Page 425 of 568

4257-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorko-
men.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen tot gevolg hebben,
waardoor een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Gebruik geen banden van verschillende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende slijtagepatronen
door elkaar.
● Gebruik uitsluitend de door Toyota voorgeschreven bandenmaat.
● Gebruik geen verschillende soorten banden (radiaalbanden, gordelban-
den met diagonaalkarkas en diagonaalbanden) door elkaar.
● Gebruik geen zomer-, all-season- en winterbanden door elkaar.
● Gebruik nooit banden onder uw auto die zijn gebruikt onder een andere
auto.
Door het gebruik van banden waarvan het verleden onbekend is, loopt u
extra risico.
● Auto's met een compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen als
een compact reservewiel is gemonteerd.
■ Bij het initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Druk niet op de resetknop van het waarschuwingssysteem bandenspanning
voordat de banden op de voorgeschreven spanning zijn gebracht. Anders
kan het voorkomen dat het waarschuwingslampje voor de lage banden-
spanning niet gaat branden terwijl de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde is.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 425 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 426 of 568

4267-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso-
ren, -zenders en ventieldopjes (a uto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of banden-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere ventieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
■ Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 418)
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosserie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Brede banden (17 inch-banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden tot meer schade aan de velg bij
het rijden op een slecht wegdek. Let daarom goed op de volgende punten:
● Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller beschadigd raken.
● Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of
eroverheen. Anders kunnen de banden en velgen ernstig beschadigd
raken.
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunnen de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 426 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 427 of 568

4277-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
7
Onderhoud en verzorging
De bandenspanning staat vermeld op het label op de portiersponning
aan bestuurderszijde, zoals aangegeven.
■Gevolgen van een onjuiste bandenspanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning kan de volgende gevolgen heb-
ben:
●Brandstofverbruik
● Verminderd rijcomfort en een slechte handling
● Kortere levensduur van de banden als gevolg van slijtage
● Een onveilige auto
● Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opgepompt, laat deze dan controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de ju iste spanning hebben. De ban-
denspanning moet ten minste ee nmaal per maand gecontroleerd
worden. Toyota beveelt u echter aan de bandenspanning eens
per twee weken te controleren. ( →Blz. 534)
Informatielabel bandenspanning
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 427 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 428 of 568

4287-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)■
Instructies voor het controleren van de bandenspanning
Let bij het controleren van de bandenspanning op het volgende:
●Controleer de bandenspanning alleen als de banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilgestaan of niet meer dan 1,5 km heeft
gereden, kunt u de bandenspanning voor koude banden correct aflezen.
● Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het is moeilijk te bepalen of een band de juiste bandenspanning heeft op
basis van alleen het uiterlijk.
● Het is normaal dat de spanning van een band na een rit is opgelopen aan-
gezien warmte wordt gegenereerd in de band. Laat na het rijden geen lucht
uit de banden lopen om de spanning te verlagen.
● Verdeel de passagiers en het gewicht van de bagage gelijkmatig over de
auto.
WAARSCHUWING
■Een goede bandenspanning zorgt voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste waarde.
Als de banden niet de juiste spanning hebben, kunnen onderstaande zaken
zich voordoen. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
● Overmatige slijtage
● Ongelijkmatige slijtage
● Slecht rijgedrag
● Mogelijke klapband door oververhitting
● Luchtlekkage tussen de band en velg
● Wielvervorming en/of beschadiging van de band
● Groter risico op beschadiging van de band tijdens rijden (als gevolg van
voorwerpen op het wegdek, verbindingsstukken of scherpe randen in het
wegdek, enz.)
OPMERKING
■Controleren en op de juiste spanning brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en vocht in het inwendige van de ventie-
len doordringen. Hierdoor kan de afdichting in gevaar komen, wat kan lei-
den tot een lagere bandenspanning.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 428 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 429 of 568

4297-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
7
Onderhoud en verzorging
Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagver-
mogen, dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde
* hebben
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet te gebruiken:
● Velgen van verschillende maten of types
● Gebruikte velgen
● Verbogen velgen die hersteld zijn
● Gebruik uitsluitend de Toyota-wielmoeren en de Toyota-wielmoer-
sleutel bij uw lichtmetalen velgen.
● Controleer de wielmoeren na de eerste 1.600 km telkens als een
band is verwisseld, een band is gerepareerd of is vervangen.
● Pas op dat lichtmetalen velgen niet beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
● Bij het balanceren moet gebruik worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtjes, die geplaatst dienen te worden
met een kunststof of rubber hamer.
■ Wanneer velgen worden vervangen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
De velgen van uw auto (behalve die van het reservewiel) zijn uitgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders voor het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt als de ban-
denspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er
bandenspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. (→Blz. 418)
Velgen
Als een velg verbuigingen of sche uren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
Lichtmetalen velgen, belangrijke aanwijzingen
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 429 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 430 of 568

4307-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan leiden tot gevaarlijke stuureigenschappen en
resulteren in een slechtere controle over de auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Bij het plaatsen van de wielmoeren
● Breng nooit vet of olie aan op de wielbouten en wielmoeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen raken.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
■ Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze werk-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de banden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
●Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
Taps gedeelte
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 430 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 431 of 568
4317-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)
7
Onderhoud en verzorging
Zet het contact UIT.
Open het dashboardkastje.
Maak de demper los.
Duw het dashboardkastje aan
de zijde die zich het dichtst bij
het portier bevindt naar binnen
om de klauwen vrij te maken.
Trek vervolgens het dashboard-
kastje naar buiten en maak de
onderste klauwen vrij.
Verwijder de afdekkap van het
filter.
Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig worden vervangen om de
optimale werking van de airconditioning te behouden.
Verwijderen
1
2
3
4
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 431 Friday, April 24, 2015 10:36 AM
Page 432 of 568
4327-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12J68E)■
Vervangen
Verwijder het interieurfilter en
vervang het.
De merktekens UP op het filter
moeten naar boven wijzen.
■
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel verkeer moet vervanging vaker plaatsvin-
den. (Zie het onderhoudsboekje of het garantieboekje voor het onderhouds-
schema.)
■ Als er te weinig lucht uit de ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het filter en vervang het indien nodig.
OPMERKING
■ Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig is.
Als de airconditioning zonder filter gebruikt wordt, kan het systeem bescha-
digd raken.
UK AURIS_HV_HB_OM_EE_OM12J68E.book Page 432 Friday, April 24, 2015 10:36 AM