Page 505 of 568

5058-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Rijd niet door als de auto een lekke band heeft
Rijd nooit door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer
mogelijk is.
Door het rijden met een lekke band kan er op de wang rondom een groef
ontstaan. In zo'n geval kan de band bij het gebruik van een reparatieset
exploderen.
■ Wees voorzichtig tijdens het rijden
● De reparatieset is speciaal ontworpen voor uw auto.
Gebruik de set niet voor andere auto's. Als u dat wel doet, kan dat leiden
tot een ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
● Gebruik de set niet voor banden met een afwijkende maat of voor andere
doeleinden. Als de banden niet volledig zijn gerepareerd, kan dit leiden tot
een ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
■ Voorzorgsmaatregelen bij het gebrui k van de bandenreparatievloeistof
● Het inslikken van bandenreparatievloeistof is schadelijk voor uw gezond-
heid. Drink zo veel mogelijk water en raadpleeg direct een huisarts wan-
neer u bandenreparatievloeistof hebt ingeslikt.
● Spoel direct met water wanneer bandenreparatievloeistof in uw ogen of op
uw huid is terechtgekomen. Raadpleeg een huisarts als u zich niet lekker
blijft voelen.
■ Bij het repareren van een lekke band
● Parkeer de auto op een veilige plaats en een vlakke ondergrond.
● Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen direct nadat met de auto
is gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte rond de rem-
men mogelijk zeer heet. Wanneer u deze delen met uw handen, voeten of
andere lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden tot brandwonden.
● Laat ter voorkoming van beschadiging of ernstige lekkage de fles niet val-
len. Voer vóór gebruik een visuele controle van de fles uit. Gebruik uitslui-
tend onbeschadigde en niet-lekkende flessen. In dergelijke gevallen direct
vervangen.
● Sluit de slang stevig aan op het ventiel terwijl het wiel aan de auto beves-
tigd is. Als de slang niet goed op het ventiel is aangesloten, kan er lu\
cht-
lekkage optreden waarbij bandenreparatievloeistof naar buiten spuit.
● Als de slang tijdens het vullen loskomt van het ventiel, is het mogelijk dat
de slang abrupte bewegingen maakt vanwege de luchtdruk.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 505 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 506 of 568

5068-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
WAARSCHUWING
■Bij het repareren van een lekke band
● Nadat de band gevuld is, kunnen er spetters bandenreparatievloeistof
naar buiten komen als de slang wordt losgemaakt of wanneer u lucht uit
de band laat ontsnappen.
● Volg voor het repareren van de band de volgende procedure. Als u de pro-
cedures niet volgt, kan de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
● Bewaar afstand tot de band wanneer deze gerepareerd wordt, omdat de
band kan klappen. Als u scheuren of beschadigingen waarneemt, zet dan
de compressor uit en stop onmiddellijk met de reparatie.
● De reparatieset kan oververhit raken als deze langere tijd achter elkaar
wordt gebruikt. Gebruik de reparatieset niet langer dan 40 minuten achter
elkaar.
● Delen van de reparatieset worden tijdens het gebruik heet. Wees voor en
na gebruik voorzichtig met de reparatieset. Raak het metalen deel rond de
verbinding tussen de fles en de compressor niet aan. Dit is namelijk zee\
r
heet.
● Plak de waarschuwingssticker voor de rijsnelheid alleen op de aange-
geven plaats. Als de sticker wordt aangebracht op een plaats waar zich
een airbag bevindt, zoals op het stuurwielkussen, werkt de airbag mogelijk
niet goed meer.
■ Rijden om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
● Rijd langzaam en voorzichtig. Wees extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
● Breng de auto tot stilstand wanneer de auto niet rechtuit wil rijden of als u
voelt dat er aan het stuurwiel wordt getrokken en controleer het volgende.
• Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
• Bandenspanning. Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of
bar, 19 psi) of lager is, is de band mogelijk ernstig beschadigd.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 506 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 507 of 568

5078-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
8
Bij problemen
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
● Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareerd
indien de beschadiging is veroorzaakt door perforatie van het loopvlak
door een scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
● De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de reparatieset niet nat
wordt, wanneer de set bijvoorbeeld in de regen wordt gebruikt.
● Zet de reparatieset niet op een stoffige ondergrond zoals bijvoorbeeld
zand. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunnen er storingen optreden.
● Houd de fles tijdens het gebruik niet ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■ Voorzorgsmaatregelen voor de bandenreparatieset
● De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
● Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set defect
raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
● Berg de reparatieset op, zodat de set beschermd is tegen vuil en vocht.
● Berg de reparatieset op in de gereedschapshouder onder de afdekmat,
buiten bereik van kinderen.
● Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■ Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 418)
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 507 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 508 of 568

5088-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● De elektronische sleutel we rkt mogelijk niet goed. (→Blz. 511)
● Er is mogelijk onvoldoende bran dstof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank.
● Er kan een storing aanwezig zijn in de startblokkering. ( →Blz. 82)
● Er is mogelijk een storing aanwezig in het regelsysteem voor
stand P.
* (→ Blz. 199, 472)
● Het hybridesysteem van de motor is mogelijk defect als gevolg van
een elektrische storing, zoals een ontladen batterij van de elektroni-
sche sleutel of een de fecte zekering. Er bestaat echter, afhankelijk
van het soort storing, een noodm aatregel om het hybridesysteem
te starten. ( →Blz. 509)
*: Het is wellicht niet mogelijk om de selectiehendel vanuit stand P in een
andere stand te zetten.
Een van de onderstaande punten ka n het probleem veroorzaken:
● De 12V-accu kan te ver ontladen zijn. ( →Blz. 513)
● De accuklemmen zitten mogelijk los of zijn gecorrodeerd.
(→ Blz. 412)
Als het hybridesyste em niet kan worden
gestar t
Het niet starten van het hybridesysteem kan verschillende oor-
zaken hebben. Raadpleeg het vo lgende overzicht en onderneem
de bijpassende acties:
Het hybridesysteem kan niet worden gestart, ook al is de start-
procedure correct uitgevoerd. ( →Blz. 195)
De interieurverlichting en de koplampen gaan zwakker branden
of de claxon maakt geen of weinig geluid.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 508 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 509 of 568

5098-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
8
Bij problemen
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● De 12V-accu kan te ver ontladen zijn. ( →Blz. 513)
● Een of beide accuklem(men) kan (kunnen) loszitten. (→Blz. 412)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als
het probleem niet verholpen kan worden of als de reparatieprocedure niet
bekend is.
Wanneer het hybridesysteem niet start maar de startknop normaal
werkt, kan het systeem aan de hand van de volgende stappen voorlo-
pig worden gestart:
Gebruik deze startprocedure alleen in noodgevallen.
Activeer de parkeerrem.
Zet het contact in stand ACC.
Houd de startknop gedu rende 15 seconden ingedrukt terwijl het
rempedaal stevig wordt ingetrapt.
Ook als het hybridesysteem met behulp van deze stappen kan wor-
den gestart, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gek walificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
De interieurverlichting en de k oplampen gaan niet branden of de
claxon maakt geen geluid.
Noodstartfunctie
1
2
3
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 509 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 510 of 568
5108-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
Gebruik de mechanische sleutel
(→ Blz. 119) om de volgende han-
delingen uit te voeren:
Vergrendelen van alle portieren
Ontgrendelen van alle portieren
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
Als de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto
is verbroken (→ Blz. 135) of de elektronische sleutel niet kan
worden gebruikt omdat de batte rij leeg is, werken het Smart
entry-systeem met startknop, de startknop en de afstandsbedie-
ning niet. In dat geval kunnen de portieren worden geopend of
kan de motor worden gestart door de onderstaande procedure te
volgen.
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren
1
2
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 510 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 511 of 568

5118-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
8
Bij problemen
Trap het rempedaal in.
Houd de zijde van de elektroni-
sche sleutel met het Toyota-
logo tegen de startknop.
Wanneer de elektronische sleutel
wordt gedetecteerd, klinkt er een
zoemer en het contact wordt AAN
gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop of de startknopfunc-
tie via de persoonlijke voorkeursin-
stellingen is uitgeschakeld, wordt
het contact in stand ACC gezet.
Trap het rempedaal stevig in en controleer of op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven.
Druk op de startknop.
Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als het hybr idesysteem nog steeds niet kan
worden gestart.
■ Uitschakelen van het hybridesysteem
Activeer de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P en druk op de start-
knop zoals u normaal doet bij het uitschakelen van het hybridesysteem.
■ Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij
van de elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ont-
laden is. ( →Blz. 433)
■ Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sleutel wordt
gebruikt om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier met de mechanische sleu-
tel wordt ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 511 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 512 of 568
5128-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)■
Wijzigen van de standen van het contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens stap hierboven op de startknop.
Het hybridesysteem wordt niet ingeschakeld en de stand verandert iedere
keer dat de knop wordt ingedrukt. ( →Blz. 197)
■ Als de elektronische sleutel niet goed werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met startknop en startknopfunctie
niet is uitgeschakeld via de persoonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie
uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 540)
● Controleer of de energiebesparende functie voor de batterij is ingeschakeld.
Is de functie ingeschakeld, schakel hem dan uit. ( →Blz. 134)
3
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 512 Friday, April 24, 2015 10:36 AM