Page 631 of 719

MAZDA MODEL CX-3 2016  Handleiding (in Dutch) 7–31
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
                O v e r v e r h i t t i n g
    Indien  het  waarschuwingslampje  voor 
hoge motorkoelvloeistoftemperatuur gaat 
branden, de aut

Page 632 of 719

MAZDA MODEL CX-3 2016  Handleiding (in Dutch) 7–32
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
   6.   Controleer  of  de  koelventilator  draait 
en zet vervolgens de motor stop nadat 
de temperatuur gedaald is.
   7.   Controleer nadat d