Bandenspanningscontrole
RDC
Principe
Het systeem bewaakt de bandenspanning in
de vier gemonteerde banden. Het systeem
waarschuwt wanneer in een of meer banden
de bandenspanning lager is geworden. Daar‐
voor meten sensoren in de ventielen van de
banden de spanning en temperatuur van de
banden.
OpmerkingVoor de bediening van het systeem ook de
verdere gegevens en aanwijzingen onder Ban‐
denspanning, zie pagina 280, in acht nemen.
Voorwaarden voor een correcte
werking
Voor het systeem moet bij juiste bandenspan‐
ning een reset uitgevoerd worden, anders is
een betrouwbare melding van een verlies van
bandenspanning niet gewaarborgd.
Na een aanpassing van de bandenspanning op
een nieuwe waarde en na vervanging van een
band of wiel een reset van het systeem uitvoe‐
ren.
Altijd wielen met RDC-elektronica gebruiken,
zodat een storingsvrije werking van het sys‐
teem is gewaarborgd.
Statusweergave
De actuele status van de RDC bandenspan‐
ningscontrole kan worden weergegeven, bijv.
of de RDC actief is.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Bandenspanningscontrole"
De status wordt weergegeven.
Toestandweergave Op het Control Display wordt de status van de
banden en het systeem weergegeven door de
kleur van de wielen en een tekst.
Alle wielen groen Systeem is actief en meldt de laatste banden‐
spanning die is opgeslagen bij de reset.
Een tot vier wielen geel Een lekke band of een aanzienlijk spannings‐
verlies in de aangegeven banden.
Wielen grijs
Het systeem herkent geen bandenpech. Rede‐
nen daarvoor zijn:▷Reset van het systeem werd uitgevoerd.▷Storing.
Extra informatie
In de statusweergave worden bovendien de
actuele bandenspanning en modelspecifieke
bandentemperatuur weergegeven. De ge‐
toonde waarden zijn de huidige meetwaarden
en kunnen veranderen door het rijden of door
weersomstandigheden.
Reset uitvoeren Na een aanpassing van de bandenspanning op
een nieuwe waarde en na vervanging van een
band of wiel een reset van het systeem uitvoe‐
ren.
Via iDrive en aan de auto:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3.Reset bandenspanningscontrole4.Motor starten - niet wegrijden.5.Bandenspanning resetten: "Reset
uitvoeren".6.Wegrijden.Seite 288MobiliteitWielen en banden288
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
OnderhoudUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
BMW onderhoudssysteem Het onderhoudssysteem wijst op vereiste on‐
derhoudsmaatregelen en helpt zo om de auto
verkeers- en bedrijfsveilig te houden.
De omvang en intervallen kunnen verschillen
afhankelijk van de landspecifieke uitrusting.
Vervangingswerkzaamheden, reserveonderde‐
len, verbruiksmaterialen en materiaal onderhe‐
vig aan slijtage worden afzonderlijk berekend.
Meer informatie is bij een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist verkrijgbaar.
Condition Based Service
CBS
Sensoren en speciale algoritmen houden reke‐
ning met het gebruik van uw auto. Condition
Based Service bepaalt daarmee het noodzake‐
lijk onderhoud.
Met dit systeem kan dus het onderhoud wor‐
den aangepast aan het individuele gebruiks‐
profiel.
Op het Control Display kan gedetailleerde in‐
formatie over servicebehoefte, zie pagina 124,
worden weergegeven.Servicegegevens in de
afstandsbediening
In de afstandsbediening wordt continu infor‐
matie opgeslagen over de onderhoudsbe‐
hoefte. De Service Partner kan deze gegevens
uitlezen en een op uw auto afgestemde onder‐
houdsbeurt voorstellen.
Overhandig de serviceadviseur daarom de af‐
standsbediening waarmee het laatst werd ge‐
reden.
Stilstandtijden Er wordt geen rekening gehouden met stil‐
standtijden met losgekoppelde voertuigaccu.
Daarom periodieke onderhoudswerkzaamhe‐
den, zoals vervangen van de remvloeistof en
evt. de motorolie en het micro-/actief-koolstof‐
filter, door een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist laten uitvoeren.
OnderhoudsgeschiedenisOnderhouds- en reparatiewerkzaamheden bij
een Service Partner van de fabrikant of een an‐
dere gekwalificeerde Service Partner of speci‐
alist laten uitvoeren.
De uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden
worden in de onderhoudsbriefjes en in de
voertuiggegevens ingevoerd. De vermeldingen
zijn net zoals het onderhoudsboekje het bewijs
van regelmatig onderhoud.
Als een invoer in de elektronische onder‐
houdsgeschiedenis van de auto wordt opge‐
slagen, worden onderhoudsrelevante gege‐
vens niet alleen in de auto maar ook op de
centrale IT-systemen van BMW AG, München
opgeslagen.
De in de elektronische onderhoudsgeschiede‐
nis opgeslagen gegevens kunnen na een wijzi‐
ging van de autobezitter ook door de nieuweSeite 303OnderhoudMobiliteit303
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
VerzorgingUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Na het wassen van de auto Algemeen
Regelmatig vreemde voorwerpen, bijv. blade‐
ren, bij geopende motorkap in het gebied on‐
der de voorruit verwijderen.
Zeker in de winter de auto vaker wassen.
Sterke verontreiniging en strooizout kunnen
tot schade aan de auto leiden.
Stoomreiniger en hogedrukreinigerAanwijzingen ATTENTIE
Bij het reinigen met een hogedrukreini‐
ger kunnen verschillende onderdelen worden
beschadigd door een te hoge druk of een te
hoge temperatuur. Er bestaat gevaar voor
schade. Voldoende afstand aanhouden en niet
continu sproeien. De bedieningsinstructies
voor de hogedrukreiniger in acht nemen.◀
Afstanden en temperatuur▷Maximale temperatuur: 60 ℃.▷Minimale afstand tot sensoren, camera's,
afdichtingen: 30 cm.▷Minimale afstand tot glazen dak: 80 cm.
Automatische wasinstallaties of
wasstraten
Aanwijzingen ATTENTIE
Bij ondeskundig gebruik van automati‐
sche wasinrichtingen of wasstraten kan
schade aan de auto ontstaan. Er bestaat ge‐
vaar voor schade. Neem de volgende aanwij‐
zingen in acht:
▷Wasinstallaties met lappen of installaties
met zachte borstels verdienen de voorkeur
om lakbeschadigingen te voorkomen.▷Wasinstallaties of wasstraten waarvan de
geleiderails hoger dan 10 cm zijn vermij‐
den, om schade aan de carrosserie te ver‐
mijden.▷Maximale bandbreedte van de geleiderails
in acht nemen, om schade aan banden en
velgen te vermijden.▷Buitenspiegels inklappen, om schade aan
de buitenspiegels te vermijden.▷Eventueel de regensensor deactiveren, om
schade aan de wisinstallatie voor te vermij‐
den.◀
In veel gevallen kan, afhankelijk van de interi‐
eurbeveiliging van het alarminstallatie, een on‐
gewenst alarm worden geactiveerd. Neem de
aanwijzingen ter vermijding van ongewenste
alarmen, zie pagina 71, in acht.
Om onterechte waarschuwingen te beperken,
het automatisch inschakelen van de PDC bij
herkende obstakels eventueel uitschakelen,
bijv. in de wasstraat, zie pagina 191.
Seite 317VerzorgingMobiliteit317
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
bruik voor de reiniging een microvezeldoek. De
doek evt. licht met water bevochtigen.◀
Veiligheidsgordels
Vervuilde gordels rollen niet goed op, waar‐
door de veiligheid nadelig wordt beïnvloed.
WAARSCHUWING
Chemische reinigers kunnen de stof van
de veiligheidsgordels aantasten. Ontbrekende
beschermende werking van de veiligheidsgor‐
dels. Er bestaat kans op letsel of levensgevaar.
Voor het reinigen van de veiligheidsgordels al‐
leen mild zeepsop gebruiken.◀
Gordels alleen in ingebouwde toestand met
mild zeepsop schoonmaken.
Veiligheidsgordels altijd in volkomen droge
toestand oprollen.
Vloerbedekking en vloermatten WAARSCHUWING
Voorwerpen in de beenruimte aan be‐
stuurderszijde kunnen de gaspedaalslag be‐
perken of een ingedrukt pedaal blokkeren. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Voorwerpen in
de auto zo opbergen dat deze beveiligd zijn en
niet in de beenruimte aan bestuurderszijde
kunnen komen. Vloermatten gebruiken die
voor de auto goedgekeurd zijn en adequaat
aan de vloer bevestigd kunnen worden. Geen
losse vloermatten gebruiken en niet meerdere
vloermatten over elkaar leggen. Erop letten dat
voldoende ruimte voor de pedalen aanwezig is.
