Page 81 of 764
811-1. Voor een veilig gebruik
1
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Verwijder de hoofdsteun.
Maak het baby- of kinderzitje
vast met de veiligheidsgordel of
met het ISOfix-bevestigings-
systeem.
Maak de haak vast aan het
bevestigingspunt en maak de
bovenste riem vast.
Controleer of de bovenste gordel
goed vastzit.
Baby- en kinderzitjes met een bovenste gordel
1
2
3
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 81 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 82 of 764

821-1. Voor een veilig gebruik
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje gebruikmaken van een borgclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw baby- of
kinderzitje niet over een blokkeerclip beschikt, kunt u deze verkrijgen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige:
Blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(Onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje
en zet het zitje goed vast.
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt vastgezet, kan het kind of een
andere passagier bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een aan-
rijding ernstig letsel oplopen.
● Als het kinderzitje niet goed gemon-
teerd kan worden omdat de bestuur-
dersstoel in de weg zit, moet het
kinderzitje rechts achterin (auto's met
linkse besturing) of links achterin (auto's
met rechtse besturing) worden gemon-
teerd.
● Verstel de voorpassagiersstoel zodanig
dat deze geen contact maakt met het
baby- of kinderzitje.
● Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de voor-
passagiersstoel als het niet anders kan.
Als er een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel wordt geplaatst, moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren wor-
den geschoven. Als het schouderbe-
vestigingspunt van de veiligheidsgordel
vóór de gordelgeleider van het kinder-
zitje valt, verplaatst u de stoelzitting
naar voren.
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 82 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 83 of 764
831-1. Voor een veilig gebruik
1
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. ( →Blz. 59)
Bij een ongeval kan de kracht waarmee
de voorpassagiersairbag wordt geacti-
veerd ernstig letsel bij het kind veroor-
zaken.
●
Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje
op de voorpassagiersstoel te plaatsen.
Details van het label worden in onder-
staande afbeelding weergegeven.
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 83 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 84 of 764

841-1. Voor een veilig gebruik
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
● Zet beide rugleuningen in dezelfde stand wanneer een baby- of kinderzitje
op de middelste zitplaats achter wordt gebruikt. Anders kan het zitje niet
stevig vast worden gezet en kan bij plotseling remmen of uitwijken of bij
een aanrijding ernstig letsel met fatale gevolgen optreden.
●
Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel over
het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet langs de
nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van het kind
vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind bij plotse-
ling remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplopen.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
● Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 84 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 85 of 764
851-1. Voor een veilig gebruik
1
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
■ Het correct vastzetten van het zitje aan de bevestigingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de gor-
del niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje goed
vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere passagier
bij hard remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplopen.
● Laat niemand plaatsnemen op de mid-
delste zitplaats als de linker stoel voor
een kinderzitje wordt gebruikt. De wer-
king van de veiligheidsgordel kan ver-
minderd zijn omdat deze bijvoorbeeld te
hoog geplaatst is of te los zit, hetgeen
bij plotseling remmen of bij een aanrij-
ding ernstig letsel kan veroorzaken.
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 85 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 86 of 764

861-1. Voor een veilig gebruik
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
Belangrijke voorschriften in verband met
uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleur-
loos en reukloos gas. Neem de volgende voorschriften in acht.
Als u deze voorschriften niet in acht neemt, kunnen er uitlaatgassen in de
auto terechtkomen waardoor de bestuurder duizelig kan worden en een onge\
-
val kan veroorzaken of waardoor de gezondheid van de inzittenden ernstig\
kan worden geschaad.
■Belangrijke punten tijdens het rijden
● Zorg ervoor dat de achterklep gesloten is.
● Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs als de achterklep gesloten is,
moet u de ruiten openzetten en de auto zo snel mogelijk laten nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Tijdens het parkeren
● Als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet u de motor uitschakelen.
● Laat de motor niet langdurig stationair draaien.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg
ervoor dat er geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen.
● Laat de motor niet draaien op een plaats waar sneeuw de afvoer van de
uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als zich sneeuw rond de auto
ophoopt terwijl de motor draait, kunnen uitlaatgassen zich verzamelen en
in de auto terechtkomen.
■ Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te worden gecontroleerd. Laat uw auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige bij gaten of
scheuren door corrosie of beschadigingen aan verbindingsstukken, of bij
een abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 86 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 87 of 764

87
1
1-2. Antidiefstalsysteem
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Star tblokkering
Auto's zonder Smart Entry-sys-
teem en startknop
Het controlelampje gaat knippe-
ren als de sleutel uit het contact-
slot is verwijderd, om aan te
geven dat het systeem is inge-
schakeld.
Het controlelampje stopt met knip-
peren als de geregistreerde sleu-
tel in het contactslot is gestoken
om aan te geven dat het systeem
is uitgeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het controlelampje gaat knipperen als het contact UIT is gezet om aan
te geven dat het systeem werkt.
Het controlelampje houdt op met knipperen als het contact in stand ACC
of AAN is gezet om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
■ Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije startblokkering.
■ Omstandigheden waardoor het systeem mogelijk niet goed werkt
● Als de greep van de sleutel tegen een metalen voorwerp wordt gehouden
● Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met ingebouwde transponderchip
van een andere auto wordt gehouden
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transpon-
derchips die voorkomen dat de motor gestart kan worden met
een sleutel die niet in een eerder stadium geregistreerd is in de
boordcomputer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar abso-
lute beveiliging tegen elke vorm van diefstal kan niet worden gega-
randeerd.
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 87 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM
Page 88 of 764
881-2. Antidiefstalsysteem
RAV4_OM_OM42A79E_(EE)■
Verklaring voor de startblokkering
RAV4_OM_OM42A79E_(EE).book Page 88 Thursday, April 30, 2015 10:52 AM