Page 65 of 568

651-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
Zet de hoofdsteunen in de
hoogste stand.
Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het kinder-
zitje. (→Blz. 161)
Verwijder de bagageafdekking als het zitje een bovenste gordel
heeft. ( →Blz. 381)
Bevestig de gespen aan de s peciale bevestigingsstangen.
Plaats de koppelingen tijde-
lijk op de rand van de zitting
om de ISOfix-koppelingen in
lijn te brengen met de ope-
ning tussen de zitting en de
rugleuning.
Steek de ISOfix-koppelingen
in de opening tot deze aan
de hiervoor bedoelde beves-
tigingsstangen vergrendelen.
Als het zitje een bovenste gordel heeft, moet deze worden vastgezet aan
de bevestigingssteun.
Voer de lus aan de bovenzijde onder de hoofdsteun door.
Plaatsing met het ISOfix-bevestigingssysteem
1
2
3
1
2
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 65 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 66 of 568
661-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
Zet de hoofdsteunen in de
hoogste stand.
Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het kinder-
zitje. (→Blz. 161)
Maak het baby- of kinderzitje
vast met de veiligheidsgordel of
met het ISOfix-bevestigingssys-
teem.
Verwijder de bagageafdekking. ( →Blz. 381)
Maak de haak vast aan de
bevestigingssteun en maak de
bovenste gordel vast.
Voer de lus aan de bovenzijde
onder de hoofdsteun door.
Controleer of de bovenste gordel
goed vastzit.
Baby- en kinderzitjes met een bovenste gordel
1
2
3
4
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 66 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 67 of 568

671-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje gebruikmaken van een borgclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet
over een blokkeerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige:
Blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje
en zet het kinderzitje goed vast.
Als het zitje niet goed wordt vastgezet, kunnen het kind of de overige
passagiers bij plotseling remmen of een aanrijding ernstig letsel oplopen.
●Als het baby- of kinderzitje niet goed
gemonteerd kan worden omdat de
bestuurdersstoel in de weg zit, moet het
kinderzitje rechts achterin worden
gemonteerd.
● Verstel de voorpassagiersstoel zodanig
dat deze geen contact maakt met het
baby- of kinderzitje.
● Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de voor-
stoel als het niet anders kan.
● Als er een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel wordt geplaatst, moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren wor-
den geschoven en moet de hoofdsteun
van de stoel worden verwijderd.
Als dat niet gedaan wordt, kan er ern-
stig letsel ontstaan als de airbags geac-
tiveerd worden.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 67 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 68 of 568
681-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag ON staat.
(→Blz. 49)
Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag wordt geacti-
veerd.
● Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 68 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 69 of 568

691-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
● Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplo-
pen.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
● Beweeg het kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en naar
achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
■ Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan de bevesti-
gingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere pas-
sagier bij hard remmen of bij een aanrijding letsel oplopen.
■ Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is
Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of b\
erg
het veilig op in de bagageruimte. Als er bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje een hoofdsteun is verwijderd, moet deze vóór u wegrijdt altijd
worden teruggeplaatst. Dit voorkomt dat inzittenden bij een ongeval of bij
hard remmen door het losse zitje verwond worden.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 69 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 70 of 568

701-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
Belangrijke voorschriften in verband met
uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleur-
loos en reukloos gas. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorschriften niet in acht neemt, kunnen er uitlaatgassen in de
auto terechtkomen waardoor de bestuurder duizelig kan worden en een onge\
-
val kan veroorzaken, of waardoor de gezondheid van de inzittenden ernstig
kan worden geschaad.
■Belangrijke punten tijdens het rijden
● Zorg ervoor dat de achterklep gesloten is.
● Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs als de achterklep gesloten is,
moet u de ruiten openzetten en de auto zo snel mogelijk laten nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Tijdens het parkeren
● Als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet u het hybridesysteem uitschake-
len.
● Laat bij stilstaande auto het hybridesysteem niet langdurig ingeschakeld.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg
ervoor dat er geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen.
● Laat het hybridesysteem niet draaien op een plaats waar sneeuw de
afvoer van de uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als sneeuw de afvoer
van uitlaatgassen hindert wanneer het hybridesysteem draait, kunnen er
uitlaatgassen in de auto terechtkomen.
■ Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te worden gecontroleerd. Laat uw auto
nakijken en repareren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
bij gaten of scheuren als gevolg van corrosie of beschadigingen aan verbin-
dingsstukken, of bij een abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 70 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 71 of 568
71
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
1-2. Hybridesysteem
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de
werkelijkheid.
Benzinemotor
Elektromotor (tractiemotor)
Kenmerken hybridesysteem
Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto
zijn anders dan die van conventi onele auto's. Zorg ervoor dat u
de eigenschappen van uw auto goed leert kennen en gebruik de
functies voorzichtig.
Bij het hybridesysteem werken een benzinemotor en een elek-
tromotor (tractiemotor) samen, afhankelijk van de rijomstandig-
heden, om het brandstofverbruik en de uitstoot van uitlaatgas-
sen te verminderen.
1
2
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 71 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 72 of 568

721-2. Hybridesysteem
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
◆Bij stilstand/tijdens wegrijden
Wanneer de auto stilstaat, wordt de benzinemotor uitgeschakeld
*.
Bij het wegrijden wordt de auto aa ngedreven door de elektromotor
(tractiemotor). Bij het rijden met lage snelheid of bij het afrijden van
een flauwe helling wordt de b enzinemotor uitgeschakeld
* en wordt
de elektromotor (tractiemotor) ingeschakeld.
Wanneer de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpak-
ket (tractiebatterij) niet opgeladen.
*: Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) moet worden opgeladen of wanneer de motor aan het opwarmen is, enz., wordt de benzinemotor niet
automatisch uitgeschakeld. ( →Blz. 73)
◆Tijdens normaal rijden
De auto wordt voornamelijk aangedreven door de benzinemotor.
De elektromotor (tractiemotor) laadt zo nodig het batterijpakket
(tractiebatterij) op.
◆Tijdens sterk accelereren
Wanneer het gaspedaal volledig wordt ingetrapt, wordt de energie
van het batterijpakket (tractiebatterij) toegevoegd aan de energie
die de benzinemotor levert vi a de elektromotor (tractiemotor).
◆Tijdens het remmen (regeneratief remmen)
De wielen drijven de elektromotor (tractiemotor) aan, waardoor
energie wordt opgewekt en het batter ijpakket (tractiebatterij) wordt
opgeladen.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 72 Friday, April 24, 2015 10:36 AM