Page 241 of 692
2414-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
■Dimlicht inschakelen
Trek de hendel in de oorspronkelijke
stand.
Het controlelampje van het Automa-
tic High Beam-systeem dooft.
Duw de hendel van u af om het Auto-
matic High Beam-systeem weer in te
schakelen.
■Grootlicht inschakelen
Druk de schakelaar van het Auto-
matic High Beam-systeem in.
Het controlelampje van het Automa-
tic High Beam-systeem dooft en het
controlelampje van het grootlicht
gaat branden.
Druk de schakelaar in om het Auto-
matic High Beam-systeem weer in te
schakelen.
Handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book Page 241 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 242 of 692

2424-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53D89E)
■Voorwaarden voor het automatisch in- en uitschakelen van het grootlicht
●Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het grootlicht automa-
tisch ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
• De rijsnelheid is ongeveer 40 km/h of hoger.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorligge rs met ingeschakelde koplampen of achter-
lichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
●Als aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 30 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten ingeschakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het grootlic ht mogelijk niet automatisch uitgeschakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers niet kunne n worden gesignaleerd als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen in de rechter tegemoetkomende rijstrook op een
brede weg
• Wanneer de verlichting van tegenliggers of voorliggers niet is ingeschakeld
●Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld als een tegenligger wordt gesignaleerd
die zijn mistlampen aan heeft terwijl de koplampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte billboards en andere reflecterend e objecten wordt mogelijk geschakeld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk ingeschakeld.
●De volgende factoren kunnen va n invloed zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en voorliggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger ee n voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercent age, bochten, toestand van het wegdek,
enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage in de auto
●Het grootlicht wordt mogelijk onve rwacht in- of uitgeschakeld.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 242 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 243 of 692

2434-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
●Fietsen of vergelijkbare voertuigen worden mogelijk niet gesignaleerd.
●In de volgende situaties kan het systeem de helderheid van het omgevingslicht mogelijk
niet juist signaleren. Hierdoor blijven de di mlichten mogelijk branden of gaat het groot-
licht knipperen of worden voetgangers, tege nliggers of voorliggers verblind. Als dat
het geval is, moet handmatig geschakeld worden tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij rijden in slecht weer (zware rege nval, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Als het zicht door de voorruit wordt be lemmerd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
• Als de camerasensor vervormd of vuil is
• Als de temperatuur van de camerasensor extreem hoog is
• Als de helderheid van het omgevingslicht overeenkomt met die van koplampen, achterlichten of mistlampen
• Als de koplampen of achterlichten van t egenliggers of voorliggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebb en of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dale nde wegen wordt gereden, of
over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp , zoals een verkeersbord of spiegel, voor
de auto bevindt
• Als de achterzijde van een voorligger st erk spiegelend is, zoals een container op
een truck
• Als de koplampen van de auto beschadigd of vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto naar één kant overhelt door bijvoorbeeld een lekke band, of aan de ach-
terzijde wat lager ligt doordat een aanhangwagen is aangekoppeld, enz.
• Als herhaaldelijk op een ab normale manier wordt geschakeld tussen grootlicht en
dimlicht
• Als de bestuurder meent da t het grootlicht mogelijk knippert of voetgangers of
andere bestuurders verblindt
• Als de auto wordt gebruikt in een gebied waar men aan de andere kant van de weg rijdt. Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor rechtsrijdend verkeer in een gebied voor
linksrijdend verkeer of vice versa
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 243 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 244 of 692
2444-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53D89E)
Schakelt het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien, wordt het mistachterlicht uitge-
schakeld.
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
De koplampen of parkeerlicht en voor zijn ingeschakeld.
Schakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige rijomstandighe-
den, zoals bij regen of mist.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 244 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 245 of 692
2454-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Bedien de hendel als volgt om de ruitenwissers te bedienen. De hendel keert
direct na bediening terug in zijn oorspronkelijke positie.
Ruitenwissers met intervalafstelling
Beweeg de hendel 2 stappen
omhoog
Beweeg de hendel 1 stap
omhoog
Beweeg de hendel 1 stap
omlaag
Beweeg de hendel 2 stappen
omlaag
Ruitenwissers en -sproeiers
Bedienen van de ruitenwisserhendel
1
2
3
4
UitEnkele slagEnkele slagIntervalwerkingHoge snelheid
IntervalwerkingUitUitLage snelheidHoge snelheid
Lage snelheidUitIntervalwerkingHoge snelheidHoge snelheid
Hoge snelheidUitLage snelheidBlijft gelijkBlijft gelijk
Status
vóór
bediening
Bediening
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 245 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 246 of 692
2464-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53D89E)
Het wisinterval kan worden gewijzigd als de intervalstand wordt geselecteerd.
Verkort het interval van de wisser-
werking
Verlengt het interval van de wisser-
werking
Het interval van de ruitenwissers voor
wordt verkort naarmate de rijsnelheid
hoger wordt.
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproei-
ers worden ingeschakeld.
Als het contact AAN staat, de koplam-
pen zijn ingeschakeld en u de hendel
naar u toe trekt, werken de koplamp-
sproeiers één keer. Daarna werken de
koplampsproeiers elke vijfde keer dat u
de hendel naar u toe trekt.
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 246 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 247 of 692

2474-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Ruitenwissers met regensensorBeweeg de hendel 2 stappen
omhoog
Beweeg de hendel 1 stap
omhoog
Beweeg de hendel 1 stap
omlaag
Beweeg de hendel 2 stappen
omlaag
Aan/uit-schakelaar AUTO-
modus
In de AUTO-modus beginnen de rui-
tenwissers automatisc h te wissen als de
sensor signaleert dat het regent. De wis-
snelheid wordt automatisch afgestemd
op de hoeveelheid neerslag en de rij-
snelheid.
Het controlelampje van de AUTO-modus gaat branden wanneer de AUTO-modus
wordt geselecteerd.
*1: Na een enkele slag keert de functie weer terug naar de AUTO-modus.
*2: De AUTO-modus wordt geannuleerd.
Controle-
lampje
1
2
3
4
5
UitEnkele slagEnkele slagLage
snelheidHoge
snelheid
Lage
snelheidUitUitHoge
snelheidHoge
snelheid
Hoge
snelheidUitLage
snelheidBlijft gelijkBlijft gelijk
AUTO- modusInterval-werking
Uit
Enkele
slag
*1Lage
snelheid
*2Hoge
snelheid
*2
ContinuBlijft gelijk
Bediening
Status
vóór
bediening
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 247 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 248 of 692

2484-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53D89E)
Als de AUTO-modus is geselecteerd, kan de gevoeligheid van de sensor als
volgt worden afgesteld door aan de schakelaarring te draaien:
Verhoogt de gevoeligheid
Verlaagt de gevoeligheid
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproei-
ers worden ingeschakeld.
Als het contact AAN staat, de koplam-
pen zijn ingeschakeld en u de hendel
naar u toe trekt, werken de koplamp-
sproeiers één keer. Daarna werken de
koplampsproeiers elke vijfde keer dat u
de hendel naar u toe trekt.
De ruitenwissers kunnen worden gebruikt als ruitenwissers met intervalregeling,
die werken ongeacht de rijsnelheid of de hoeveelheid regendruppels. Er kan tus-
sen de functies van de ruitenwissers met intervalregeling worden overgescha-
keld wanneer de auto stilstaat en de ruit enwissers zijn uitgeschakeld. De werking
van de ruitenwissers kan niet worden gewijzigd wanneer de AUTO-modus of de
intervalregeling is ingeschakeld.
Houd ingedrukt totdat het con-
trolelampje van de AUTO-modus
ophoudt met knipperen.
Als ingedrukt wordt gehouden tot-
dat het controlelampje van de AUTO-
modus ophoudt met knipperen, keert het
systeem terug naar de vorige situatie.
Er kan tussen de functies van de ruiten-
wissers worden overgeschakeld wan-
neer de auto stilstaat en de ruitenwis-
sers zijn uitgeschakeld.
6
7
8
Overschakelen tussen de functie ruitenwissers met intervalregeling of
met regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 248 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM