Page 25 of 367
❒til hendel A op (beweging3), tot deze
zich boven de bevestigingsschuif C
fig. 31 (aan de zijkant) bevindt,
hetgeen garandeert dat het systeem
stevig omhoog is gezet tijdens de
handelingen.
Zodra de onderkant los is gemaakt, kan
de stoel met behulp van beide handen
naar voren of achteren worden
verplaatst fig. 32.Het is ook mogelijk, door de stoel waar
de clips vrij zijn in verhouding tot de
openingen in de rails; in deze stand te
zetten (die gemakkelijk bereikt kan
worden door de onderkant enigszins te
schuiven en tegelijkertijd te
verwijderen"), de stoel gemakkelijk te
verwijderenfig. 33.Na handelingen van verschuiven en
verwijderen., moet de stoel weer als
volgt vastgezet worden aan de rails op
de vloer:
❒monteer de onderkant op de rails;
❒duw de borghendel omlaag fig.
34, oefen passende kracht uit, tot het
systeem vergrendeld is.
30F1A0388
31F1A0389
32F1A0390
33F1A0391
34F1A0392
21
Page 26 of 367

BELANGRIJK Het systeem is alleen
vergrendeld als het met de
veiligheidsclip onder de hendel
horizontaal geblokkeerd is. Als dat niet
gebeurt, controleren of de stoel in de
exacte vergrendelingsstand ten
opzichte van de rail staat (door de stoel
enkele millimeters naar achteren of
voren te schuiven tot hij goed vast zit).
Zodra de snel los te maken onderkant
op zijn plaats vergrendeld is, dan is
het zoals in de eerste fase, met andere
woorden met de borghendel perfect
parallel met de vloer, waardoor
gegarandeerd wordt dat de stoel stevig
verankerd is in de gekozen stand.
De stoel kan 180º gedraaid worden
naar de stoel aan de tegenoverliggende
kant. Om de stoel te draaien,
paragraaf "Stoel met draaivoet"
raadplegen.
4-ZITSBANK
(Bestelwagenversies
met dubbele cabine)
(voor bepaalde versies/markten)
Voor specifieke versies, kan het
voertuig voorzien zijn van een
4-persoons achterbank. De bank is
voorzien van een flessenhouder A fig.
35 aan de zijkant.de stoel kan met de hand worden
ingeklapt om toegang tot de laadruimte
mogelijk te maken fig. 36.
BELANGRIJK
6) Verstel de stoelen nooit tijdens
het rijden.
7) Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed
vergrendeld is door hem naar
voren en naar achteren te
schuiven. Als de stoel niet
vergrendeld is, kan hij plotseling
verschuiven en zou u de controle
over het voertuig kunnen
verliezen.
8) Houd, voor maximale veiligheid,
de rugleuning van uw stoel
rechtop, ga goed tegen de
rugleuning zitten en zorg ervoor
dat de gordel goed aansluit op de
borst en het bekken.
9) Controleer of de armsteunen zijn
opgeklapt voordat de gordels
worden omgelegd (zie paragraaf
"Veiligheidsgordels").
10) Controleer of de armsteun aan
portierszijde volledig is opgeklapt
alvorens de veiligheidsgordels
los te maken en de auto te
verlaten.
35F1A0393
36F1A0394
22
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 27 of 367

11) Verstel de stoelen nooit tijdens
het rijden. Zorg er tijdens het
draaien van de stoel voor dat deze
niet tegen de handrem komt.
12) Controleer of de stoel in de
rijstand is vergrendeld voordat de
motor gestart wordt.
13) Zet geen zware voorwerpen op
de klep terwijl het voertuig rijdt,
bij bruusk remmen of een botsing
zouden deze de inzittenden
kunnen raken en tot ernstig letsel
kunnen leiden.
14) Als de bank van de 2e rij is
neergeklapt mag er niet met
passagiers op de 3e rij worden
gereden. Plaats geen voorwerpen
op de rugleuning van de
neergeklapte bank van de 2e rij:
bij een botsing of bruusk remmen
kunnen deze voorwerpen tegen
de inzittenden komen en ernstig
letsel veroorzaken. Voor meer
informatie, zie de sticker onder de
bank.
15) Controleer of de bank goed
vergrendeld is in de rails op de
vloer wanneer hij teruggeplaatst
wordt.
BELANGRIJK
2) De bekleding van uw voertuig is
langdurig bestand tegen slijtage
als gevolg van normaal gebruik
van het voertuig. Het verdient
echter aanbeveling om hevig
en/of langdurig wrijven met
kledingaccessoires zoals metalen
gespen, sierknopen en
klittenbandsluitingen te
vermijden, omdat de grote druk
die hierdoor op een bepaalde plek
op de bekleding ontstaat,
plaatselijke slijtage en
beschadiging van de bekleding
kan veroorzaken.
HOOFDSTEUNEN
VOOR
Bij sommige versies zijn de
hoofdsteunen in hoogte verstelbaar en
vergrendelen ze automatisch in de
gewenste stand.
16)
Verstellen
❒Omhoog verstellen: breng de
hoofdsteun omhoog tot deze op zijn
plaats vastklikt.
❒Omlaag verstellen: druk op knop A
fig. 37 en breng de hoofdsteun
omlaag.
37F1A0039
23
Page 28 of 367

Om de hoofdsteunen voor te
verwijderen, druk tegelijkertijd op de
knoppen A en B fig. 37 op de zijkant
van de beide steunen en trek de
steunen naar boven.
BELANGRIJK
16) De verstelling mag alleen bij
stilstaand voertuig en
uitgeschakelde motor gebeuren.
De hoofdsteunen moeten zodanig
versteld worden dat het hoofd
en niet de nek er tegenaan steunt.
Alleen op deze manier oefenen
ze hun beschermende werking uit.
Voor een optimale bescherming
van de hoofdsteun, moet de
rugleuning zo zijn ingesteld dat
men rechtop zit en het hoofd zich
zo dicht mogelijk bij de
hoofdsteun bevindt.
STUURWIEL
Het stuurwiel kan axiaal worden
versteld.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒trek de hendelfig. 38 naar het stuur
(stand 2) om hem te ontgrendelen;
❒zet het stuurwiel in de gewenste
stand;
❒druk de hendel naar voren (stand 1)
om hem te vergrendelen.
17) 18)
BELANGRIJK
17) De afstelling van het stuurwiel
mag uitsluitend gebeuren bij
stilstaand voertuig en afgezette
motor.
18) Het is uitdrukkelijk verboden
after-market werkzaamheden
uit te voeren waarbij wijzigingen
van de stuurinrichting of
stuurkolom betrokken zijn (bijv.:
installatie van een
diefstalbeveiliging). Dergelijke
handelingen kunnen de prestaties
en veiligheid van het systeem
beïnvloeden, de garantie ongeldig
maken en bovendien leiden tot
het niet meer voldoen van het
voertuig aan de typegoedkeuring.
38F1A0040
24
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 29 of 367

ACHTERUITKIJKSPIEGELS
BINNENSPIEGEL
Met hendeltje A fig. 39 kan de spiegel in
twee standen gezet worden: normaal
of anti-verblindingsstand.
BUITENSPIEGELS
Spiegels met
handbediende
verstelling
Beide spiegelglazen kunnen met de
hand versteld worden.
19)
Spiegels met
elektrische verstelling
De elektrische verstelling kan alleen
uitgevoerd worden met de
contactsleutel in de stand MAR.
Om de spiegels te verstellen, knop B
fig. 40 in een van de vier standen
zetten: 1 spiegel links, 2 spiegel rechts,
3 groothoekspiegel links, 4
groothoekspiegel rechts.
Na de knop B in een stand te hebben
gezet, kan de gekozen spiegel worden
versteld door de knop in de richting
van de pijlen te bewegen.Spiegels met de hand
inklappen
Indien nodig (bijvoorbeeld in smalle
doorgangen of in wastunnels) kunnen
de spiegels met de hand ingeklapt
worden door ze van stand 1 in stand 2
te zetten fig. 41.
Als de spiegel per ongeluk naar voren is
geklapt (stand 3), bijvoorbeeld door
een botsing, dan moet hij met de hand
teruggezet worden in stand 1.
20)
Spiegels elektrisch
in-/uitklappen
(voor bepaalde versies/markten)
Indien nodig (bijvoorbeeld in smalle
doorgangen of in wastunnels) kunnen
de spiegels zowel met de hand als
elektrisch ingeklapt worden door ze van
stand 1 in stand 2 te zetten. fig. 41.
39F1A0353
40F1A0042
41F1A0043
25
Page 30 of 367

Elektrisch inklappen
Om de spiegel elektrisch in te klappen,
op punt 2 van de tuimelschakelaar A
fig. 42 drukken. Druk op punt 1 op de
schakelaar om de spiegels weer in
geopende stand te zetten.
BELANGRIJK Als de spiegels elektrisch
is ingeklapt, dan moet hij ook weer
elektrisch worden uitgeklapt: probeer
de spiegels niet met de hand open
te klappen.
Handmatig inklappen
Om de spiegels handmatig in te
klappen, ze van stand 1 fig. 41 in stand
2 zetten. Als de spiegels handmatig
zijn ingeklapt, dan kunnen ze zowel
handmatig als elektrisch weer worden
uitgeklapt.BELANGRIJK Om de spiegels
elektrisch uit te klappen, op punt 2 op
de tuimelschakelaar A fig. 42 drukken
tot een vergrendeling (klik) hoorbaar
is, vervolgens nogmaals op punt 1 van
de schakelaar drukken.
Naar voren klappen
De spiegels kunnen met de hand naar
voren worden geklapt (stand 3 fig.
41) of met de hand in stand 2 worden
gezet als ze per ongeluk naar voren zijn
geklapt (bijvoorbeeld door een botsing).
Als de spiegels handmatig of door
een botsing naar voren zijn geklapt, dan
kunnen ze zowel handmatig als
elektrisch opnieuw worden uitgeklapt.
Om de spiegels elektrisch uit te
klappen, op punt 2 op de
tuimelschakelaar A fig. 42 drukken tot
een vergrendeling (klik) hoorbaar is,
vervolgens nogmaals op punt 1 van de
schakelaar drukken.BELANGRIJK Als de spiegels per
ongeluk handmatig in de stand 3 fig. 41
zijn gezet, dan wordt de spiegel naar
een tussenstand gebracht. Zet in dat
geval de spiegel handmatig in de stand
1, druk vervolgens op punt 2 op de
tuimelschakelaar A fig. 42 om de
spiegel weer in de stand 2 te zetten tot
een “klik” hoorbaar is en druk
vervolgens op punt 1 op de
tuimelschakelaar om de spiegel weer in
stand 1 te brengen.
Ontdooien/ontwasemen
(voor bepaalde versies/markten)
De spiegels zijn voorzien van
verwarmingselementen die in werking
treden als de achterruitverwarming
ingeschakeld wordt (door het indrukken
van de knop
).
BELANGRIJK Dit is een tijdgeregelde
functie die na enkele minuten
automatisch wordt uitgeschakeld.
42F1A0044
26
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 31 of 367
BELANGRIJK
19) De buitenspiegel aan
bestuurderszijde is bolvormig;
hierdoor wordt de
afstandswaarneming ietwat
vertekend. Bovendien is het
spiegelglas van de onderste
spiegel bolvormig, waardoor het
zichtveld wordt vergroot. Hierdoor
lijkt de omvang van de
weerspiegelde objecten kleiner en
wordt de indruk gegeven dat
deze zich op grotere afstand
bevinden dan werkelijk het geval
is.
20) Tijdens het rijden moeten de
spiegels altijd in stand 1 staan.
27
Page 32 of 367
VERWARMING EN VENTILATIE
1. Vast luchtrooster bovenkant - 2. Verstelbare luchtroosters in het midden - 3. Vaste luchtroosters aan zijkant - 4. Verstelbare luchtroosters aan
zijkant - 5. Onderste luchtroosters voor voorstoelen.
MODE
43F1A0302
28
WEGWIJS IN UW AUTO