Erop letten dat de vloermatten weer veilig wor‐
den bevestigd nadat deze werden verwijderd,
bijv. voor reiniging.◀
Voor het reinigen kunnen de vloermatten uit de
auto worden genomen.
Vloertapijt bij sterkere vervuiling met een mi‐
crovezeldoek en water of textielreiniger
schoonmaken. Hierbij in de rijrichting vooruit
en achteruit wrijven, het tapijt kan anders ver‐
vilten.Sensoren/cameralenzen
Gebruik voor de reiniging van sensoren of ca‐
meralenzen een met een beetje glasreiniger
bevochtigde doek.
Displays/beeldschermen/
beschermruit van het Head-Up
Display
ATTENTIE
Chemische reinigers, vocht of vloeistof‐
fen kunnen het oppervlak van displays en
beeldschermen beschadigen. Er bestaat ge‐
vaar voor schade. Gebruik voor de reiniging
een schone, antistatische microvezeldoek.◀
ATTENTIE
Het oppervlak van displays kan door on‐
deskundig reinigen worden beschadigd. Er be‐
staat gevaar voor schade. Niet te hard drukken
en geen krassende materialen gebruiken.◀
Gebruik voor de reiniging een schone, antista‐
tische microvezeldoek.
De beschermruit van het Head-Up Display, zie
pagina 132, met een microvezeldoek een uni‐
verseel afwasmiddel reinigen.
Auto buiten bedrijf stellen Wanneer de auto langer dan drie maanden bui‐
ten bedrijf gesteld wordt, moeten bijzondere
maatregelen getroffen worden. Meer informa‐
tie is bij een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist verkrijgbaar.Seite 320MobiliteitVerzorging320
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Handmatige luchthoeveel‐heid 222
Handmatige luchtverde‐ ling 222
Handrem, zie Parkeer‐ rem 105
Handzender, wisselende code 234
Head-Up Display 132
Head-Up Display, verzor‐ ging 320
Heet uitlaatsysteem 253
Helderheid van het Control Display 38
Hellingshoeksensor 71
Homepage 6
Hoofdairbags 144
Hoofdsteunen 78
Hoofdsteunen, achterin 85
Hoofdsteunen, voorin 84
Hoofdsteunkussen 87
Hoogwater 253
Hotelfunctie, kofferdeksel 66
Houder voor dranken 246
Hout, verzorging 319
HUD Head-Up Display 132
Hulp bij het wegrijden 172
Hulp bij pechgeval 311
I
IBA, geïntegreerde gebruiks‐ aanwijzing in de auto 49
iBrake — Post Crash 170
Identificatienummer, zie Voer‐ tuigidentificatienummer 9
iDrive 19
IJswaarschuwing, zie Buiten‐ temperatuurwaarschu‐
wing 123
In-/uitschakelen, zie Groot‐ lichtassistent 138
Individuele instellingen, zie Bestuurdersprofielen 58
Inhaalverboden 126
Inhaalverbodinfo 126 Initialiseren, bandenpech‐
waarschuwing RPA 292
Initialiseren, bandenspan‐ ningscontrole RDC 288
Inklembeveiliging, glazen dak 77
Inklembeveiliging, ruiten 72
Inparkeerassistent 205
Inrijden, rijaanwijzingen 252
Instelbare snelheidslimiet, zie Handmatige snelheidsbe‐
grenzer 176
Instellingen op het Control Display 36
Instellingen opslaan van stoel, spiegel, stuurkolom 90
Instellingen, stoelen/hoofd‐ steunen 78
Instellingen, ver-/ontgrende‐ len 68
Instrumentenpaneel 118
Instrumentenverlichting 140
Integraal-actieve bestu‐ ring 174
Intelligente noodoproep 311
Intelligent Safety 147
Intensiteit, AUTO-pro‐ gramma 221
Interieurbeveiliging 71
Interieuruitrusting 233
Interieurverlichting 140
Interieurverlichting bij ont‐ grendelen 61
Interieurverlichting bij ver‐ grendelde auto 62
Interieurvoorventilatie/verwar‐ ming tijdens stilstand 227
Internetpagina 6
Intervalmelding, servicebe‐ hoefte 124
Ionisatie, zie Ambient Air pak‐ ket 229
ISOFIX kinderzitjesbevesti‐ ging 99 J
Joystick, Steptronic versnel‐ lingsbak 111
Juiste plaats voor kinde‐ ren 96
K
Katalysator, zie Heet uitlaat‐ systeem 253
Kenmerken van aanbevolen banden 282
Keuzehendel, Steptronic ver‐ snellingsbak 111
Keuzelijst op het instrumen‐ tenpaneel 127
Keyless-Go, zie Comforttoe‐ gang 66
Kick-down, Steptronic ver‐ snellingsbak 111
Kilometerteller 129
Kinderbeveiliging 101
Kinderen veilig vervoeren 96
Kinderzitje 96
Kinderzitjes, montage 97
Klank 6
Klaptafel 240
Klaptafel achterin 240
Klassen van kinderzitjes, ISO‐ FIX 99
Kleerhaken 247
Klimaatregeling 220
Klok 123
Knie-airbag 144
Knipperlicht, bediening 108
Knop, start-/stop 102
Koelbox achterin 241
Koelen, maximaal 221
Koelfunctie 221
Koelmiddel 301
Koelsysteem 301
Koelvloeistof 301
Koelvloeistofpeil 301
Koelvloeistoftempera‐ tuur 123 Seite 340OpzoekenAlles van A tot Z340
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Opbergvakken in de portie‐ren 244
Opbergvak op de middencon‐ sole 244
Op camera gebaseerde dem‐ perinstelling 218
Openen en sluiten 54
Openen met afstandsbedie‐ ning 61
Openen via portierslot 63
Openen zonder afstandsbe‐ diening 63
Opmerkingen 6
Opslag, banden 283
Oude accu verwerken 309
Overbruggen, zie Start‐ hulp 312
Oververhitting van de motor, zie Koelvloeistoftempera‐
tuur 123
P Panorama View, zie Surround View 199
Park Distance Control PDC 191
Parkeerassistent 205
Parkeerassistent Plus, op af‐ stand bediend parkeren 210
Parkeerfunctie 88
Parkeerlicht 136
Parkeerrem 105
Parkeervergrendeling, elek‐ tronisch ontgrendelen 114
Parkeerwaarschuwing, zie PDC 191
Parkeren met Automatic Hold 105
Passagiersairbags, deactive‐ ring/activering 145
Passagiersstoel instellen 80
Patroon vervangen, zie Ambi‐ ent Air pakket 229
PDC Park Distance Con‐ trol 191 Pech, bandenpechwaarschu‐
wing RPA 291
Pech, vervangen van een wiel 306
Persoonlijke gegevens wis‐ sen 39
Persoonlijk profiel, zie Be‐ stuurdersprofielen 58
Persoonsherkenning, zie Night Vision 155
Persoonswaarschuwing met City-remfunctie 152
Plaats voor kinderen 96
Pleister, zie EHBO-tas 312
Portierbuitenhandgreepver‐ lichting, zie Begroetingsver‐
lichting 136
Portieren, soft-close-auto‐ maat 64
Portiersleutel, zie Afstands‐ bediening 54
Portierslot 63
Post Crash — iBrake 170
Praktische tips voor het rij‐ den 252
Preventie aanrijding van ach‐ teren 168
Profiel, banden 281
Profielen, zie Bestuurderspro‐ fielen 58
R Raapoliemethylester RME 275
Radio 6
Radiografische sleutel, zie Af‐ standsbediening 54
RDC bandenspanningscon‐ trole 288
Rechtsrijdend verkeer, instel‐ ling koplampen 140
Recycling 304
Reductiemiddel, zie BMW Diesel met BluePerfor‐
mance 275 Regelsystemen, koersstabili‐
teit 172
Regensensor 109
Reiniging displays 320
Reinigingsmiddel voor vel‐ gen 319
Reinigingsvloeistof 111
Reis-boordcomputer 130
Reisdoelafstand 130
Remassistent 172
Remassistent, adaptief 172
Remlicht, adaptief 169
Remlichten, dynamisch 169
Remmen, aanwijzingen 253
Remschijven inrijden 252
Remvoeringen inrijden 252
RES CNCL-toets, zie Actieve snelheidsregeling, ACC 180
RES CNCL-toets, zie Snel‐ heidsregeling 178
Reservewiel 306
Reservezekering 309
Reservoir voor sproeiervloei‐ stof 111
Reset, bandenspanningscon‐ trole RDC 288
Resetten, bandenspannings‐ controle RDC 288
Richtingaanwijzers, lampver‐ vanging 306
Richtingaanwijzer, zie Knip‐ perlicht 108
Rijaanwijzing, ECO PRO 264
Rijaanwijzingen, alge‐ meen 252
Rijbaanbegrenzing, waar‐ schuwing 159
Rijbelevingsschakelaar 115
Rijden-stand-by, motor star‐ ten 102
Rijden-stand-by, ruststand en gereedheid 17
Rij-info, zie Boordcomputer op het Control Display 130
Rijmodus 115 Seite 343Alles van A tot ZOpzoeken343
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Rijmodus ADAPTIVE, zie Rij‐belevingsschakelaar 115
Rijmodus COMFORT PLUS, zie Rijbelevingsschake‐
laar 115
Rijmodus ECO PRO 262
Rijmodus ECO PROa INDIVI‐ DUAL, zie Rijbelevingsscha‐
kelaar 115
Rijmodus ECO PRO, zie Rij‐ belevingsschakelaar 115
Rijmodus SPORT INDIVI‐ DUAL, zie Rijbelevingsscha‐
kelaar 115
Rijmodus SPORT, zie Rijbele‐ vingsschakelaar 115
Rijstabiliteitsregelsyste‐ men 172
Rijstijlanalyse 268
Rijstrookwisselmelding 162
Rijtips 252
Rjmodus COMFORT, zie Rij‐ belevingsschakelaar 115
RME raapoliemethyles‐ ter 275
Roetdeeltjesfilter 253
Roetfilter 253
Rokerspakket 235
RON, benzinekwaliteit 274
Rondom de dakhemel 16
Rondom de middencon‐ sole 14
Rondom het stuurwiel 12
RPA bandenpechwaarschu‐ wing 291
RSC Runflat System Compo‐ nent, zie Banden met nood‐
loopeigenschappen 283
Rubber, verzorging 319
Rugleuningbreedte 79
Rugleuningcontour, zie Len‐ densteun 79
Ruitbediening 71
Ruitensproeierinstallatie 108
Ruitenwisserinstallatie 108 Ruitenwissers, zie Ruitenwis‐
serinstallatie 108
Ruitenwisser, uitgeklapte stand 110
Run Flat-banden 283
Ruststand, gereedheid en rij‐ den-stand-by 17
S
Schade, banden 281
Schakelaars, zie Bedienings‐ organen 12
Schakelaar voor rijdyna‐ miek 115
Schakeling, zie Steptronic versnellingsbak 111
Schakelpaddels op het stuur‐ wiel 111
Schakelpuntindicator 125
Scherm tegen verblin‐ ding 235
Schminkspiegel 235
Schokdempercontrole, dyna‐ misch 218
Schoudersteun achter 81
Schoudersteun voorin 80
Schroevendraaier, zie Boord‐ gereedschap 305
Schuif-/kanteldak 74
Sensoren, verzorging 320
Servicegeschiedenis 125
Services, ConnectedDrive 6
Sfeerverlichting 141
Signalen bij het ontgrende‐ len 69
Ski- en snowboardzak 242
Slepen, zie Aan- en wegsle‐ pen 314
Sleutel/afstandsbediening 54
Sleutelschakelaar voor passa‐ giersairbags 145
Slingeren van de aanhanger, zie Aanhangerstabilisatie‐
regeling 259
Slot, portier 63 Sluiten met afstandsbedie‐
ning 61
Sluiten via portierslot 63
Sluiten zonder afstandsbedie‐ ning 63
Smartphone koppelen 39
Smartphone verbinden 39
Sneeuwkettingen 287
Snelheidsbegrenzer, hand‐ matig 176
Snelheidsbeperking, weer‐ gave 126
Snelheidslimietinforma‐ tie 126
Snelheidsregeling 178
Snelheidsregeling, actief met Stop & Go 180
Snelheidswaarschuwing 131
Soft-close-automaat, portie‐ ren 64
Software actualiseren 45
Software-update 45
SOS-toets 311
Spanning, banden 280
Spanningscontrole, ban‐ den 288
Spanningwaarschuwing RPA, banden 291
Speciale uitrustingen, stan‐ daard uitrustingen 7
Speed Limit Assist, zie Ac‐ tieve snelheidsregeling,
ACC 180
Speed Limit Device, zie Handmatige snelheidsbe‐
grenzer 176
Spiegel, geheugen 90
Spiegelinstelling oproe‐ pen 69
Spiegels 87
Splitscreen 25
SPORT INDIVIDUAL, zie Rij‐ belevingsschakelaar 115
Sportprogramma, Steptronic versnellingsbak 111 Seite 344OpzoekenAlles van A tot Z344
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15