Page 289 of 692

2894-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Nadat een verkeersbord door de cameras ensor is herkend, wordt het op het
multi-informatiedisplay weergegeven wanneer de auto het verkeersbord pas-
seert.
●Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal 3
verkeersborden worden weergege-
ven. ( →Blz. 111)
●Wanneer andere informatie dan van
het ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, wordt een verkeers-
bord met de snelheidslimiet of een
verkeersbord voor einde van alle
verboden weergegeven. ( →Blz. 111)
Er wordt geen verkeersbord voor
een inhaalverbod of met de snel-
heidslimiet met ee n aanvullend teken
weergegeven. Als er echter andere
verkeersborden dan die met de
maximaal toegestane snelheid wor-
den herkend, worden deze trapsge-
wijs weergegeven onder het
verkeersbord met de maximaal toe-
gestane snelheid.
Weergave op het multi-informatiedisplay
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 289 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 290 of 692
2904-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
De volgende soorten verkeersborden, inclusief elektronische verkeersborden
en knipperende verkeersborden, worden herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van Wenen voldoende) of recentelijk geïntrodu-
ceerde verkeersborden worden mogelijk niet herkend.
Soorten herkende verkeersborden
SoortMulti-informatiedisplay
Begin/einde snelheidslimiet
Snelheidslimiet met aanvullend teken
(Gelijktijdig met snel-
heidslimiet weerge- geven)
(Voorbeeld display)
Nat
Regen
IJs
Oprit/afrit*1
Er is een aanvullend teken
(Inhoud wordt niet herkend)
Begin/einde inhaalverbod
Verboden in te rijden*2
Einde alle verboden
(Einde van alle verboden. Terugkeer naar de standaard verkeersregelgeving.)
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 290 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 291 of 692

2914-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
*1: Als de richtingaanwijzers bij het wisselen va n rijstrook niet worden bediend, wordt het
teken niet weergegeven.
*2: Auto's met navigatiesysteem
In de volgende situaties waarschuwt het RSA-systeem de bestuurder m.b.v. een
waarschuwingsdisplay.
●Wanneer de rijsnelheid de drempelwaarde voor de snelheidswaarschuwing
in relatie tot de maximumsnelheid op he t op het multi-informatiedisplay weer-
gegeven verkeersbord overschrijdt, verandert de kleur van het verkeersbord.
●Als wordt gesignaleerd dat uw auto een ander voertuig inhaalt terwijl er een
verkeersbord voor een inhaalverbod wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay, gaat het verkeersbord knipperen.
●Auto's met navigatiesysteem: Als het RSA-systeem een verkeersbord voor
verboden in te rijden he rkent en signaleert dat de bestuurder het inrijverbod
negeert op basis van de kaartinformatie van het navigatiesysteem, knippert
het verkeersbord voor verboden in te rijden.
Afhankelijk van de situatie wordt de verk eerssituatie (richting en snelheid van het
verkeer en hoeveelheid verkeer) mogelijk niet goed gesignaleerd en werkt het
waarschuwingsdisplay mogelijk niet goed.
■Automatisch uitschakelen van weergave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer verkeersborden automatisch uitgescha-
keld.
●Een nieuw verkeersbord wordt over een bepaalde afstand niet herkend.
●De weg verandert als gevolg van een afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie mogeli jk niet goed werkt of niet goed signa-
leert
In de volgende situaties werkt de RSA niet normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersborden weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
●De camerasensor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de voorruit in de buurt van de camerasensor.
●Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist, sneeuw of
zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, en z. dringt de camerasensor binnen.
●Het verkeersbord is vuil, vervaagd, gekanteld of krom of, in geval van een elektronisch
verkeersbord, het contrast is slecht.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel telijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
Waarschuwingsscherm
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 291 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 292 of 692

2924-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
●Het verkeersbord is alleen korte t ijd zichtbaar voor de camerasensor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwiss eling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, staat dit bord we l direct na een vertakking van de snelweg
of bij een aangrenzende rijstrook ne t voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
●Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de snel heidslimiet voor parallelwegen gesigna-
leerd en weergegeven (wanneer deze in he t zicht van de camerasensor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de maxi maal toegestane snelheid voor afslagen
van rotondes gesignaleerd en weergegeven (w anneer deze in het zicht van de camera-
sensor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
■Rijden in een land met een andere eenheid voor snelheid
Aangezien de RSA verkeersborden herkent aan de hand van de ingestelde eenheid
voor snelheid, is het noodzakelijk om de in gestelde eenheid van het instrumentenpaneel
te wijzigen. Stel de ingestelde eenheid van het instrumentenpaneel in op de eenheid van
snelheid van de verkeersborden op de actuele locatie. (→ Blz. 657)
■In-/uitschakelen van het systeem
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd gezet terwijl er een verkeersbord met de maxi-
maal toegestane snelheid op het multi-informatiedisplay werd weergegeven, wordt dat-
zelfde verkeersbord weer weergegeven wanneer het contact AAN wordt gezet.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de drem pelwaarde voor de waarschuwing voor te
hard rijden) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →Blz. 119)
Selecteer op he
t instelscherm
( → Blz. 111)
Druk op op het stuurwiel.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 292 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 293 of 692
2934-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert en decelereert de
auto automatisch overeenkomstig de vera nderingen in snelheid van de voorlig-
ger, zelfs wanneer het gaspedaal niet word t ingetrapt. In de constante-snelheids-
regelmodus rijdt de auto met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control op autowegen en snelwegen.
●Afstandsregelmodus ( →Blz. 296)
●Constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 301)
Toets tussenafstand
Display
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control∗
∗
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 293 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 294 of 692

2944-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
WA A R S C H U W I N G
■Voor het gebruik van de Dynamic Radar Cruise Control
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder ve rantwoordelijk. Vertrouw niet alleen op het
systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op de omgeving te letten.
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem biedt ondersteuning bij het rijden om de
bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan de geboden ondersteuning.
Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem gesignaleerde status van
de voorligger afwijken van de door de bestuurder waargenomen status. Daarom moet
de bestuurder altijd alert blijven, het gevaar van elke situatie inschatten en veilig rijden.
Volledig afgaan op het systeem of aannemen dat het systeem de veiligheid garandeert
tijdens het rijden kan leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg.
■Waarschuwingen met betrekking tot de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien er grenzen zijn aan de
door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●De bestuurder helpen bij het meten van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control dient al leen ter ondersteuning van de bestuurder
bij het bepalen van de volgafstand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger.
Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen
en kan de bestuurder ook niet helpen tijdens het rijden bij slecht zicht. Het blijft nood-
zakelijk dat de bestuurder zelf de omgeving van de auto goed in de gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het be palen van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt of de volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voorligger binnen een vastgelegd bereik ligt. Het systeem kan geen
andere beoordelingen maken. Het is daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert blijft
en inschat of een situat ie mogelijk gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedienen van de auto
Het Dynamic Radar Cruise Control-systee m kan geen aanrijdingen met een voorlig-
ger voorkomen. Daarom dient u wanneer er gevaar dreigt direct de controle over de
auto te nemen en juist te handelen om de veiligheid van alle betrokkenen te garande-
ren.
■Voorkomen van onbedoeld activeren va n de Dynamic Radar Cruise Control
Schakel de Dynamic Radar Cruise Control uit met de toets ON/OFF als deze niet
wordt gebruikt.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 294 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 295 of 692

2954-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
WA A R S C H U W I N G
■Situaties die niet geschikt zijn voor ge bruik van de Dynamic Radar Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Cont rol niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mo gelijk niet goed geregeld, waardoor een
ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
●Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en st erk stijgende wegen
Bij het afdalen van een helling kan de r ijsnelheid de geprogrammeerde snelheid
overschrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste signalering door de sen-
soren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware regenval,
enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voorz ijde van de radarsensor of de camerasensor
zit
●In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decelereren nood-
zakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 295 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 296 of 692

2964-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 100 meter
voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tus-
sen uw auto en de voorligger te bereke nen en een geschikte afstand tussen uw
auto en de voorligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kle iner wordt als u een lange helling afrijdt.
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld. De gewenste tus-
senafstand kan ook worden ingesteld door de toets voor de tussenafstand te bedie-
nen.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, ve rlaagt het systeem automatisch de snel-
heid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, schakelt het
systeem het remsysteem in (de remlichten gaan dan branden). Het systeem regelt de
snelheid van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voor-
ligger gehandhaafd blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om
een veilige afstand tot de v oorligger te creëren, klinkt er een naderingswaarschu-
wing.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn di e langzamer rijden dan de ingestelde
snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het
systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
Rijden in de afs tandsregelmodus
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 296 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM