Page 297 of 692
2974-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON/OFF gedurende ten
minste 1,5 seconden ingedrukt wordt
gehouden, schakelt het systeem over op
de constante-snelheidsregelmodus.
(→ Blz. 301)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (hoger dan
ongeveer 50 km/h) en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid op
te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Instellen van de rijsnelheid (afstandsregelmodus)
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 297 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 298 of 692

2984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de gewenste
snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel kort in
de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
omhoog of omlaag om de snelheid te
wijzigen en laat hem los als de
gewenste snelheid is bereikt.
Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, wordt de ingestelde snelheid als
volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2, telkens als de hendel wordt
bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)
*1 of 5 mph (8 km/h)*2 zolang de
hendel wordt vastgehouden
In de constante-snelheidsregelmodus (→ Blz. 301) wordt de ingestelde snelheid
als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de hendel wordt
bediend
Ruime afstelling: Zolang de hendel wordt vastgehouden, wordt de snelheid gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 298 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 299 of 692

2994-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Door de schakelaar in te drukken
wordt de tussenafstand als volgt gewij-
zigd:
Lang
Gemiddeld
Kort
De tussenafstand wordt automatisch op
lang ingesteld als het contact AAN
wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool voor een voorligger ook weergege-
ven.
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekening mee dat de
aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelheid van 80 km/h. De tus-
senafstand is afhankelijk van de rijsnelheid.
Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingetrapt.
Als u de hendel omhoog drukt,
wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde snelheid hervat.
De cruise control wordt echter niet her-
vat wanneer de rijsnelheid ongeveer 40
km/h of lager is.
Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Symbool
voorligger
1
2
3
Instellingen tussenafstand (afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTu s s e n a f s t a n d
LangOngeveer 50 m
GemiddeldOngeveer 40 m
KortOngeveer 30 m
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 299 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 300 of 692
3004-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control
niet mogelijk is, zal het scherm gaan
knipperen en een zoemer klinken om
de bestuurder te waarschuwen. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren als een andere
bestuurder vóór u invoegt terwijl u een
voorligger volgt. Trap het rempedaal in
om voldoende afstand tot uw voorlig-
ger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen gegeven als
de tussenafstand klein is.
●Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de snelheid
van uw eigen auto
●Als de voorligger extreem langzaam rijdt
●Direct nadat de snelheid van de cruise control is ingesteld
●Bij het intrappen van het gaspedaal
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 300 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 301 of 692

3014-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Wanneer de constante-snelheidsregeling is geselecteerd, blijft de auto met een
ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te regelen. Selecteer deze
modus alleen wanneer de afstandsregelm odus niet goed werkt als gevolg van
een vuile radarsensor, enz.
Houd, terwijl de cruise control is uit-
geschakeld, de toets ON/OFF ten
minste 1,5 seconde ingedrukt.
Direct nadat de toets ON/OFF is inge-
drukt, gaat het cont rolelampje Dynamic
Radar Cruise Control branden. Vervol-
gens gaat het controlelampje cruise
control branden.
Overschakelen naar de constante-snel-
heidsregelmodus is alleen mogelijk als
de hendel wordt bediend terwijl de
cruise control uit staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (hoger dan
ongeveer 50 km/h) en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid op
te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →Blz. 298
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →Blz. 299
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 301 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 302 of 692

3024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
■De Dynamic Radar Cruise Control kan worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
●Schakelbereik 4 of hoger of stand D is gese lecteerd met de paddle shift-schakelaar.
●De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 50 km/h.
■Accelereren na het instel len van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto weer rijden
met de ingestelde snelheid. Al s de afstandsregelmodus is ingeschakeld, neemt de rijsnel-
heid echter mogelijk af tot on der de ingestelde snelheid, zodat de afstand tot de voorlig-
ger gehandhaafd blijft.
■Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situaties.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
●Als de SNOW-modus is ingeschakeld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-systeem is geactiveerd.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 302 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 303 of 692

3034-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
■Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt au tomatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
●Pre Crash Brake-systeem is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende Lexu s-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor Dynamic Radar Cruise Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden extra moet opletten.
Lees de op het multi-informatiedisplay we ergegeven waarschuwingsmelding en volg de
aanwijzingen op.
■Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signa-
leert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het rempedaal
wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gaspedaal wanneer moet
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 300) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achterz ijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen wate r of sneeuw de signalering door de sen-
sor hindert
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 303 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 304 of 692
3044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
■Omstandigheden waaronder de afstandsre gelmodus mogelijk niet goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert, werkt het
systeem mogelijk niet goed.
●Als uw voorligger plotseling decelereert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt is
(omdat er zware lading in de bagageruimte
vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken erg
smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uitvoe-
ren of frequent van rijstrook wisselt
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 304 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM