WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
3
Zelfdiagnosesysteem
De cruise control wordt ook uitgeschakeld
wanneer een afwijking in een van de syste-
men van de machine wordt gedetecteerd.
Het controlelampje “SET” gaat uit en het
controlelampje “ ” gaat knipperen. U
kunt de cruise control niet gebruiken terwijl
het waarschuwingslampje motorstoring of
het waarschuwingslampje YCC-S-systeem
brandt, en niet tijdens een storing in de
cruise control.
WAARSCHUWING
DWA16361
Als cruise control niet goed functioneert,
knippert het controlelampje “ ”. Scha-
kel in dat geval cruise control uit en laat
hem nakijken door een Yamaha dealer.LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd om
motorschade te voorkomen.
DAU55413
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbren-
1. Waarschuwingslampje YCC-S-
systeem “ ”
2. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
3. Controlelampje cruise control “ ”
4. Controlelampje cruise-controlinstelling
“SET”
5. Weergave foutcode
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP ˚C
0:06
TIME TRIP
3
4
5
2
1
1. “RESET”-toets
2. Toets “TCS”
3. Toerenteller
4. Klok
5. Brandstofniveaumeter
6. Eco-controlelampje “ECO”
7. Rijmodusweergave
8. Snelheidsmeter
9. Aanduiding ingeschakelde versnelling
10.Functieweergave
11.Informatieweergave
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP ˚C
0:06
TIME TRIP
12
3
11
4
5
8
7
6
9
10
U1MDD1D0.book Page 10 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
3
gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij-
dens het rijden kan u afleiden en
vergroot het risico op een ongeval.OPMERKINGDe selectieschakelaar “ / ” en de me-
nuschakelaar “MENU” bevinden zich links
op het stuur. Met deze schakelaars kunt u
de instellingen van de multifunctionele me-
ter regelen of wijzigen.De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een toerenteller
een klok
een brandstofniveaumeter
een eco-controlelampjeeen aanduiding voor de ingeschakel-
de versnelling
een rijmodusweergave (die de gese-
lecteerde rijmodus aangeeft)
een functieweergave (dat de geselec-
teerde functie toont)
een informatieweergave (dat verschil-
lende informatie toont, zoals de kilo-
meterstand)
een instelmodusweergave (waarin u
de items die in de informatieweergave
worden getoond kunt instellen, selec-
teren of terugzetten)
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKINGVergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u drukt op de
selectieschakelaar “ / ”, menus-
chakelaar “MENU”, toets “RESET” en
toets “TCS”.
Alleen Verenigd Koninkrijk: Zie pagina
3-17 als u de meterweergaven wilt
schakelen tussen kilometers en mij-
len.Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot het hoogste aantal toeren
per minuut en keert daarna weer terug naar
nul tpm om het elektrische circuit te testen.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 9000 tpm en hoger
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
1
2
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
12
U1MDD1D0.book Page 11 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
3
In dat geval kunt u door het indrukken van
de selectieschakelaar schakelen tussen de
diverse informatieweergaven in de onder-
staande volgorde:
TRIP-F → Weergave–1 → Weergave–2 →
Weergave–3 → TRIP-F
Als u een ritteller op nul wilt terugzetten, ge-
bruikt u de selectieschakelaar om de infor-
matieweergave te selecteren die de ritteller
bevat. Druk kort op de toets “RESET” zodat
de ritteller knippert en druk vervolgens ge-
durende ten minste 2 seconden opnieuw
op de toets “RESET” terwijl de ritteller knip-
pert. Wanneer u de brandstofreserve-rittel-
ler niet zelf met de hand op nul terugstelt,
wordt deze automatisch teruggesteld zo-
dra na het tanken 5 km (3 mi) is gereden en
verschijnt de vorige weergavemodus weer.Weergave geschatte actieradius:
De afstand die u onder de huidige rijom-
standigheden kunt afleggen met de reste-
rende brandstof in de brandstoftank wordt
weergegeven.
Weergave verstreken tijd:De tijd die is verstreken sinds de sleutel
naar “ON” is gedraaid wordt weergegeven.
De maximale tijd die kan worden weerge-
geven is 99:59.
De weergave wordt automatisch terugge-
zet op nul als de sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid.OPMERKING
3Ž met verstreken tijd, maar deze kunt u
niet instellen op de informatieweergave. Zie
breide informatie.
Omgevingstemperatuurweergave:Dit display toont de omgevingstemperatuur
van …9 °C tot 50 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken
van de omgevingstemperatuur.OPMERKINGOok als de omgevingstemperatuur la-
ger dan –9 °C is, wordt –9 °C weerge-
geven.
50 °C wordt weergegeven, ook als de
omgevingstemperatuur hoger dan 50
°C is.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden [ongeveer onder
20 km/h (12.5 mi/h)] of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-
overgangen etc.Weergave koelvloeistoftemperatuur:
GEAR4
3.4
TRIP-F km
11
RANGE km
0:06
TIME TRIP
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP ˚C
U1MDD1D0.book Page 15 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
De weergave koelvloeistoftemperatuur
geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden en de
motorbelasting.
Als de melding “Hi” knippert, stop de ma-
chine dan, stop vervolgens de motor en
laat de motor afkoelen. (Zie pagina 6-38.)OPMERKINGU kunt de geselecteerde informatieweerga-
pert.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Weergave gemiddeld brandstofverbruik:De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik “km/L”, “L/100km” of “MPG”
(alleen Verenigd Koninkrijk) geeft het ge-
middelde brandstofverbruik aan sinds de
weergave voor het laatst is teruggezet.
De weergave “km/L” geeft de gemid-
delde afstand aan die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
De weergave “L/100km” geeft de ge-
middelde hoeveelheid brandstof aan
die nodig is om 100 km af te leggen.
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “MPG” geeft de gemiddelde af-
stand aan die kan worden afgelegd op
1.0 Imp.gal brandstof.
Als u de weergave gemiddeld brandstof-
verbruik op nul wilt terugzetten, gebruikt u
de selectieschakelaar om de informatie-
weergave te selecteren die de weergave
gemiddeld brandstofverbruik bevat. Druk
kort op de toets “RESET” zodat de weerga-
ve gemiddeld brandstofverbruik knippert
en druk vervolgens gedurende ten minste 2
seconden opnieuw op de toets “RESET”
terwijl de weergave knippert.
OPMERKINGNa het terugstellen van de weergave van
_._Ž weergegeven totdat de machine 1 km
(0.6 mi) heeft afgelegd.LET OP
DCA15474
Bij storingen wordt continu “– –.–” weer-
gegeven. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.Weergave huidig brandstofverbruik:De weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L”, “L/100km” of “MPG” (alleen
Verenigd Koninkrijk) geeft het brandstof-
verbruik onder de huidige rijomstandighe-
den aan.
De weergave “km/L” geeft de afstand
aan die kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
De weergave “L/100km” geeft de hoe-
veelheid brandstof aan die nodig is
om 100 km af te leggen.
GEAR4
Hi
C.TEMP ˚C
12.3
FUEL AVG km/L
12.3
CRNT FUEL km/L
U1MDD1D0.book Page 16 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-18
3
Temperatuurniveaus van de instellingenvoor de handvatverwarming aanpassen1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Grip Warmer” te markeren.2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
De instelweergave voor de handvat-
verwarming wordt weergegeven en
“High” knippert in de weergave.
3. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
Het temperatuurniveau voor de instel-
ling voor Hoog gaat knipperen.Gebruik de selectieschakelaar om het
temperatuurniveau in te stellen en
druk vervolgens op de menuschake-
laar “MENU”. “High” gaat knipperen.
4. Gebruik de selectieschakelaar om
“Middle” of “Low” te markeren en wij-
zig vervolgens de instelling met de-
zelfde procedure die u hebt gebruikt
voor de instelling voor Hoog.
5. Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, gebruikt u de se-
lectieschakelaar om “ ” te markeren
en drukt u vervolgens op de menus-
chakelaar “MENU” om terug te keren
naar het instelmodusmenu.
“Unit”Met deze functie kunt u de
eenheden voor brandstof-
verbruik schakelen tussen
“L/100km” en “km/L”.
Alleen Verenigd Konink-
rijk: Met deze functie kunt
u de weergave-eenheden
schakelen tussen kilome-
ters en mijlen. Wanneer u
kilometers hebt geselec-
teerd, kunt u de eenheden
voor brandstofverbruik
schakelen tussen
“L/100km” en “km/L”.
“Display”Met deze functie kunt u de
items die in 3 informatie-
weergaven worden ge-
toond wijzigen.
“Brightness”Met deze functie regelt u
de helderheid van het pa-
neel voor de multifunctio-
nele meter, afgestemd op
het aanwezige daglicht.
“Clock”Met deze functie kunt u de
klok instellen.
“All Reset”Met deze functie kunt u
alle items terugstellen, be-
halve de kilometerteller en
klok.
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockGrip WarmerHig
h
10
Middle
5
Low
1
Grip WarmerHig
h
10
Middle
5
Low
1
U1MDD1D0.book Page 18 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-19
3
OPMERKINGU kunt de instelling instellen op 10 tempe-
ratuurniveaus.De onderhoudstellers terugstellen op nul1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Maintenance” te markeren.2. Druk op de menuschakelaar “MENU”
en druk vervolgens op de toets “RE-
SET” om het item te selecteren dat u
wilt terugzetten.
3. Terwijl het geselecteerde item knip-
pert, houdt u de toets “RESET” ten
minste 2 seconden ingedrukt.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU”
om terug te keren naar het instelmo-
dusmenu.
“TIME–2” en “TIME–3” controleren en te-
rugzetten op nul1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Time Trip” te markeren.2. Druk op de menuschakelaar “MENU”
o m “ T I ME –2 ” e n “ T IM E – 3 ” w ee r t e g e -
ven. Als u een tijdweergave wilt terug-
zetten op nul, drukt u op de toets
“RESET” om het item te selecteren
dat u wilt terugzetten op nul.
3. Terwijl het geselecteerde item knip-
pert, houdt u de toets “RESET” ten
minste 2 seconden ingedrukt.
Grip WarmerHig
h
10
Middle
5
Low
1
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
20
OIL km
10
FREE-1 km
10
FREE-2 kmMaintenance
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockTIME-2
0:07
TIME-3
0:07
Time Trip
U1MDD1D0.book Page 19 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-22
3
De helderheid van het meterpaneel instel-len1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Brightness” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om het
gewenste helderheidsniveau te selec-
teren en druk vervolgens op de me-
nuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het instelmodusmenu.De klok instellen
1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Clock” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Als de urenaanduiding begint te knip-
peren, gebruikt u de selectieschake-
laar om de uren in te stellen.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU”
en de minutenaanduiding zal gaan
knipperen.5. Gebruik de selectieschakelaar om de
minuten in te stellen.
6. Druk op de menuschakelaar “MENU”
om terug te keren naar het instelmo-
dusmenu.
Alle weergave-items terugstellen
1. Gebruik de selectieschakelaar om “All
Reset” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om
“YES” te markeren en druk vervolgens
op de menuschakelaar “MENU”.
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockBrightness
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockClock
5
55
MENUMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockAll Reset
U1MDD1D0.book Page 22 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-23
3
OPMERKINGDe kilometerteller en klok kunt u niet terug-
stellen.ZelfdiagnosesysteemDit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en
toont de informatieweergave een foutcode.
Als het informatiedisplay foutcodes weer-
geeft, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om de machine te controle-
ren.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in de circuits van het startblokkeersy-
steem een storing wordt gedetecteerd,
gaat het controlelampje startblokkering
knipperen en toont de informatieweergave
een foutcode wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid.
OPMERKINGAls de informatieweergave foutcode 52
toont, betreft dit mogelijk een storing in het
transpondersignaal. Als deze fout zich
voordoet, probeer dan het volgende.1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden
gestart.2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeer-
sleutel en beide standaardsleutels
naar een Yamaha dealer en laat de
standaardsleutels opnieuw coderen.LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd om
motorschade te voorkomen.
1. Controlelampje startblokkering “ ”
2. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
3. Weergave foutcode
All Reset
YESNO
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP ˚C
0:06
TIME TRIP
1
2
3
U1MDD1D0.book Page 23 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM