Page 321 of 692
3214-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
■Schermbeschrijving
Voertuighartlijn
De lijn geeft naar schatting het midden van de auto boven de grond aan.
Voertuigbreedtereferentielijn
Deze lijn geeft een richting aan wanneer de auto achteruit wordt ingeparkeerd.
De weergegeven breedte is groter da n de werkelijke breedte van de auto.
De lijn is in lijn met de geschatte koer slijnen wanneer het stuurwiel recht staat.
Geschatte koerslijnen
De lijnen tonen een geschatte koers wanneer het stuurwiel wordt gedraaid.
Afstandslijn
De lijn beweegt, samen met de geschatte koerslijnen, synchroon met het stuurwiel.
De lijn toont punten op ongeveer 0,5 m (rood) en ongeveer 1 m (geel) van het
midden van de bumperrand.
Afstandslijn
De lijn toont de afstand acht er de auto, een punt op ongeveer 0,5 m (blauw) van
de bumperrand.
Weergavemodus geschatte koerslijn
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 321 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 322 of 692
3224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
■Bediening bij parkeren
Bij parkeren in een ruimte in tegengesteld e richting van de richting in de hier-
onder beschreven procedure zijn de stuurhandelingen ook in tegengestelde
richting.
Zet de selectiehendel in stand R.
Draai het stuurwiel dusdanig dat
de geschatte koerslijnen zich bin-
nen het parkeervak bevinden en
rijd langzaam achteruit.Parkeervak
Geschatte koerslijnen
Draai, als de achterzijde van de
auto zich in het parkeervak
bevindt, het stuurwiel zodanig dat
de voertuigbreedtereferentielij-
nen zich tussen de linker en rech-
ter scheidslijnen van het
parkeervak bevinden. Voertuigbreedtereferentielijn
1
2
1
2
3
3
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 322 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 323 of 692

3234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Zet als de voertuigbreedtereferentielijn en en de lijnen van het parkeervak
parallel liggen het stuurwiel recht en r ijd langzaam achteruit totdat de auto
geheel in het parkeervak staat.
Breng de auto op een geschikte plaats tot stilstand en beëindig het parke-
ren.
■Schermbeschrijving
Voertuigbreedtereferentielijnen
Deze lijnen geven een richting aan wanneer de auto achteruit wordt inge-
parkeerd. De weergegeven breedte is groter dan de werkelijke breedte
van de auto.
Parking Assist-hulprijlijnen
Deze lijnen geven het pad aan van de kleinst mogelijke bocht achter de
auto.
Deze lijnen geven ook bij benadering de stand van het stuurwiel tijdens het
parkeren aan.
Afstandslijn
Deze lijn (rood) geeft punten op on geveer 0,5 m achter de achterbumper
van uw auto weer.
Voertuighartlijn
De lijn geeft naar schatting het midd en van de auto boven de grond aan.
Weergavemodus Parking Assist-hulprijlijn
4
5
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 323 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 324 of 692
3244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
■Bediening bij parkeren
Bij parkeren in een ruimte in tegengesteld e richting van de richting in de hier-
onder beschreven procedure zijn de stuurhandelingen ook in tegengestelde
richting.
Zet de selectiehendel in stand R.
Rijd achteruit tot de Parking
Assist-hulprijlijn de hoek van de
linker scheidslijn van het parkeer-
vak raakt.Parking Assist-hulprijlijn
Scheidslijn parkeervak
Draai het stuurwiel geheel naar re chts en rijd langzaam achteruit.
Zet als de auto parallel in het parkeervak staat het stuurwiel recht en rijd
langzaam achteruit totdat de auto geheel in het parkeervak staat.
Breng de auto op een geschikte plaats tot stilstand en beëindig het parke-
ren.
1
2
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 324 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 325 of 692
3254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
■Gebied dat op het scherm wordt weergegeven
De Parking Assist Monitor geeft,
vanaf de achterbumper, een beeld
weer van het gebied achter de auto.
Het beeld van de Lexus Parking
Assist Monitor kan worden aange-
past. (→Blz. 383)
• Het gebied dat op het scherm wordt
weergegeven, is afhankelijk van de
stand van de auto.
• De camera kan geen objecten signa- leren die zich te dicht bij de hoeken
van de bumper of onder de bumper
bevinden.
• De camera is voorzien van een spe-
ciale lens. De afstand op het beeld op
het scherm wijkt af van de werkelijke
afstand.
• Objecten die zich op een hogere plaats bevinden dan de camera, wor-
den mogelijk niet weergegeven op
het scherm.
Voorzorgsmaatregelen voor Lexus Parking Assist Monitor
Hoeken van de bumper
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 325 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 326 of 692

3264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
■Camera Lexus Parking Assist Monitor
De camera van de Parking Assist
Monitor bevindt zich boven de ken-
tekenplaat.
●Gebruik van de camera
Als er vuil of verontreinigingen (zoa ls waterdruppels, sneeuw, modder,
enz.) op de camera zit, kan deze geen duidelijk beeld overbrengen. Spoel
hem in dit geval af met een grote hoeveelheid water en veeg de camera-
lens af met een zachte, natte doek.
■Verschillen tussen de schermw eergave en de werkelijke weg
De afstandslijnen en voertuigbreedt ereferentielijnen staan mogelijk niet
geheel parallel aan de zijlijnen van het parkeervak, ook al lijkt dit wel zo. Con-
troleer dit visueel.
De ruimtes tussen de voertuigbreedtereferentielijnen en de linker en rechter
zijlijn van het parkeervak zijn mogelijk niet gelijk aan elkaar, ook al lijkt dit wel
zo. Controleer dit visueel.
De afstandslijnen geven een indicatie va n de afstanden op een vlakke onder-
grond. In elk van de volgende gevallen is er sprake van een foutmarge tussen
de rijlijnen op het scherm en de werkelijke afstand/koers op de weg.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 326 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 327 of 692
3274-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
●Wanneer zich achter de auto een steile helling omhoog bevindt
De afstandslijnen geven een
afstand dichter bij de auto aan
dan in werkelijkheid het geval is.
Objecten lijken zich daarom ver-
der van de auto te bevinden dan
in werkelijkheid het geval is. Om
dezelfde reden bestaat er een
foutmarge tussen de rijlijnen en
de werkelijke afstand/koers op de
weg.
●Wanneer zich achter de auto een steile helling omlaag bevindt
De afstandslijnen geven een
afstand verder van de auto van-
daan aan dan in werkelijkheid het
geval is. Objecten lijken zich
daarom dichter bij de auto te
bevinden dan in werkelijkheid het
geval is. Om dezelfde reden
bestaat er een foutmarge tussen
de rijlijnen en de werkelijke
afstand/koers op de weg.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 327 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 328 of 692

3284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
●Als een deel van de auto enigszins in de veren zakt
Als een deel van de auto enigs-
zins in de veren zakt door het
aantal passagiers of de verdeling
van de bagage, is er sprake van
een foutmarge tussen de rijlijnen
op het scherm en de werkelijke
afstand/koers op de weg.
■Bij het naderen van driedimensionale objecten
De geschatte koerslijnen zijn gericht op vlakke objecten (zoals de weg). Met
de geschatte koerslijnen en afstandslijnen kan de positie van driedimensio-
nale objecten (zoals voertuigen) niet worden bepaald. Let bij het naderen van
een uitstekend driedimensionaal obje ct (zoals de laadbak van een vracht-
auto) op het volgende.
●Geschatte koerslijnen
Controleer visueel de omgeving
en het gebied achter de auto. In
de situatie in de afbeelding lijkt de
vrachtwagen buiten de geschatte
koerslijnen te zijn en lijkt het alsof
de auto de vrachtwagen niet zal
raken. Toch kan de achterzijde
van de vrachtwagen zich boven
de geschatte koerslijnen bevin-
den. Als u in werkelijkheid achter-
uitrijdt volgens de geschatte
koerslijnen, zal de auto de vracht-
wagen mogelijk raken.
Een foutmarge
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 328 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM