Page 81 of 243

MotorfunctiesAuto door een Service Partner of een
gekwalificeerde specialist laten contro‐
leren.
Voor meer informatie, zie Aansluiting voor On-
Board-Diagnose-Diagnose, zie pagina 199.
Lane Departure Warning Als het systeem is ingeschakeld, wordt
er bij het verlaten van een herkende rij‐
baan zonder eerst de richting aan te
geven onder bepaalde omstandigheden een
waarschuwing gegeven.
Voor meer informatie, zie Waarschuwing rij‐
baan verlaten, zie pagina 115.
Handmatige snelheidsbegrenzer Branden: systeem is ingeschakeld.
Knipperen: ingestelde snelheidslimiet
overschreden. Er klinkt evt. een signaal.
Verminder de snelheid of deactiveer het sys‐
teem.
Mistachterlicht Mistachterlichten zijn ingeschakeld.
Voor meer informatie, zie Mistachter‐
lichten, zie pagina 97.
Groene lampjes
Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.
Ongewoon snel knipperen van de con‐
trolelampje duidt op een uitgevallen
richtingaanwijzerlampje.
Voor meer informatie, zie Richtingaanwijzer,
zie pagina 70.Stadslicht, rijlicht
Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.
Mistlamp Mistlampen zijn ingeschakeld.
Voor meer informatie, zie Mistlamp, zie
pagina 97.
Grootlichtassistent Grootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uit‐
geschakeld.
Voor meer informatie, zie Grootlichtassistent,
zie pagina 96.
Snelheidsregeling Systeem is ingeschakeld. De snelheid
die met de bedieningselementen op
het stuurwiel is ingesteld wordt aange‐
houden.
Blauwe lampjes
Grootlicht Grootlicht is ingeschakeld.
Voor meer informatie, zie Grootlicht, zie
pagina 71.
Algemene lampjes Check-Control Minimaal één Check-Control-melding
wordt weergegeven of is opgeslagen.
Tekstmeldingen Tekstmeldingen in combinatie met een sym‐
bool op het instrumentenpaneel geven uitlegSeite 81WeergavenBediening81
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 82 of 243

over een Check-Control-melding en de bete‐
kenis van de controle- en waarschuwingslamp‐
jes.
Aanvullende tekstmeldingen Meer informatie, bijv. over de oorzaak van een
storing en de noodzaak tot ingrijpen, kan wor‐
den opgeroepen via Check-Control.
Bij dringende meldingen wordt de aanvullende
tekst automatisch op het Control Display ge‐
toond.
Symbolen Binnen de aanvullende tekstmelding kunnen
afhankelijk van de Check-Control-melding de
volgende functies worden geselecteerd.▷ Bijkomende informatie over de Check-
Control-melding weergeven in de geïnte‐
greerde handleiding.▷ "Serviceaanmelding"
Contact opnemen met een Service Partner
of een gekwalificeerde specialist.▷ "Pechhulp"
Contact opnemen met de Mobile Service.
Check-Control-meldingen
onderdrukken
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar in‐
drukken.
▷Enkele Check-Control-meldingen worden
permanent weergegeven en blijven zicht‐
baar, totdat de storing is opgelost. Bij
meerdere gelijktijdige storingen worden de
meldingen na elkaar weergegeven.Deze meldingen kunnen gedurende ca. 8
seconden onzichtbaar worden gemaakt.
Hierna worden deze weer automatisch
weergegeven.▷Andere Check-Control-meldingen verdwij‐
nen na ca. 20 seconden automatisch. Zij
blijven opgeslagen en kunnen opnieuw
worden weergegeven.
Opgeslagen Check-Control-
meldingen weergeven
Op het Control Display:
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Tekstmelding selecteren.
Meldingen aan het einde van de rit
Bepaalde meldingen die tijdens het rijden zijn weergegeven worden na het uitschakelen van
het contact opnieuw weergegeven.
Brandstofmeter Het hellen van de auto kan tot
schommelingen in de weergave
leiden.
De pijl naast het benzinepomp‐
symbool toont, afhankelijk de
uitvoering, aan welke kant van de auto de tank‐
dopklep zit.
Aanwijzingen voor tanken, zie pagina 178.
Toerenteller Vermijd beslist toerentallen in het rode waar‐
schuwingsgebied. In dit gebied wordt ter be‐
scherming van de motor de brandstoftoevoer
onderbroken.
Seite 82BedieningWeergaven82
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 83 of 243

Koelvloeistoftemperatuur
Indien de koelvloeistof en daarmee de motor te
heet wordt, verschijnt er een Check-Control-
melding.
Koelvloeistofpeil controleren, zie pagina 196.
Kilometer- en dagteller Weergave▷Kilometerteller, pijl 1.▷Dagteller, pijl 2.
Kilometers weergeven/resetten Toets indrukken.
▷Bij uitgeschakeld contact
worden de tijd, buitentem‐
peratuur en kilometerteller
weergegeven.▷Bij ingeschakeld contact wordt de dagteller
teruggezet.
Buitentemperatuur
Daalt de weergave tot +3 ℃ of
lager, dan klinkt een signaal.
Er wordt een Check-Control-
melding weergegeven.
Het gevaar voor gladheid is toe‐
genomen.
WAARSCHUWING
Ook bij temperaturen boven +3 ℃ kan
gevaar voor gladheid bestaan, bijv. op bruggen
of schaduwrijke weggedeelten. Er bestaat ge‐
vaar voor ongevallen. Bij lage temperaturen de
rijstijl aanpassen aan de weersomstandighe‐
den.◀
Tijd
De tijd wordt onderaan op het
instrumentenpaneel weergege‐
ven.
Tijd op het Control Display in‐
stellen, zie pagina 91.
Datum De datum wordt op het instru‐
mentenpaneel weergegeven.
Datum op de Control Display in‐
stellen, zie pagina 91.
Actieradius Weergave Bij een geringe resterende ac‐
tieradius:▷Er wordt kort een Check-
Control-melding weergege‐
ven.▷Op de boordcomputer wordt de resterende
actieradius weergegeven.▷Bij een dynamische rijstijl, bijv. snel rijden
in een bocht, is het functioneren van de
motor niet gewaarborgd niet altijd gega‐
randeerd.
Bij een bereik van minder dan ca. 50 km wordt
de Check-Control-melding voortdurend weer‐
gegeven.
ATTENTIE
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar ko‐
men. Het functioneren van de motor is niet
meer gewaarborgd. Er bestaat gevaar voor
schade. Op tijd tanken.◀
Seite 83WeergavenBediening83
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 84 of 243

Momenteel verbruikInstrumentenpaneel Geeft het momentele brandstof‐
verbruik aan. Er kan worden ge‐
controleerd hoe zuinig en mili‐
eubewust wordt gereden.
Instrumentenpaneel met uitgebreide
omvang
Geeft het momentele brandstof‐
verbruik aan. Er kan worden ge‐
controleerd hoe zuinig en mili‐ eubewust wordt gereden.
Momenteel verbruik weergeven
Afhankelijk van de uitrusting kan het huidige
brandstofverbruik als balkweergave op het in‐
strumentenpaneel worden weergegeven.1."Instellingen"2."Info-display"3."Overige weergaven"
Energieterugwinning
Weergave Bewegingsenergie van de auto
wordt tijdens de autoaandrijving
in omgezet in elektrische ener‐
gie. De accu wordt gedeeltelijk
geladen en het brandstofver‐
bruik kan worden verlaagd.
Benodigd onderhoud
Principe
Afstand of tijd tot het volgende onderhoud
wordt na inschakelen van het contact kort
weergegeven op het instrumentenpaneel.
De actuele servicebehoefte kan door een ser‐
viceadviseur worden uitgelezen uit de af‐
standsbediening.
Weergave
Gedetailleerde informatie over het
benodigde onderhoud
Nadere informatie over de omvang van het on‐
derhoud kan op het Control Display worden
weergegeven.1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"
Noodzakelijke omvang van het onderhoud
en zo nodig wettelijk voorgeschreven keu‐
ringen worden weergegeven.4.Vermelding selecteren om nadere informa‐
tie te laten weergeven.
Symbolen
Sym‐
bolenBeschrijvingOnderhoud is op dit moment niet
noodzakelijk.Auto is aan een onderhoudsbeurt of
een wettelijke keuring toe.Termijn voor het onderhoud is over‐
schreden.
Afspraken invoeren
Afspraken voor voorgeschreven keuringen in‐
voeren.
Ervoor zorgen dat datum en tijd van de auto
juist zijn ingesteld.
Op het Control Display:
1."Auto-info"2."Autostatus"Seite 84BedieningWeergaven84
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 85 of 243

3. "Servicebehoefte"4."§ Autokeuring (APK)"5."Afspraak:"6.Instellingen uitvoeren.7.Bevestigen.
Datuminvoer wordt opgeslagen.
Automatische servicewaarschuwing De gegevens over de onderhoudstoestand of
over wettelijk voorgeschreven keuringen van
de auto worden automatisch voor de vervalda‐
tum doorgegeven aan de Service Partner.
Er kan worden gecontroleerd, wanneer de Ser‐
vice Partner werd ingelicht.
Op het Control Display:
1."Auto-info"2."Autostatus"3."Opties" oproepen.4."Laatste Teleservice oproep"
Onderhoudsgeschiedenis
Algemeen
Onderhoudswerkzaamheden bij een Service
Partner of een gekwalificeerde specialist laten
uitvoeren. De uitgevoerde onderhoudswerk‐
zaamheden worden ingevoerd in de voertuig‐
gegevens, zie pagina 198.
Het ingevoerde onderhoud kan op het Control
Display worden weergegeven. De functie is
beschikbaar zodra er een onderhoudsbeurt in
de autogegevens is ingevoerd.
Onderhoudsgeschiedenis weergeven Op het Control Display:
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4. "Service historie"Uitgevoerd onderhoud wordt weergege‐
ven.5.Vermelding selecteren om nadere informa‐
tie te laten weergeven.
Symbolen
Sym‐
bolenBeschrijvingGroen: onderhoud is tijdig uitge‐
voerd.Geel: onderhoud is te laat uitge‐
voerd.Onderhoud is niet uitgevoerd.
Schakelpuntindicator
Principe
Het systeem geeft de meest energiezuinige
versnelling voor de actuele rijsituatie aan.
Algemeen
De schakelpuntindicator is, afhankelijk van de uitrusting en landuitvoering, actief bij de hand‐
matige bediening van de Steptronic en de
handgeschakelde versnellingsbak.
Aanwijzingen voor op- of terugschakelen wor‐
den op het instrumentenpaneel weergegeven.
Handgeschakelde versnellingsbak:
weergave
SymboolBeschrijvingMeest energiezuinige versnelling
is ingeschakeld.Opschakelen naar meest energie‐
zuinige versnelling.Seite 85WeergavenBediening85
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 86 of 243

SymboolBeschrijvingTerugschakelen naar meest ener‐
giezuinige versnelling.Naar stationair schakelen.
Steptronic versnellingsbak:
weergeven
VoorbeeldBeschrijvingMeest energiezuinige versnelling
is ingeschakeld.Naar energiezuinigere versnelling
schakelen.
Snelheidslimietinfo met
Inhaalverbodinfo
Principe
Snelheidslimietinformatie Snelheidslimietinformatie geeft op het instru‐
mentenpaneel de actueel herkende snelheids‐
beperking weer. De camera bij de binnenspie‐
gel registreert de verkeersborden aan de rand
van de weg, evenals de variabele weergaven
van matrixborden. Verkeersborden met aanvul‐
lende informatie, bijv. bij nat wegdek, worden
ook herkend en met voertuiginterne gegevens,
bijv. de regensensor, afgestemd en afhankelijk
van de situatie weergegeven. Het systeem
houdt rekening met de in het navigatiesysteem
opgeslagen informatie en geeft ook op trajec‐
ten zonder borden de bekende snelheidsbe‐
perkingen weer.
Inhaalverbodinfo Inhaalverbodinfo geeft met betreffende sym‐
bolen in het instrumentenpaneel door de ca‐
mera herkende inhaalverboden en de ophef‐
fing ervan weer. Het systeem houdt alleen
rekening met inhaalverboden en opheffingen
die herkenbaar gemaakt zijn door borden.
In de volgende situaties vindt er geen weer‐
gave plaats:▷In landen waarin inhaalverboden hoofdza‐
kelijk door straatmarkeringen kenbaar ge‐
maakt zijn.▷Op trajecten zonder borden.▷Bij spoorwegovergangen, wegmarkeringen
of andere situaties die op een inhaalverbod
zonder borden zouden duiden.
Aanwijzingen
Snelheidsbeperkingen en inhaalverboden voor
het rijden met een aanhangwagen worden niet
aangegeven.
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoon‐
lijke verantwoordelijkheid om het zicht en de
verkeerssituatie juist in te schatten. Er bestaat
gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de ver‐
keerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie ob‐
serveren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.◀
Overzicht
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij
houden.
Seite 86BedieningWeergaven86
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 87 of 243

In-/uitschakelen
Op het Control Display:1."Instellingen"2."Info-display"3."Info snelheidslimiet"
Is de snelheidslimietinfo ingeschakeld, dan kan
deze via de boordcomputer op het Info Display
op het instrumentenpaneel worden weergege‐
ven.
Inhaalverbodinfo wordt samen met geacti‐
veerde snelheidslimietinformatie weergege‐
ven.
Weergave
Op het instrumentenpaneel wordt het vol‐
gende weergegeven:
Snelheidslimietinfo Bekende snelheidsbeperking.
Snelheidslimiet opgeheven -
voor Duitse autosnelwegen.
Snelheidslimietinfo niet be‐
schikbaar.
Inhaalverbodinfo
▷Inhaalverbod.▷Einde van het inhaalverbod.▷Inhaalverbodinfo niet be‐
schikbaar.
Grenzen van het systeem
De werking kan bijv. in de volgende situaties
beperkt zijn en evt. verkeerde informatie aan‐
geven:
▷Bij dichte mist en hevige regen of sneeuw‐
val.▷Als borden door objecten verborgen zijn.▷Bij dicht achter het voorliggende voertuig
rijden.▷Bij sterk tegenlicht.▷Als de voorruit voor de binnenspiegel be‐
slagen, verontreinigd of door stickers enz.
bedekt is.▷Vanwege mogelijke verkeerde herkennin‐
gen van de camera.▷Als de in het navigatiesysteem opgeslagen
snelheidsbeperkingen onjuist zijn.▷In gebieden die in het navigatiesysteem
niet voorkomen.▷Bij afwijkingen van de navigatie, bijv. door
gewijzigde tracés.▷Bij het inhalen van bussen of vrachtwagens
met snelheidssticker.▷Als verkeerstekens niet overeenkomen
met de norm.▷Tijdens de kalibratieprocedure van de ca‐
mera direct na aflevering van de auto.
Keuzelijsten op het
instrumentenpaneel
Principe
Afhankelijk van de uitrusting kan via de toetsen
en de gekartelde knop aan het stuur en via de
meldingen in het instrumentcluster het vol‐
gende afgebeeld of bediend worden:
▷Actuele audiobron.▷Nummerherhaling bij de telefoon.▷Activeren van het spraakgestuurd sys‐
teem.
Bovendien worden programma's van de rijbe‐
levingsschakelaar weergegeven.
Seite 87WeergavenBediening87
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 88 of 243

Weergave
Afhankelijk van de uitrusting kan de lijst in het
instrumentenpaneel afwijken van de afbeel‐
ding.
Lijst activeren en instelling uitvoeren
Op de rechter stuurwielzijde aan de gekartelde
knop draaien, om de betreffende lijst te active‐
ren.
Met de gekartelde knop de gewenste instelling
selecteren en door het indrukken van de ge‐
kartelde knop bevestigen.
Boordcomputer
Informatie op Info Display oproepen
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar in‐
drukken.
Informatie wordt op het Info Display van het in‐
strumentenpaneel weergegeven.
Overzicht van de informatie
Info Display Door herhaald op de toets op de
richtingsaanwijzerhendel te
drukken worden de volgende
gegevens op het informatiedis‐
play getoond:
▷Actieradius.▷ECO PRO-bonusactieradius.▷Gemiddeld verbruik.▷Momenteel verbruik.▷Gemiddelde snelheid.▷Datum.▷Snelheidslimietinformatie.▷Aankomsttijd.
Bij actieve routebegeleiding in het naviga‐
tiesysteem.▷Afstand tot reisdoel.
Bij actieve routebegeleiding in het naviga‐
tiesysteem.▷Pijlweergave van het navigatiesysteem.Seite 88BedieningWeergaven88
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15