Page 73 of 122

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
6
DAU46862
OPMERKINGDe jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhouds-
beurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46911
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
1*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.√√√√√
2*Bougies• Controleer de conditie.
• Reinigen en elektrodenafstand af-
stellen.√√
• Vervangen.√√
3*Ventielen• Controleer de klepspeling.
• Afstellen.Elke 40000 km (24000 mi)
4*Brandstofinjectiesy-
steem• Stel de synchronisatie af.√√√√√√
5*Uitlaatdempers en
uitlaatpijpen• Controleer of de schroefklem-
men goed vastzitten.√√√√√
U1MDD1D0.book Page 3 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 74 of 122
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
6
6*Luchtinlaatsysteem• Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
• Vervang beschadigde onderde-
len indien nodig.√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
U1MDD1D0.book Page 4 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 75 of 122

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
DAU1770K
Algemeen smeer- en onderhoudsschemaNR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
1*Luchtfilterelement• Reinigen.√√
• Vervangen.√√
2*YCC-S-koppeling• Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√
3*Voorrem• Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
4*Achterrem• Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5*Remslangen• Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Zorg voor een correcte plaatsing
van slang(en) en klem(men).√√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
6*Remvloeistof• Vervangen. Elke 2 jaar
7*Wielen• Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.√√√√
U1MDD1D0.book Page 5 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 76 of 122

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
8*Banden• Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.√√√√√
9*Wiellagers• Controleer de lagers op speling of
beschadigingen.√√√√
10*Achterbrug• Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling.√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
11*Balhoofdlagers• Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.√√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
12*Framebevestigin-
gen• Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet.√√√√√
13Scharnieras van
remhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
14Scharnieras van
rempedaal• Smeren met lithiumvet.√√√√√
15*Scharnieras van
schakelpedaal• Smeren met lithiumvet.√√√√√
16Zijstandaard, mid-
denbok• Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.√√√√√
17*Zijstandaardscha-
kelaar• Controleer de werking.√√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
U1MDD1D0.book Page 6 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 77 of 122

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
6
18*Voorvork• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
19*Schokdemperunit• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
20*Relaisarm achter-
wielophanging en
scharnierpunten
verbindingsarm• Controleer de werking.√√√√
• Smeren met lithiumvet.√√
21 Motorolie• Verversen.
• Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.√√√√√√
22 Oliefilterpatroon• Vervangen.√√√
23*Koelsysteem• Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.√√√√√
• Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
24 Cardanolie• Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.
• Verversen.√√√√√
25*Voor- en achterrem-
schakelaar• Controleer de werking.√√√√√√
26Bewegende delen
en kabels•Smeren.√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
U1MDD1D0.book Page 7 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 78 of 122

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
6
DAU40551
OPMERKINGHet luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Onderhoud aan hydraulisch systeem van rem en YCC-S-koppeling
• Controleer regelmatig het vloeistofniveau van rem en YCC-S-koppeling en vul indien nodig bij.
• Vervang elke twee jaar de inwendige onderdelen van hoofdremcilinders en remklauwen en die van hoofdcilinder en werkcilinder
van de YCC-S-koppeling, en ververs dan ook de rem- en YCC-S-koppelingsvloeistof.
• Vervang de rem- en YCC-S-koppelingsslangen na elke vier jaar of als ze zijn gescheurd of beschadigd.27*Gasgreep• Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien no-
dig af.
• Smeer de kabel en het kabelhuis.√√√√√
28*Lampen, richting-
aanwijzers en scha-
kelaars• Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)U1MDD1D0.book Page 8 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 79 of 122
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
DAU18773
Panelen verwijderen en aanbren-
genBij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeel-
de panelen worden verwijderd. Neem deze
paragraaf telkens door om een paneel te
verwijderen of aan te brengen.
DAU54133
Paneel A
Om het paneel te verwijderen1. Verwijder de bouten en de drukclips.2. Haal de sleuf aan de achterzijde van
het paneel los van het uitsteeksel op
het rechter stroomlijnpaneel.
1. Paneel A
1
1. Paneel B
1. Paneel C
11
1. Paneel A
2. Bout
3. Drukclip
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
1
2
3
12
U1MDD1D0.book Page 9 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM
Page 80 of 122
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
3. Haal de sleuf aan de voorzijde van het
paneel los van het uitsteeksel op het
voorste stroomlijnpaneel, en verwijder
vervolgens het paneel zoals getoond.
Om het paneel aan te brengen1. Plaats de sleuf aan de voorzijde van
het paneel onder het uitsteeksel op
het voorste stroomlijnpaneel, en be-
vestig vervolgens de sleuf aan de ach-
terzijde van het paneel op het
uitsteeksel op het rechter stroomlijn-
paneel zoals getoond.
OPMERKINGZorg ervoor dat de zekeringen afgedekt zijn
en zich aan de binnenzijde van de paneellip
bevinden.
2. Breng de bouten en de drukclips aan.
Panelen B en C
Verwijderen van een paneel1. Verwijder de zadels. (Zie pagina 3-34.)
2. Verwijder de bouten en de snelsluit-
schroeven.
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
2
1
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
1. Sleuf
2. Uitsteeksel2
1
1
2
1. Zekering
1
U1MDD1D0.book Page 10 Tuesday, June 10, 2014 4:32 PM