Page 49 of 229

Stoelen, veiligheidssystemen47
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.9 Gevaar
Bij gebruik van een achterwaarts
gericht kinderveiligheidssysteem
op de passagiersstoel voor moet
het airbagsysteem voor de passa‐
giersstoel voor gedeactiveerd zijn.
Dit geldt ook voor bepaalde voor‐ waarts gerichte kinderveiligheids‐
systemen zoals aangegeven in de
tabel 3 48.
Airbag deactiveren 3 45.
Airbaglabel 3 40.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats omeen kinderzitje vast te maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk te‐
gen de rijrichting in. Hierdoor wordt de nog erg zwakke ruggengraat van het
kind bij een ongeval minder belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die
voldoen aan de geldende UN ECE-
regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐
lijke wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto wor‐ den gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐
zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐ plakken of met andere materialen af‐ dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 50 of 229
48Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteemGewichts- of leeftijdsgroep
Op passagiersstoel
Op zitplaatsen achterin
geactiveerde airbaggedeactiveerde airbagGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenXU 1U*Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarXU 1U*Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarXU 1U2
*Groep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarU**XU*Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarU**XU*
Page 51 of 229

Stoelen, veiligheidssystemen49
1=bij de bevestiging van het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordel moet de stoelzitting in de hoogste standworden gezet. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat de gordel bij de gesp gespannen is2=verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze groep de hoofdsteun achter 3 33*=zet de betreffende voorstoel voor het kinderveiligheidssystemen in één van de voorste standen**=zet de passagiersstoel in de achterste stand. Zet de stoelzitting in hoogste stand en de hoofdsteun in de laagste stand.
Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop om te verzekeren dat de veiligheidsgordel van de auto van het bovenste verankeringspunt vandaan naar voren looptU=universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsgordelX=kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
GewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp zitplaatsen achterinGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenEISO/R1XIL*Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarEISO/R1XIL*DISO/R2XXCISO/R3XXGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarDISO/R2XXCISO/R3XXBISO/F2XIL, IUF**B1ISO/F2XXIL, IUF**AISO/F3XIL, IUF**
Page 52 of 229

50Stoelen, veiligheidssystemen
GewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp zitplaatsen achterinGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXILGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXILIL=geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐
seel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotypeIUF=geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
deze gewichtsklasseX=geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse*=zet de betreffende voorstoel voor het kinderveiligheidssystemen in één van de voorste standen**=verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze maatklasse de betreffende hoofdsteun achter 3 33
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3=voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2=voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X=voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3=achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2=achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1=achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg
Page 53 of 229

Stoelen, veiligheidssystemen51ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
ISOFIX bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met het ISOFIX logo op de
rugleuning.
De auto is uitgevoerd met geleiders in
de rugleuning ter ondersteuning van
de inbouw van het kinderveiligheids‐
systeem. Open de kleppen van de ge‐ leiders om een kinderveiligheidssys‐
teem te monteren.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter 3 48.
Top-Tether-
bevestigingsogen De auto heeft twee bevestigingsogen
op de achterkant van de achterbank.
Top-tether-bevestigingsogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.
Aanvullend op de ISOFIX bevestiging
zet u de Top-tether -band vast aan de
Top-tether-bevestigingsogen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter 3 48.
Page 54 of 229
52OpbergenOpbergenOpbergruimten............................. 52
Bagageruimte .............................. 64
Dakdragersysteem ....................... 69
Beladingsinformatie .....................70Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Handschoenenkastje
Open de klep van het handschoenen‐
kastje door aan de hendel te trekken.
Het handschoenenkastje is uitge‐
voerd met een muntenbakje en een
adapter voor de wielborgbouten.
De tussenplank is uitneembaar.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders bevinden zich in deconsole tussen de voorstoelen. Zezijn geschikt voor koppen van ver‐
schillende maten.
Page 55 of 229
Opbergen53
In de portierholtes in beide portieren
kunt u flessen opbergen.
In de zijpanelen achter zitten extra
bekerhouders of fleshouders.
Flexibele bekerhouderband
In het opbergvak vóór de keuzehen‐
del bevindt zich een beweegbare rub‐ beren band. Trek de band eruit om
een beker of asbak vast te zetten.
Opbergruimte voor
Opbergruimten bevinden zich onder
de lichtschakelaar, in de middencon‐
sole vóór de keuzehendel, in de por‐
tierholtes en in de zijpanelen bij de
zitplaatsen achterin.
Page 56 of 229

54OpbergenDraagsysteem achterzijde
Draagsysteem achterzijde voor twee fietsen
Met het draagsysteem aan de achter‐
zijde (Flex-Fix-systeem) kan één fiets
worden vastgezet op een uitschuif‐
bare drager die geïntegreerd is in de
vloer van de auto. Er kan nog een an‐ dere fiets op een adapter worden ge‐plaatst. Het transporteren van andere
voorwerpen is niet toegestaan.
De maximale belading van het draag‐ systeem achterzijde is 50 kg bij ge‐
bruik van de adapter en 30 kg zonder
adapter. Er kan met andere woorden
een elektrische fiets op de uitschuif‐
bare houder worden gemonteerd. Het maximale gewicht op de adapter is
20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet meer dan 1,15 m zijn. Anders kan de
betreffende fiets niet veilig worden
vastgezet.
Het niet-gebruikte draagsysteem
moet in de bodemplaat worden terug‐
geschoven.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐
werpen bevinden die tijdens het
transport kunnen loskomen.Voorzichtig
Bij verlenging van het draagsys‐
teem achterzijde en maximale be‐ lading van de auto geldt een la‐
gere bodemspeling.
Rijd voorzichtig op steile hellingen, oprijlanen en over verkeerdrem‐
pels e.d.
Voorzichtig
Neem contact uw fietshandelaar
alvorens fietsen met koolfiberfra‐
mes te bevestigen. De fietsen kun‐ nen beschadigd raken.
Uitschuiven
Achterklep openen.
9 Waarschuwing
Het is niet toegestaan zich binnen
het bereik van de achterdrager tebegeven, kans op letsel.