naar voren duwen tot de best mogelijke gelei‐
ding van de gordel bereikt wordt.
Rugleuningbreedte
Bij instelbare rugleuningbreedte: voor mon‐
tage van een veiligheidssysteem voor kinderenop de passagiersstoel de rugleuningbreedte
op maximaal zetten. De rugleuningbreedte niet
meer wijzigen en geen geheugenpositie meer
oproepen.
Kinderzitjesbevestiging ISOFIX
Opmerking
Voor het aanbrengen en gebruiken van ISO‐
FIX-kinderveiligheidssystemen de bedienings-en veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant
van het kinderveiligheidssysteem opvolgen.
Juiste ISOFIX-veiligheidssystemen voor kinderen
GroepGewicht van het
kindLeeftijd bij bena‐
deringKlasse/categorie
– a)Passa‐
giers‐
stoelAchter‐
bank,
buiten‐
ste zit‐
plaat‐
senAchter‐
bank,
middenBabydraagtasF - ISO/L1
G - ISO/L2X
XIL
ILX
X0Tot 10 kgca. 9 maandenE - ISO/R1XILX0+Tot 13 kgca. 18 maandenE - ISO/R1
D - ISO/R2
C - ISO/R3X
X
XIL
IL
ILX
X
XI9 - 18 kgTot ca. 4 jaarD - ISO/R2
C - ISO/R3
B - ISO/F2
B1 - ISO/F2X
A - ISO/F3X
X
X
X
XIL
IL
IL, IUF
IL, IUF
IL, IUFX
X
X
X
XIL: de stoel is met inachtneming van de bij het kinderzitje gevoegde automodellenlijst geschikt
voor de inbouw van een ISOFIX-kinderzitje van de categorie Semi-Universal.IUF: de stoel is geschikt voor inbouw van een ISOFIX-kinderzitje met de goedkeuring Universal
en bevestiging met de bevestigingsgordel TOP TETHER.Seite 62BedieningKinderen veilig vervoeren62
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
GroepGewicht van het
kindLeeftijd bij bena‐
deringKlasse/categorie
– a)Passa‐
giers‐
stoelAchter‐
bank,
buiten‐
ste zit‐
plaat‐
senAchter‐
bank,
middenX: de stoel is niet met bevestigingspunten voor het ISOFIX-systeem uitgerust of goedgekeurd.a) Bij toepassing van kinderzitjes op de achterbank evt. de lengte-instelling van de voorstoel
aanpassen.Bevestigingen voor onderste ISOFIX- verankeringen
Opmerking WAARSCHUWING
Als de ISOFIX-kinderveiligheidssyste‐
men niet correct vergrendeld zijn, kan de be‐
schermende werking van de ISOFIX-kindervei‐
ligheidssystemen verminderd zijn. Er bestaat
kans op letsel of levensgevaar. Erop letten dat
de onderste verankering correct vergrendeld is
en dat het ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
strak tegen de leuning aan ligt.◀
Positie Het desbetreffende symbool toont de
bevestigingen voor de onderste ISOFIX
verankeringen.
Afhankelijk van de uitvoeringen kunnen de vol‐
gende varianten ingebouwd zijn:
De bevestigingspunten voor de onderste ISO‐
FIX-verankeringen bevinden zich achter de ge‐
markeerde afdekkingen.
Bevestigingspunten voor de onderste ISOFIX-
verankeringen bevinden zich in de uitsparing
tussen de zitting en de rugleuning.
Vóór montage van ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
De gordel uit het gebied van de kinderstoelbe‐
vestiging wegtrekken.
Seite 63Kinderen veilig vervoerenBediening63
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Montage van ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen1.Kinderveiligheidssysteem monteren, zie de
aanwijzingen van de fabrikant.2.Erop letten dat de beide ISOFIX-veranke‐
ringen correct vergrendeld zijn.
Bovenste ISOFIX bevestigingsriem
Bevestigingspunten Dit symbool geeft het bevestigingspunt
voor de bovenste bevestigingsriem
aan.
De bovenste bevestigingsriem van ISOFIX-vei‐
ligheidssystemen voor kinderen heeft twee be‐
vestigingspunten.
Opmerking ATTENTIE
De bevestigingspunten voor de bovenste
bevestigingsriemen van een kinderveiligheids‐
systeem zijn alleen bedoeld voor deze bevesti‐
gingsriemen. Bij het bevestigen van andere
voorwerpen kunnen de bevestigingspunten
worden beschadigd. Er bestaat gevaar voor
schade. Alleen kinderveiligheidssystemen aan
de bovenste bevestigingsriemen bevestigen.◀
Geleiding van de bevestigingsriem WAARSCHUWING
Bij verkeerd gebruik van de bovenste be‐
vestigingsriem van het kinderveiligheidssys‐
teem kan de beschermende werking vermin‐
derd zijn. Er bestaat kans op letsel. Erop letten
dat de bovenste bevestigingsriem niet over
scherpe randen of gedraaid naar het bovenste
bevestigingspunt wordt geleid.◀1Rijrichting2Hoofdsteun3Haak van bovenste bevestigingsriem4Bevestigingspunt5Hoedenplank6Rugleuning7Bovenste bevestigingsriem
Bovenste bevestigingsriem op
bevestigingspunt aanbrengen
1.Afdekking bevestigingspunt verwijderen.2.Hoofdsteunen naar boven schuiven.3.Bovenste bevestigingsriem tussen de be‐
vestigingen van de hoofdsteunen door ha‐
len.4.Haak van de bevestigingsriem aan het be‐
vestigingspunt vastmaken.5.Bevestigingsriem strak omlaag trekken.6.Hoofdsteun evt. naar beneden schuiven en
vergrendelen.Seite 64BedieningKinderen veilig vervoeren64
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Gloeilampen vervangen, zieVervangen van lampen 200
Goedgekeurde motoroliën, zie Geschikte motorolie‐
soorten 194
Gordelherinnering voor be‐ stuurders- en passagiers‐
stoel 52
Gordelherinnering voor de achterbank 52
Gordels, veiligheidsgor‐ dels 51
Grootlicht 71
Grootlichtassistent 96
Grootlicht, gloeilamp vervan‐ gen 203
H Halogeen-koplampen, lam‐ pen vervangen 202
Handbediening, Steptronic versnellingsbak 75
Handgeschakelde versnel‐ lingsbak, zie Handgescha‐
kelde versnellingsbak 73
Handmatige bediening, ach‐ teruitrijcamera 132
Handmatige bediening, bui‐ tenspiegel 56
Handmatige bediening, Park Distance Control PDC 129
Handmatige bediening, por‐ tierslot 37
Handmatige bediening, tank‐ dopklep 179
Handmatige luchthoeveel‐ heid 141, 144
Handmatige luchtverde‐ ling 142, 144
Handmatige snelheidsbe‐ grenzer 116
Handmatige versnellings‐ bak 73
Handrem, zie Parkeerrem 69
Heet uitlaatsysteem 159 Helderheid, van het Control
Display 92
Hellingshoeksensor 43
Hoekverlichting 95
Homepage 6
Hoofdairbags 99
Hoofdsteunen 47
Hoofdsteunen, achterin 53
Hoofdsteunen, voorin 52
Hoogwater 159
Houder voor dranken 153
Hout, onderhoud 219
Hulp bij het wegrijden 125
Hulp bij pechgeval 210
I IBA, geïntegreerde gebruiks‐ aanwijzing in de auto 28
Identificatienummer, zie Voer‐ tuigidentificatienummer 8
iDrive 16
IJswaarschuwing, zie buiten‐ temperatuurwaarschu‐
wing 83
In-/uitschakelen, zie Groot‐ lichtassistent 96
Individuele instellingen, zie Personal Profile 34
Info display, zie Boordcompu‐ ter 88
Inhaalverboden 86
Inhaalverbodinfo 86
Initialiseren, bandenpech‐ waarschuwing RPA 107
Initialiseren, bandenspan‐ ningscontrole RDC 104
Inklembeveiliging, glazen dak 46
Inklembeveiliging, ruiten 44
Inparkeerassistent 135
Inrijden, rijaanwijzingen 158
Inschakeltijden, interieurvoor‐ ventilatie 146
Instellingen op Control Dis‐ play 91 Instellingen opslaan van stoel,
spiegels 54
Instellingen, stoelen/hoofd‐ steunen 47
Instellingen, ver-/ontgrende‐ len 41
Instrumentenpaneel 78
Instrumentenpaneel, elektro‐ nische weergaven 78
Instrumentenverlichting 97
Intelligente noodoproep 210
Intelligent Safety 109
Intensiteit, AUTO-pro‐ gramma 144
Interieurbeveiliging 43
Interieurverlichting 97
Interieurverlichting bij ont‐ grendelen 36
Interieurverlichting bij ver‐ grendelde auto 37
Internetpagina 6
Intervalmelding, servicebe‐ hoefte 84
Intervalmodus 71
ISOFIX kinderzitjesbevesti‐ ging 62
J Joystick, Steptronic versnel‐ lingsbak 74
Juiste plaats voor kinde‐ ren 59
K
Katalysator, zie Heet uitlaat‐ systeem 159
Kenmerken van aanbevolen banden 184
Keuzehendel, Steptronic ver‐ snellingsbak 74
Keuzelijst op instrumenten‐ paneel 87
Keyless-Go, zie Comforttoe‐ gang 39 Seite 235Alles van A tot ZOpzoeken235
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15