Page 193 of 568

1934-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
4
Rijden
■Acceleratie/stuurcommando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwagen de auto raken. Redu-
ceer uw snelheid voordat u een bocht nadert en neem bochten met
een zodanige snelheid dat pl otseling remmen niet nodig is.
■Belangrijke punten met betrekki ng tot het aansnijden van
bochten
De wielen van de aanhangwagen maken een krappere bocht dan
de wielen van de auto. Snijd bochten daarom ruimer aan dan u zou
doen als u niet met een aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betrek king tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en kr achtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald word en door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertuigen v eelvuldig in uw spiegels. Vermin-
der vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u ziet
dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het remmen het
stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoende tussenafstand is voordat u van
rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiter en van de motorremwerking en de
laadstroom tijdens het afremmen, mag de transmissie niet in stand
D staan. Zet de selectiehendel in stand B.
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bij
buitentemperaturen hoger dan 30 °C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raak t, schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. ( →Blz. 518)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan-
hangwagen. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 193 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 194 of 568

1944-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op. Anders kunnen zich ongevallen
voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhangwagen of de maximaal toege-
stane gewichten niet worden overschreden. ( →Blz. 187)
■ Rijsnelheid bij het rijden met een aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het rijden met een aanhangwagen
niet.
■ Voor het afrijden van een lange helling
Verminder de snelheid en rem af op de motor.
■ Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of gedurende een langere periode ach-
tereen in.
Hierdoor kan het remsysteem oververhit raken of kan de remwerking terug-
lopen.
■ Ongelukken of letsel voorkomen
● Auto's met cruise control: Gebruik de cruise control niet als achter de auto
een aanhangwagen is gekoppeld.
● Auto's met compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen wan-
neer het compacte reservewiel onder uw auto is gemonteerd.
● Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet met een aanhangwagen wanneer
een band is gemonteerd die is gerepareerd met de bandenreparatieset.
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting op de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwagenverlichting kan schade toebren-
gen aan het elektrische systeem van uw auto en storingen veroorzaken.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 194 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 195 of 568
195
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
4
Rijden
4-2. Rijprocedures
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-informatiedisplay weergege-
ven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybridesysteem niet worden
gestart.
Druk de startknop in.
Als het controlelampje READY
gaat branden, werkt het hybride-
systeem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot
het controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit
iedere stand van het contact wor-
den gestart.
Controleer of het controlelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Startknop
Als u de volgende handelingen ui tvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de
stand van het contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 195 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 196 of 568
1964-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem. (→Blz. 212)
Druk op de schakelaar voor
stand P. ( →Blz. 205)
Controleer of de positie-indicator
op het instrumentenpaneel P aan-
geeft. ( →Blz. 96)
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of de melding “Power ON.”
(contact AAN) op het multi-informatiedisplay uit is.
Uitschakelen van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 196 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 197 of 568
1974-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
4
Rijden
De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken
als het rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand verandert iedere
keer dat op de knop wordt gedrukt.)
UIT
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
“Power ON.” (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
“Power ON.” (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
Wijzigen van de standen van het contact
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 197 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 198 of 568

1984-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand ACC of langer dan een uur
AAN staat (hybridesysteem niet in werking) terwijl stand P is geselecteerd,
wordt het contact automatisch UIT gezet. Deze functie kan echter niet geheel
uitsluiten dat de 12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet gedurende lan-
gere tijd in stand ACC of AAN staan terwijl het hybridesysteem niet in werking
is.
■ Geluiden en trillingen die kenme rkend zijn voor een hybrideauto
→Blz. 74
■ Leegraken batterij elektronische sleutel
→Blz. 120
■ Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelampje READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje READY continu
brandt. Continu branden betekent dat de auto in beweging kan komen.
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
→Blz. 135, 148
■ Aanwijzingen voor de instapfunctie
→Blz. 135
■ Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. ( →Blz. 82)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als op het multi-informatiedisplay “Check entry & start system.” (contro-
leer Smart entry-systeem met startknop) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als het controlelampje READY niet gaat branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat branden nadat de juiste pro-
cedure voor het starten van de auto is gevolgd, direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
→Blz. 433
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 198 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 199 of 568

1994-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
4
Rijden
■Bedienen van de startknop
●Eén keer kort en stevig indrukken van de startknop is voldoende om deze te
bedienen. Als de startknop niet op de juiste manier wordt ingedrukt, kan het
voorkomen dat het hybridesysteem niet start of dat de stand van het contact
niet verandert. U hoeft de startknop niet ingedrukt te houden.
● Als u probeert het hybridesysteem opnieuw te starten direct nadat het con-
tact UIT is gezet, dan start het hybridesysteem in sommige gevallen moge-
lijk niet. Wacht nadat u het contact UIT hebt gezet een paar seconden
voordat u het hybridesysteem opnieuw start.
■ Functie automatisch sel ecteren van stand P
● Als een andere schakelstand dan stand P is geselecteerd, wordt stand P
automatisch ingeschakeld als u op de startknop drukt wanneer de auto vol-
ledig tot stilstand is gekomen, waarna het contact UIT gaat.
● Wanneer u het contact uit zet terwijl de selectiehendel niet in stand P staat:
Trap het rempedaal goed in en controleer of de schakelstand* gewijzigd is
naar stand P voordat u het rempedaal langzaam loslaat.
*: Zelfs nadat het display van het dashboard uitgezet is, wordt de positie-indi- cator gedurende enkele seconden weergegeven.
■ Als het regelsysteem voor stand P defect is
Het contact kan niet worden uitgezet. In dergelijke gevallen kan de knop uit-
gezet worden door de parkeerrem te activeren.
Laat de auto direct controleren door e en erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige wanneer een storing in het systeem optreedt.
■ Als het Smart entry-systeem met startknop of de startknopfunctie is uit-
geschakeld via persoonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 510
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 199 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 200 of 568

2004-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten wanneer u het hybridesysteem start.
Trap onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten van het
hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■ Uitschakelen van het hybr idesysteem in noodgevallen
Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2 seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in. ( →Blz. 457)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het sturen veel zwaarder gaan dan
normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.
OPMERKING
■ Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
● Laat het contact niet gedurende langere tijd in de stand ACC of AAN staan
wanneer het hybridesysteem niet in werking is.
● Als het hybridesysteem uitgeschakeld is maar het controlelampje in de
startknop nog brandt, geeft dit aan dat het contact nog AAN is. Controleer
voordat u uitstapt altijd of het contact UIT is.
■ Starten van het hybridesysteem
● Trap het gaspedaal niet onnodig in.
● Indien het hybridesysteem moeilijk start, laat uw auto dan onmiddellijk
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Symptomen die kunnen duiden op een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan normaal, bijvoorbeeld als de
knop iets blijft hangen, kan de startknop defect zijn. Neem direct contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 200 Friday, April 24, 2015 10:36 AM