Page 97 of 122
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAU23155
De remhendel controleren en
smerenDe werking van de remhendel moet voor
elke rit worden gecontroleerd en het hen-
delscharnierpunt moet indien nodig wor-
den gesmeerd.
DAU23215
Middenbok en zijstandaard con-
troleren en smerenDe werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnierpun-
ten en de metaal-op-metaal contactvlak-
ken moeten indien nodig worden
gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10742
Als de middenbok of de zijstandaard niet
soepel omhoog en omlaag beweegt,
vraag dan een Yamaha dealer deze te
controleren of te repareren. Een slecht
functionerende middenbok of zijstan-
daard kan het wegdek raken en u aflei-
den, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Siliconenvet
U1MDD1D0.book Page 27 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 98 of 122
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
DAU23252
Smeren van de achterwielophan-
gingDe scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd door een
Yamaha dealer volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema.
DAUM1653
Achterbrugscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U1MDD1D0.book Page 28 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 99 of 122

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU45512
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
U1MDD1D0.book Page 29 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 100 of 122

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU39526
AccuDe accu bevindt zich onder paneel A. (Zie
pagina 6-9.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uwogen altijd bij werkzaamheden na-
bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de
buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
1. Accu
2. Positieve accukabel (rood)
3. Negatieve accukabel (zwart)
12
3
U1MDD1D0.book Page 30 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 101 of 122

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
LET OP
DCA16522
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning)
vereist. Bij gebruik van een conventione-
le acculader raakt de accu beschadigd.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAU54513
Zekeringen vervangenDe zekeringenkastjes en afzonderlijke ze-
keringen bevinden zich onder paneel A. (Zie
pagina 6-9.)1. Hoofdzekering 1
2. Reservezekering
3. Cruise control zekering
4. Zekering remlicht
5. Zekeringenkastje
6. Hoofdzekering 2
5
1
3 4
2
5
26
U1MDD1D0.book Page 31 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 102 of 122

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
1. Zekering ABS-motor
2. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
5. Zekering elektronische smoorklep
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering YCC-S-motorbesturing
9. Zekering vering
10.Zekering signaleringssysteem
11.Circuitzekering aansluitcontact voor acces-
soires
12.Zekering ABS-regeleenheid
13.Zekering ontstekingssysteem
14.Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
15.Zekering linker radiatorkoelvinmotor
16.Zekering alarmverlichtingssysteem
17.Zekering kuipruitstelmotor
15
7
11
101213
14
7
17
16
8
1
9
2
3456
7
7
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering 1:
50.0 A
Hoofdzekering 2:
30.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Remlicht zekering:
1.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
20.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A × 2
Backup-zekering:
7.5 A
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
Zekering vering:
15.0 A
Zekering YCC-S-motorbesturing:
30.0 A
U1MDD1D0.book Page 32 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 103 of 122
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU40362
KoplampgloeilampAls een koplampgloeilamp niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
DAU54501
ParkeerlichtDit model heeft parkeerlichten van het LED-
type.
Als een parkeerlicht niet werkt, laat dan een
controle uitvoeren door een Yamaha-dea-
ler. Zekering cruise control:
1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires:
3.0 A
Zekering kuipruitmotor:
20.0 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A1. Parkeerlicht
1
1
U1MDD1D0.book Page 33 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 104 of 122

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
DAU54241
Voorste richtingaanwijzerDit model heeft voorste richtingaanwijzers
van het LED-type.
Als een voorste richtingaanwijzer niet
werkt, laat dan een controle uitvoeren door
een Yamaha dealer.
DAU27005
Vervangen van een richtingaan-
wijzergloeilamp achter of gloei-
lamp in remlicht/achterlicht1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina
3-34.)
2. Verwijderen van de gloeilampfitting
richtingaanwijzers (samen met de
gloeilamp) of de gloeilampfitting rem-
licht/achterlicht (samen met de gloei-
lamp) door deze tegen de klok in te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te draai-
en.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Installeer het duozadel.1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
2. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
U1MDD1D0.book Page 34 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM