Page 97 of 229

Instrumenten en bedieningsorganen95
■Grootverbruikers De lijst van de
hoogste momenteel ingeschakelde
comfortverbruikers verschijnt in af‐ lopende volgorde. De mogelijke
brandstofbesparing wordt aange‐
geven. Een uitgeschakelde verbrui‐ ker verdwijnt van de lijst en de ver‐bruikswaarde wordt bijgewerkt.
■ Zuinig rijden : geeft de gemiddelde
verbruiksontwikkeling over een af‐
stand van 50 km weer. Gevulde
segmenten tonen het verbruik in
stappen van 5 km en laten de ge‐ volgen van de terreingesteldheid of
het rijgedrag op het brandstofver‐
bruik zien.
Colour-Info-Display
Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een Colour-Info-
Display met aanraakschermfunctio‐
naliteit.
Het Colour-Info-Display met aanraak‐
schermfunctionaliteit geeft in kleur
aan:
■ tijd 3 77
■ buitentemperatuur 3 76
■ datum 3 77
■ instellingen elektronische klimaat‐ regeling 3 116
■ instructies m.b.t. de parkeerhulp en
de geavanceerde parkeerhulp
3 137
■ Infotainmentsysteem, zie beschrij‐ ving in de handleiding van het Info‐
tainmentsysteem
■ systeemberichten
■ boordinformatie 3 97
■ persoonlijke instellingen 3 100
Het type informatie en de weergave
daarvan is afhankelijk van de gecon‐
figureerde instellingen.
Menu's en instellingen
selecteren Via het display van het aanraak‐
scherm hebt u toegang tot menu's en
instellingen.
Page 98 of 229

96Instrumenten en bedieningsorganen
Toets ; indrukken: pagina Home
verschijnt.
Op schermpictogram Instellingen tik‐
ken: Menupagina Instellingen ver‐
schijnt. Selecteer een instelling door erop te tikken.
Tik nogmaals op een geselecteerde
instelling of waarde om deze te be‐
vestigen.
Druk op displaytoets q om een menu
of instelling af te sluiten zonder het
laatste teken in een tekenreeks te wij‐ zigen of te wissen.
Sluit het menu Instellingen af door
stapsgewijs op displaytoets q te
drukken of door na het bevestigen
van de wijzigingen op toets ; te druk‐
ken.
Persoonlijke instellingen 3 100.
Opgeslagen instellingen 3 21.
Graphic-Info-Display
Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een Graphic-
Info-Display.Het Graphic-Info-Display geeft aan:
■ tijd 3 77
■ buitentemperatuur 3 76
■ datum 3 77
■ instellingen elektronische klimaat‐ regeling 3 116
■ Infotainmentsysteem, zie beschrij‐ ving in de handleiding van het Info‐
tainmentsysteem
■ persoonlijke instellingen 3 100
Menu's en instellingen
selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de menu's en instellingen.
Toets CONFIG indrukken: Menupa‐
gina Instellingen verschijnt.
Draai aan knop MENU-TUNE voor
selecteren van een instelling of
waarde.
Page 99 of 229

Instrumenten en bedieningsorganen97
Druk op toets MENU-TUNE voor be‐
vestigen van een instelling of waarde.
Druk op toets BACK om een menu of
instelling af te sluiten zonder het laat‐ ste teken in een tekenreeks te wijzi‐
gen of te wissen. Druk enkele secon‐
den op de toets om de gehele invoer
te wissen.
Sluit het menu Instellingen af door
stapsgewijs op toets BACK te druk‐
ken of door na het bevestigen van de wijzigingen op toets CONFIG te druk‐
ken.
Persoonlijke instellingen 3 100.
Opgeslagen instellingen 3 21.Boordinformatie
Meldingen worden voornamelijk
weergegeven op het Driver Informa‐
tion Center (DIC); in sommige geval‐
len samen met een waarschuwings‐
zoemer.
Druk op de knop SET/CLR, de knop
MENU of draai aan het stelwieltje om
een bericht te bevestigen.
Boordinformatie op
Midlevel-display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr.Boordinformatie1motorolie verversen3koelvloeistofpeil te laag4airconditioning uit5stuurwiel is geblokkeerd7draai aan het stuurwiel, schakel
het contact uit en weer in
Page 100 of 229

98Instrumenten en bedieningsorganen
Nr.Boordinformatie9draai aan het stuurwiel, start demotor opnieuw12auto overbeladen13compressor oververhit15derde remlicht defect16remlicht defect17koplampverstelling defect18linker dimlicht defect19mistachterlicht defect20rechter dimlicht defect21zijmarkeringslicht links defect22zijmarkeringslicht rechts defect23achteruitrijlicht defect24kentekenverlichting defect25richtingaanwijzer linksvoor
defect26richtingaanwijzer linksachter
defect27richtingaanwijzer rechtsvoor
defectNr.Boordinformatie28richtingaanwijzer rechtsachter
defect35vervang batterij in handzender48reinig blindehoekdetectiesys‐
teem53draai tankdop vast56ongelijke bandenspanning op
vooras57ongelijke bandenspanning op
achteras58detectie winterbanden59open en sluit portierruit
bestuurder60open en sluit portierruit voor‐
passagier66service diefstalalarmsysteem67service stuurslot68service stuurbekrachtiging75service airconditioning76service blindehoekdetectiesys‐
teemNr.Boordinformatie79vul motorolie bij82ververs motorolie binnenkort84motorvermogen beperkt89service-indicatie95service airbag128motorkap open134parkeerhulpstoring, bumper
reinigen136onderhoud aan parkeerhulp
uitvoeren174accu bijna leeg258parkeerhulp uit
Page 101 of 229

Instrumenten en bedieningsorganen99
Boordinformatie op Uplevel-
display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Het display toont teksten over de vol‐
gende onderwerpen:
■ vloeistofpeilen
■ diefstalalarmsysteem
■ remmen
■ rijregelsystemen
■ cruise control, snelheidsbegrenzer
■ parkeerhulpsystemen
■ verlichting, gloeilamp vervangen
■ wis-/wasinstallatie
■ portieren, ruiten
■ handzender
■ veiligheidsgordels
■ airbagsystemen
■ motor en versnellingsbak
■ bandenspanning
■ accu
Boordinformatie op het Colour-
Info-Display
Sommige belangrijke berichten ver‐
schijnen ook op het Colour-Info-Dis‐
play. Sommige berichten verschijnen
slechts gedurende enkele seconden.
Geluidssignalen Bij het starten van de motor oftijdens het rijden Er klinkt maar één geluidssignaal te‐
gelijk.Het geluidssignaal voor niet gedra‐
gen veiligheidsgordels geniet de pri‐
oriteit boven alle andere geluidssig‐
nalen.
■ Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
■ Wanneer bij het wegrijden een van de portieren of de achterklep niet
goed gesloten is.
■ Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheid
overschrijdt.
■ Wanneer u een geprogrammeerde snelheid overschrijdt.
■ Wanneer er een waarschuwings‐ bericht verschijnt op het Driver In‐
formation Center of op het infodis‐
play.
■ Wanneer de parkeerhulp een ob‐ stakel herkent.
■ Na het inschakelen van de achter‐ uitversnelling en het uittrekken van
de achterdrager.
Page 102 of 229

100Instrumenten en bedieningsorganen
Bij het parkeren van de auto en/
of het openen van het bestuurdersportier ■ Als de contactsleutel nog in het contactslot steekt.
■ Bij ingeschakelde rijverlichting.
Tijdens een Autostop ■ Als het bestuurdersportier geopend
is.
Batterijspanning Uplevel-display
Wanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt op het Driver Information Center.
Midlevel-display
Wanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwings
code 174 op het Driver Information
Center.1. Schakel onmiddellijk elektrische verbruikers uit die niet nodig zijn
voor een veilige rit, bijv. de stoel‐
verwarming, achterruitverwar‐
ming of andere hoofdverbruikers.
2. Laad de accu op door een tijdje te
rijden of door een oplaadapparaat te gebruiken.
Het waarschuwingsbericht of de
waarschuwingscode verdwijnen na‐
dat de motor twee keer na elkaar is
gestart zonder een spanningsval.
Als de accu niet kan worden opgela‐
den, moet u de oorzaak van de sto‐
ring in een werkplaats laten verhel‐
pen.Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto op uw wensen afstemmen door de instellin‐
gen in het Info-display te veranderen.
Sommige persoonlijke instellingen
kunnen voor verschillende bestuur‐
ders in elke autosleutel afzonderlijk
worden opgeslagen. Opgeslagen in‐
stellingen 3 21.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen weergegeven of zijn alleen actief bij
een draaiende motor.
Graphic-Info-Display
Druk op CONFIG om het instellingen‐
menu weer te geven.
Draai aan MENU-TUNE om naar de
gewenste instellingsmenu te gaan en
druk vervolgens op MENU-TUNE.
Page 103 of 229

Instrumenten en bedieningsorganen101
U kunt uit de volgende instellingen
kiezen:
■ Talen (Languages)
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstellingen
■ Auto-instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie klok 3 77.
Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Telefooninstellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Auto-instellingen ■ Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Modifi‐
ceert de cabineluchtstroom van de
klimaatregeling in de automatische
modus.
Airconditioningmodus : Regelt de
status van de koelcompressor bij
het starten van de auto. Laatste in‐
stelling (aanbevolen) of bij het star‐ ten van de auto is altijd AAN of altijd UIT.Autom. Achterruitverwarming : Acti‐
veert de automatische achterruit‐
verwarming.
■ Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal : Verandert
het volume van geluidssignalen.
Pers. inst. voor bestuurder : Acti‐
veert of deactiveert persoonlijke in‐
stellingen.
Wis auto. achter in achteruit :
Activeert of deactiveert automati‐
sche inschakeling achterruitwisser
bij inschakelen achteruitversnel‐
ling.
■ Parkeerhulp / Botsdetectie
Parkeerhulp : Activeert of deacti‐
veert de ultrasoonsensoren.
Dodehoekwaarschuwing : Wijzigt
de instellingen van het blindehoek‐
systeem.
■ Buitenverlichting
Buitenverlichting bij ontgr. :
Activeert of deactiveert de instap‐
verlichting.
Duur tijdens uitstappen :
Page 104 of 229

102Instrumenten en bedieningsorganen
Activeert of deactiveert de uitstap‐
verlichting en wijzigt de duur ervan.
■ Portiervergrendeling
Automatische portiervergr. : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche portiervergrendelingsfunctie
na inschakelen van het contact.
Geen vergr. bij portier open : Acti‐
veert of deactiveert de portierver‐
grendelingsfunctie wanneer een
portier openstaat.
Vertr. Portiervergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de vertraagde
portiervergrendelingsfunctie. Deze
menuoptie wordt weergegeven met Geen vergr. bij portier open ge‐
deactiveerd: Centrale vergrende‐
ling 3 21.
■ Vergr., ontgr., start op afstand
Feedb ontgr. op afstand :
Activeert of deactiveert het alarm‐ knipperlichtsignaal bij het ontgren‐ delen.
Passieve portierontgr. : Wijzigt de
configuratie om alleen het bestuur‐
dersportier of de hele auto te ont‐
grendelen.Autom. Portiervergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche hervergrendeling na het ont‐
grendelen zonder de auto te ope‐
nen.
■ Fabrieksinstellingen herstellen :
Stelt alle functies opnieuw in op de
standaardinstellingen.
Persoonlijke instellingen Colour-Info-Display
Wanneer de audio ingeschakeld is,
drukt u op ; op het bedieningspa‐
neel.
Instellingen indrukken.
U kunt uit de volgende instellingen
kiezen:
■ Tijd- en datuminstellingen
■ Radio-instellingen
■ Verbindingsinstelllingen
■ Voertuiginstellingen
■ Talen
■ Tekstscroll
■ Volume pieptoon bij bediening
■ Maximale startvolume
■ Systeemversie
■ DivX(R) VOD