Page 353 of 764
3534-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
De Blind Spot Monitor maakt gebruik van radarsensoren om auto's te
signaleren die in een aangrenzende rijstrook rijden in het gebied dat
niet in de buitenspiegel is te zien (de dode hoek) en brengt de
bestuurder hiervan op de hoogte via de indicator in de buitenspiegel.
Hieronder staat de dode hoek aangegeven waarin auto's kunnen wor-
den gesignaleerd.
Het detectiegebied reikt tot:Ongeveer 3,5 m vanaf de zij-
kant van de auto
De eerste 0,5 m vanaf de zijkant
van de auto bevindt zich buiten het
detectiegebied
Ongeveer 3 m achter de achter-
bumper
Ongeveer 1 m vóór de achter-
bumper
De Blind Spot Monitor-functie
Detectiegebieden Blind Spot Monitor
1
2
3
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 353 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 354 of 764

3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
■De Blind Spot Monitor-functie werkt wanneer
●De hoofdschakelaar BSM is ingeschakeld
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 16 km/h
■ De Blind Spot Monitor signaleert een auto wanneer
●Een auto in een aangrenzende rijstrook uw auto inhaalt.
● Een andere auto binnen het detectiegebied komt wanneer deze van rij-
strook wisselt.
■ Omstandigheden waaronder de Blind Spot Monitor-functie een auto niet
signaleert
De Blind Spot Monitor-functie is niet ontworpen om de volgende typen voer-
tuigen en/of objecten te signaleren:
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.
*
●Tegemoetkomende auto's
● Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbare stil-
staande objecten
*
●Auto's achter u die op dezelfde rijstrook rijden*
●Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwijderd zijn*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object
gesignaleerd.
WAARSCHUWING
■ Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van het systeem
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd
altijd veilig en houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor-functie is een aanvullend systeem dat de bestuurder
waarschuwt voor een auto in de dode hoek. Vertrouw niet blindelings op de
Blind Spot Monitor-functie. De functie kan niet beoordelen of u veilig van rij-
strook kunt wisselen. Wanneer u alleen op de functie vertrouwt, kunnen
zich ongevallen voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
Afhankelijk van de omstandigheden werkt het systeem mogelijk niet goed.
Daarom dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid te controleren.
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 354 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 355 of 764

3554-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)■
Omstandigheden waaronder de Blind Spot Monitor-functie mogelijk niet
goed werkt
●
Onder de volgende omstandigheden signaleert de Blind Spot Monitor-functie
auto's mogelijk niet correct:
• Onder slechte weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval,
mist en sneeuw
• Wanneer er ijs of modder e.d. op de achterbumper zit
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van regen, plassen op de weg, enz.
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de auto die binnen het detectiegebied komt
• Wanneer een auto zich bij stilstand in het detectiegebied bevindt en in dat gebied blijft wanneer uw auto accelereert
• Bij het op- of afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, een daling in de weg, enz.
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke auto
• Wanneer de rijstroken breed zijn en de auto in de volgende rijstrook te ver van uw auto vandaan is
• Wanneer de auto die binnen het detectiegebied komt met ongeveer dezelfde snelheid rijdt als uw auto
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het detectiegebied komt
• Direct nadat de hoofdschakelaar BSM is ingeschakeld
• Bij het rijden met een aanhangwagen (met trekhaak)
• Wanneer voorwerpen zoals een fietsendrager op de achterzijde van de auto zijn gemonteerd.
● Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de Blind Spot Monitor-
functie onnodig een auto en/of object signaleert groter:
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een vangrail,
muur, enz.
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een auto achter u
• Wanneer rijstroken smal zijn en een auto die 2 rijstroken van uw auto ver- wijderd is binnen het detectiegebied komt
• Wanneer voorwerpen zoals een fietsendrager op de achterzijde van de auto zijn gemonteerd
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 355 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 356 of 764

3564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
De Rear Crossing Traffic Alert werkt wanneer de achteruitversnelling
is ingeschakeld. Hij kan andere auto's signaleren die van rechts of
links achter naderen. Hij maakt gebruik van radarsensoren om de
bestuurder te waarschuwen voor de aanwezigheid van andere auto's:
de indicatoren in de buitenspiegels gaan knipperen en er klinkt een
zoemer.
De Rear Crossing Traffic Alert-functie
Naderende auto's Detectiegebieden12
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van het systeem
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd
altijd veilig en houd rekening met de omgeving.
De Rear Crossing Traffic Alert-functie dient slechts ter ondersteuning, ver-
trouw daarom niet uitsluitend op dit systeem. Ook bij gebruik van de Rear
Crossing Traffic Alert-functie dient de bes tuurder altijd voorzichtig te zijn bij
het achteruitrijden. U dient als bestuurder zelf de omgeving achter uw auto
visueel te controleren en voordat u achteruitrijdt te controleren of zich geen
voetgangers, andere voertuigen, enz. achter de auto bevinden. Het niet in
acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig letsel.
Afhankelijk van de omstandigheden werkt het systeem mogelijk niet goed.
Daarom dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid te controleren.
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 356 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 357 of 764
3574-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen wor-
den gesignaleerd.
Om ervoor te zorgen dat de bestuurder een consistente reactietijd
heeft, kan de zoemer een waarschuwing geven voor snellere auto's
die verder weg zijn.
Bijvoorbeeld:
■De Rear Crossing Traffic Alert-functie werkt wanneer
●De hoofdschakelaar BSM is ingeschakeld.
● De selectiehendel in stand R staat.
● De rijsnelheid lager is dan ongeveer 8 km/h.
● De rijsnelheid van de naderende auto tussen ongeveer 8 km/h en 28 km/h
ligt.
De detectiegebieden van de Rear Crossing Traffic Alert-functie
Naderende autoSnelheid
Afstand
waarschuwing
(bij benadering)
Snel28 km/h20 m
Langzaam8 km/h5,5 m
1
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 357 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 358 of 764

3584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)■
Omstandigheden waaronder de Rear Crossing Traffic Alert-functie een
auto niet signaleert
De Rear Crossing Traffic Alert-functie is niet ontworpen om de volgende
typen voertuigen en/of objecten te signaleren:
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.
*
●Voertuigen die van direct achter de auto naderen
● Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbare stil-
staande objecten
*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
● Voertuigen die naderen vanuit parkeerruimtes naast uw auto
*
●Voertuigen die achteruit inparkeren in de parkeerruimtes naast uw auto*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object
gesignaleerd.
■ Omstandigheden waaronder de Rear Crossing Traffic Alert-functie
mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden signaleert de Rear Crossing Traffic
Alert-functie auto's mogelijk niet correct:
●Wanneer er ijs of modder e.d. op de achterbumper zit
● Onder slechte weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist
en sneeuw
● Wanneer er continu meerdere auto's naderen
● Parkeren onder een kleine hoek
● Wanneer een auto met hoge snelheid nadert
● Bij het parkeren op een steile helling, zoals heuvels, een daling in de weg,
enz.
● Direct nadat de hoofdschakelaar BSM is ingeschakeld
● Direct nadat de motor is gestart met ingeschakelde hoofdschakelaar BSM
● Bij het rijden met een aanhangwagen
● Voertuigen die niet kunnen worden
waargenomen door de sensoren als
gevolg van obstakels
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 358 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 359 of 764
359
4
4-6. Rijtips
Rijden
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
Rijden in de winter
●Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandig-
heden.
• Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
● Laat de toestand van de accu controleren door een monteur.
● Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk
zijn en controleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de bandenmaat
van uw auto.
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbe-
reidingen en voer de benodigde c ontroles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 359 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 360 of 764

3604-6. Rijtips
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen uit:
●Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de
ruitenwissers niet aan als deze va stgevroren zijn. Giet warm water
over het bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het
water direct weg om te vo orkomen dat het bevriest.
● Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor
de voorruit om zeker te kunnen z ijn van een juiste werking van de
aanjager van het airconditioningsysteem.
● Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de ver-
lichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de ban-
den of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.
● Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen
voordat u in de auto stapt.
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd een veilige afstand tussen u en
uw voorligger en pas de snelheid aan aan de conditie van de weg.
Parkeer de auto en zet de selectiehendel in stand P (automatische
transmissie of Multidrive CVT), stand 1 of stand R (handgeschakelde
transmissie), maar activeer de parkeerrem niet. De parkeerrem kan
vastvriezen en bij het deactiveren ni et vrij komen. Blokkeer de wielen
indien nodig, om wegglijden of kruipen te voorkomen.
Voordat u met de auto gaat rijden
Tijdens het rijden
De auto parkeren ('s winters of in koude gebieden)
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 360 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM