Page 129 of 193

BUITENLAMPEN
VERVANGEN
KOPLAMPUNITS
De koplampunits omvatten de
gloeilampen voor de stadslichten/
dagverlichting (DRL), het dimlicht, het
grootlicht en de richtingaanwijzers. De
plaatsing van de lampen is als
volgt:fig. 98:
AStadslichten/dagverlichting (DRL)
BDimlicht/grootlicht
CRichtingaanwijzers
Om de lampen van het dimlicht,
grootlicht en de richtingaanwijzers te
vervangen de beschermflappen op de
binnenste wielkuip openen fig. 99 deze
kunnen gevonden worden door het
stuurwiel helemaal te draaien.
A - beschermflap lamp richtingaanwijzerB - beschermflap lamp dimlicht/
grootlicht
Stadslichten/
dagverlichting (DRL)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
DIMLICHT/GROOTLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
draai het stuur tot tegen de aanslag;
open de beschermflap B
fig. 99 door de bevestigingsbout los te
draaien;
haal de elektrische stekker A
fig. 100 weg en draai vervolgens de
lamphouder B rechtsom en verwijder
hem;
verwijder de lamp en vervang hem;
monteer de nieuwe lamp, zorg
ervoor dat hij goed vergrendeld is en
sluit stekker A weer aan;
sluit de beschermflap B fig. 99.
Richtingaanwijzers
Voor
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
draai het stuur tot tegen de aanslag;
open de beschermflap A fig. 99 door
de bevestigingsbout los te draaien;
haal de elektrische stekker A weg
fig. 101 en draai vervolgens de
lamphouder B rechtsom en verwijder
hem;
98A0L0091
99A0L0092
100A0L0093
126
NOODGEVALLEN
g
Page 130 of 193

verwijder de lamp en vervang hem;
monteer de nieuwe lamp, zorg
ervoor dat hij goed vergrendeld is en
sluit stekker A weer aan;
sluit de beschermflap A fig. 99.
Op de flanken
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
druk op het lampenglas A op het
punt aangegeven in afbeelding
fig. 102 om de borgveer B samen te
drukken, trek vervolgens de lichtunit
naar buiten;
draai de lamphouder B linksom,
verwijder de lamp en vervang hem;
monteer de lamphouder B in het
lampenglas en draai hem rechtsom;
monteer de lichtunit zodat de
inwendige borgveer op zijn plaats
vastklikt.
ACHTERLICHTUNITS
Deze bevatten de lampen voor de
stadslichten, richtingaanwijzers en de
remlichten.
Richtingaanwijzers
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder de beschermdop A
fig. 103 (aan elke kant één) op de
afdekking aan de zijkant van de
bagageruimte.
verwijder de tweede beschermdop
van rubber B fig. 104 door uw hand in
de opening te steken.
draai de lamphouder en trek hem
naar buiten;
vervang de lamp door hem in te
drukken en naar links te draaien;
monteer de eerder verwijderde
beschermdoppen weer.
Stadslichten/remlichten
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
101A0L0094102A0L0095103A0L0096
104A0L0134
127
g
Page 131 of 193
MISTACHTERLICHT/
ACHTERUITRIJLICHT
109)
Om de lampen van de mistachterlichten
A fig. 105 of de achteruitrijlichten B
fig. 105 te vervangen, als volgt te werk
gaan:
draai de lamphouder C
fig. 106 linksom, verwijder de lamp en
vervang hem.
3e REMLICHT
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
druk het lampenglas A op het punt
aangegeven in afbeelding fig. 107 opzij
om de borgveer samen te drukken, trek
vervolgens de lichtunit van de
kentekenverlichting A naar buiten;
draai de lamphouder B
fig. 108 linksom, verwijder lamp C en
vervang hem.
BELANGRIJK
109)Het mistachterlicht en het
achteruitrijlicht bevinden zich vlakbij de
uitlaatpijpen; wees uiterst voorzichtig om u
niet te verbranden tijdens het vervangen
van de lamp.
105A0L0097
106A0L0126107A0L0136
108A0L0099
128
NOODGEVALLEN
g
Page 132 of 193
GLOEILAMP
BINNENVERLICHTING
VERVANGEN
PLAFONDVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder plafondlampje Afig. 109 door het op de met de pijltjes
aangegeven punten los te maken;
open beschermkapje B fig. 110 en
vervang lampje C door het los te maken
uit de zijcontacten. Zorg dat de nieuwe
lamp goed vastzit tussen de contacten;
sluit beschermkapje B fig. 110 weer
en zet plafondlampje A fig. 109 in zijn
zitting en controleer of het goed
vergrendeld is.
BAGAGERUIMTEVER-
LICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
open de achterklep en verwijder
plafondlampje A fig. 111 vanaf het punt
dat met de pijl is aangegeven;
open bescherming B en vervang het
klemgemonteerde lampje;
sluit beschermkapje B over het
lampenglas;
monteer plafondlampje A weer op
zijn plaats, door het eerst aan een kant
correct te monteren en vervolgens de
andere zijde ervan aan te drukken,
totdat het hoorbaar vastklikt.
109A0L0100
110A0L0101
111A0L0140
129
g
Page 133 of 193

ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
Controleer eerst de toestand van de
zekering wanneer een elektrisch
onderdeel niet meer werkt: de
geleidende band A fig. 112 mag niet
onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de
zekering worden vervangen door een
nieuw exemplaar met dezelfde
stroomsterkte (zelfde kleur).
110) 111)
112) 113) 114)17)
B = intacte zekering;
C = zekering met beschadigde
geleidende band.
PLAATS VAN DE
ZEKERINGEN
De zekeringen bevinden zich in twee
zekeringenkasten in de motorruimte en
in het interieur.
Zekeringenkast in motorruimte
Deze bevindt zich naast de accu
fig. 113: voor toegang tot de
zekeringen, de schroeven A losdraaien
en het deksel B verwijderen.
Op de achterkant van het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
Monteer na het vervangen van de
zekering weer het deksel B op de
zekeringenkast.
18)
Zekeringenkast in dashboard
Deze bevindt onder het dashboard in
de zone vóór de passagiersstoel.
Verwijder het beschermpaneel voor
toegang tot de zekeringenkast fig. 116,
door de hieronder beschreven
procedure te volgen:
draai de vier schroeven A
fig. 115 los;
verwijder het blok B en het plastic
deksel C om de vijfde
bevestigingsschroef te vinden;112A0L0102
113A0L0137114A0L0104
130
NOODGEVALLEN
g
Page 134 of 193
nu kan de vijfde schroef D
losgedraaid worden en het
beschermpaneel van de zekeringenkast
verwijderd worden.
115A0L0105
116A0L0106
131
g
Page 135 of 193

ZEKERINGENKAST IN MOTORRUIMTEfig. 114
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Koplampschakelaar (voor bepaalde versies/markten) F09 5
Eentonige claxonF10 10
12 V stopcontact/aansteker F86 15
Verwarming buitenspiegels F88 7.5
ZEKERINGENKAST IN DASHBOARDfig. 116
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Centrale portiervergrendeling F38 15
Tweeweg-ruitensproeierpomp F43 20
+30 Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
+30 Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F48 20
BELANGRIJK
110)Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
111)Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR
112)Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE, MIDI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
113)Alvorens een zekering te vervangen, controleren of de contactsleutel verwijderd is en of alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.
114)Als een hoofdzekering van een veiligheidssysteem (airbags, remmen), transmissiesysteem (motor, versnellingsbak) of stuurinrichting
doorbrandt, neem dan contact op met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
132
NOODGEVALLEN
g
Page 136 of 193
BELANGRIJK
17)Vervang een doorgebrande zekering nooit door metalen draden of ander materiaal.
18)Als de motorruimte moet worden gereinigd, zorg er dan voor dat de waterstraal niet rechtstreeks op de zekeringenkast wordt gericht.
133
g