2–1*Bepaalde modellen.2–1
2Belangrijke veiligheidsuitrusting
Belangrijke informatie over de veiligheidsuitrusting, zoals zittingen,
veiligheidsgordelsysteem, kinderzitjes en SRS airbags.
Zittingen .............................................................................................. 2-2
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de zittingen ...................... 2-2
Zitting ............................................................................................ 2-5
Hoofdsteunen ................................................................................ 2-8
Veiligheidsgordelsysteem ................................................................... 2-9
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de veiligheidsgordels ...... 2-9
Veiligheidsgordels ....................................................................... 2-14
Veiligheidsgordelwaarschuwingssystemen ................................. 2-15
Voorspanners van veiligheidsgordels en begrenzingsystemen ... 2-16
Kinderzitje ........................................................................................ 2-19
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een kinderzitje ............... 2-19
Installatie van kinderzitjes .......................................................... 2-25
Tabel voor geschiktheid van kinderzitjes voor diverse
zitposities .................................................................................... 2-30
Installeren van kinderzitjes ......................................................... 2-33
SRS airbags....................................................................................... 2-38
Voorzorgsmaatregelen betreffende het aanvullende
beveiligingssysteem (SRS) ......................................................... 2-38
Onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem ................. 2-45
Werking van de SRS airbags ....................................................... 2-47
Criteria voor SRS airbag activering ............................................ 2-50
Beperkingen van de SRS airbag ................................................. 2-51
Inzittende passagier detectiesysteem
* ......................................... 2-53
Constante controle ...................................................................... 2-58
Actieve motorkap ............................................................................. 2-59
Voorzorgsmaatregelen actieve motorkap
* ................................... 2-59
Werking van de actieve motorkap ............................................... 2-62
. 9 @ &