Page 17 of 367

BELANGRIJK
1) Druk knop B alleen in wanneer de
sleutel ver genoeg van het
lichaam (vooral de ogen) en van
voorwerpen die snel beschadigen
(bijvoorbeeld kleding) is
verwijderd. Laat de sleutel niet
onbeheerd achter, om te
voorkomen dat mensen, met
name kinderen, per ongeluk op de
knop drukken.
BELANGRIJK
1) Lege batterijen zijn schadelijk
voor het milieu. Lege batterijen
moeten overeenkomstig de wet in
speciale bakken gedeponeerd
worden. Ze kunnen ook ingeleverd
worden bij het Fiat
Servicenetwerk dat voor hun
verwerking zal zorgen.
DIEFSTALALARM
(voor bepaalde versies/markten)
Het alarm wordt net als alle eerder
beschreven afstandsbedieningsfuncties
geregeld door de ontvanger die zich
onder het dashboard naast de
zekeringenkast bevindt.
Werking
Het alarm gaat onder de volgende
omstandigheden af:
❒wanneer een van de portieren, de
laadruimte of de motorkap
ongeoorloofd wordt geopend
(omtrekbeveiliging);
❒bij een startpoging (contactsleutel
wordt in de stand MAR gedraaid);
❒bij het loskoppelen van de accu.
Afhankelijk van de markt, worden bij
inschakeling van het alarm de
alarmsirene en de alarmknipperlichten
ingeschakeld (gedurende ongeveer
26 seconden). De wijze waarop het
alarmsysteem functioneert en het aantal
cycli verschillen naargelang de
marktuitvoering van de auto.
Er is een maximum aantal cycli voorzien
voor de geluidssignalen en de
alarmknipperlichten. Na verloop van dit
aantal cycli, zal het bewakingssysteem
weer normaal functioneren.BELANGRIJK De startblokkering wordt
verzekerd door de Fiat CODE die deze
functie automatisch inschakelt wanneer
de sleutel uit het contactslot wordt
genomen.
Inschakeling
Richt, bij gesloten portieren, laadruimte
en motorkap en met de sleutel in de
stand STOP of verwijderd, de sleutel
met de afstandsbediening naar het
voertuig en druk op de
vergrendelingstoets en laat deze weer
los.
Met uitzondering van sommige
marktuitvoeringen, klinkt er een
geluidssignaal (piep) en kunnen de
portieren vergrendeld worden.
Voordat het alarm wordt ingeschakeld,
wordt een zelfdiagnose uitgevoerd:
als een storing wordt gevonden, dan
klinkt er nogmaals een geluidssignaal.
Schakel in dat geval het alarm uit door
op de knop “ontgrendelen portieren/
ontgrendelen laadruimte” te drukken en
te controleren of de portieren en de
motorkap goed gesloten zijn. Hierna
kan het alarmsysteem weer worden
ingeschakeld door op de knop
“vergrendelen” te drukken.
13
Page 18 of 367

Als een portier of de motorkap niet
goed gesloten is, worden ze niet door
het alarmsysteem gecontroleerd.
Wanneer zelfs bij goed gesloten
portieren, motorkap en laadruimte het
geluidssignaal weerklinkt, dan heeft
zich een storing in de werking van het
systeem voorgedaan. Neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Wanneer de portieren
met de metalen baard van de sleutel
centraal worden vergrendeld, wordt het
alarm niet ingeschakeld.
BELANGRIJK De werking van het
diefstalalarm is marktgebonden en kan
dus per land verschillen.
Uitschakelen
Druk op de knop "ontgrendelen
portieren/ontgrendelen laadruimte” op
de sleutel met afstandsbediening.
De volgende dingen gebeuren (met
uitzondering van enkele
marktuitvoeringen):
❒de richtingaanwijzers knipperen twee
keer;
❒er klinken twee geluidssignalen
(piepjes);
❒de portieren worden ontgrendeld.BELANGRIJK Wanneer de portieren
met de metalen baard van de sleutel
centraal worden ontgrendeld, wordt het
alarm niet uitgeschakeld.
Aanwijzing
inbraakpoging
Wanneer er een poging tot diefstal
wordt gedaan, gaat het controlelampje
op het instrumentenpaneel branden
en verschijnt er een bericht op het
display (indien aanwezig, zie paragraaf
"Lampjes en berichten" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel").
Uitschakeling
Om het diefstalalarm buiten werking te
stellen (bijv. langdurige stilstand), sluit
het voertuig dan gewoon af door de
metalen baard van de sleutel met
afstandsbediening in het slot te draaien.
BELANGRIJK Wanneer de batterijen
van de sleutel met afstandsbediening
leeg zijn, of als er een storing in het
alarmsysteem is vastgesteld, dan kan
het systeem buiten werking worden
gesteld door de sleutel in het
contactslot te steken en hem in de
stand MAR te draaien.
CONTACTSLOT
De sleutel kan naar 3 standen worden
gedraaid fig. 10:
❒STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden en stuur
geblokkeerd. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, elektrische
ruitbediening enz.) kunnen blijven
werken;
❒MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten (instabiele stand).
Het contactslot is voorzien van een
elektronische beveiliging: als de motor
bij de eerste poging niet aanslaat, moet
de sleutel teruggedraaid worden naar
de stand STOP om opnieuw te kunnen
starten.
2) 3) 4) 5)
10F1A0009
14
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 19 of 367

STUURSLOT
Inschakeling
Wanneer de sleutel op STOP staat, de
sleutel verwijderen en het stuurwiel
verdraaien tot het vergrendelt.
Uitschakeling
Draai het stuur enigszins terwijl de
contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid.
BELANGRIJK
2) Als er geknoeid is aan het
contactslot (bijv. een poging tot
diefstal), dan moet dit
gecontroleerd worden bij het Fiat
Servicenetwerk voordat er verder
gereden wordt.3) Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt
verlaten, om onverhoeds gebruik
van de bedieningselementen te
voorkomen. Vergeet niet de
handrem aan te trekken. Schakel
de eerste versnelling in als het
voertuig op een helling omhoog
staat geparkeerd en de
achteruitversnelling bij een helling
omlaag. Laat nooit kinderen
zonder toezicht in het voertuig
achter.
4) Verwijder de sleutel nooit terwijl
het voertuig rijdt. Het stuurwiel
zal blokkeren zodra eraan
gedraaid wordt. Dit geldt ook voor
voertuigen die gesleept worden.
5) Het is ten strengste verboden om
aftermarket-werkzaamheden uit
te voeren waarbij wijzigingen aan
de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv.:
installatie van een
diefstalbeveiliging). Dergelijke
handelingen kunnen de prestaties
en veiligheid van het systeem
beïnvloeden, de garantie ongeldig
maken en bovendien leiden tot
het niet meer voldoen van het
voertuig aan de typegoedkeuring.
STOELEN
6)
2)
Afstelling in de lengte
Trek hendel A fig. 11 omhoog en schuif
de stoel naar voren of naar achteren:
in de rijstand moeten de armen op
de rand van het stuurwiel rusten.
7)
Afstelling in de hoogte
De stoel omhoog verstellen:gaop
de stoel zitten, trek de hendel B fig.
11 (voorste deel van de stoel) of de
hendel C fig. 11 (achterste deel van de
stoel) omhoog en verplaats uw
lichaamsgewicht weg van het deel van
de stoel dat omhoog versteld moet
worden.
11F1A0021
15
Page 20 of 367

De stoel omlaag verstellen:gaopde
stoel zitten, trek de hendel B (voorste
deel van de stoel) of de hendel C
(achterste deel van de stoel) omhoog
en leun met uw lichaamsgewicht tegen
het deel van de stoel dat omlaag
versteld moet worden.
Afstelling rugleuning
Draai knop D naar fig. 11.
8)
Afstelling lendensteun
Om af te stellen, aan knop E fig. 12
draaien.GEVEERDE STOEL
Voor maximaal comfort en veiligheid is
de stoel voorzien van een mechanisch
veersysteem en een hydraulische
schokdemper. Het veersysteem
absorbeert bovendien grotendeels de
oneffenheden van het wegdek.
Zie de paragraaf “Stoelen” voor de
verstelling in lengterichting, de
hoogteverstelling, de rugleuning- en
lendensteunverstelling en de verstelling
van de armsteun.
Instelling ballastgewicht
Gebruik de instelknop A fig. 13 om de
stoel in te stellen op basis van het
lichaamsgewicht, tussen 40 kg en 130
kg.STOELEN MET
VERSTELBARE
ARMSTEUNEN
De bestuurdersstoel kan uitgerust zijn
met een armsteun die opklapbaar is en
in hoogte versteld kan worden. Gebruik
de draaiknop A fig. 14 om af te stellen.
9) 10)
STOEL MET DRAAIVOET
(voor bepaalde versies/markten)
De stoel met draaivoet kan 180°
worden gedraaid in de
tegenovergestelde richting. Gebruik de
knop A fig. 15 om de stoel te
draaien.Alvorens de stoel te draaien, de
stoel naar voren schuiven en hem
daarna pas in lengterichting verstellen
fig. 16.
12F1A0022
13F1A0023
14F1A0024
16
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 21 of 367

DRAAIBARE STOEL MET
INGEBOUWDE GORDEL
(voor bepaalde versies/markten)
Deze stoel is voorzien van een
driepunts-veiligheidsgordel fig. 17, twee
verstelbare armsteunen (zie de
paragraaf “Stoelen met verstelbare
armsteunen” voor de verstelling) en
hoofdsteun die in hoogte kan worden
versteld (zie de paragraaf
“Hoofdsteunen” voor de verstelling).
11)
Afstelling rugleuning
Gebruik hendel A fig. 18.Afstelling in de hoogte
Gebruik knop B fig. 18 of C fig. 18 om
de voorkant/achterkant van de stoel
omhoog of omlaag te brengen.
Stoel draaien
De stoel kan tot 180° worden gedraaid
in de richting van de stoel aan de
tegenoverliggende zijde en ongeveer
35° naar het portier. De stoel kan
worden vergrendeld hetzij in de
rijrichting, hetzij 180° gedraaid.
Gebruik hendel D fig. 19 (op de
rechterkant van de stoel) om de stoel te
draaien.
Alvorens de stoel te draaien, de stoel
naar voren schuiven en hem daarna
pas in lengterichting verstellen fig. 16.
12)
15F1A0025
12
16F1A0026
17F1A0027
18F1A0028
19F1A0029
17
Page 22 of 367

Stoelverwarming
(voor bepaalde versies/markten)
Met de sleutel op stand MAR, knop E
fig. 20 indrukken om de functie in/uit te
schakelen.
CAPTAIN CHAIR STOEL
(voor bepaalde versies/markten)
Het voertuig kan uitgerust zijn met een
Captain Chair fig. 21 stoel die,
afhankelijk van de uitvoering, op
verschillende manieren versteld kan
worden (draaiend of vast, met
veiligheidsgordel, enz.).
Zie voor de verschillende mogelijkheden
hetgeen beschreven is in de vorige
paragraaf "Draaibare stoel met
ingebouwde gordel").KLEP OP ZITBANK
(voor bepaalde versies/markten)
De stoel is voorzien van een
uitvouwbare klep die kan worden
gebruikt als leesplank. Trek voor
gebruik aan het lipje A fig. 22 en breng
de klep omlaag. De klep is voorzien
van twee bekerhouders en een
steunvlak met papierklem.
13)
OPBERGVAK ONDER DE
STOEL
(voor bepaalde versies/markten)
Onder de stoel bevindt zich een
opbergvak A fig. 23 dat gemakkelijk
verwijderd kan worden door de haken
op de vloer los te maken.
20F1A0030
21F1A0345
22F1A0031
23F1A0032
18
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 23 of 367

KUNSTSTOF DEKSELS
OP DE STOELVOET
(voor bepaalde versies/markten)
Het voorste deksel A fig. 24 kan
geopend worden door de hendel B fig.
24 op de bovenkant los te maken.
Zo wordt toegang verkregen tot het
opbergvak onder de stoel (zie paragraaf
"opbergvak onder de stoel").
Schuif de stoel zo ver mogelijk naar
achteren om het deksel makkelijker te
kunnen openen en het opbergvak te
bereiken.
Om het voorste deksel te verwijderen,
dit zo ver mogelijk naar voren draaien
en losmaken uit de bevestigingen in het
onderste deel door het naar de
voorzijde van het voertuig te trekken.PANORAMAVERSIES
Verstelling opklapbare
rugleuning
passagiersstoel
Draai aan knop A fig. 25.
Toegang tot de stoelen
van de tweede rij
Om toegang te krijgen tot de stoelen
van de tweede rij, hendel B fig. 25
gebruiken voor de stoel aan de rechter
buitenzijde van de eerste rij en de
rugleuning naar voren klappen, door
deze met uw linkerhand omlaag te
duwen.
Wanneer de stoel weer in de normale
stand wordt gezet, wordt de stoel
automatisch vergrendeld en hoeft de
hendel niet meer bediend te worden.De twee zijzitplaatsen op de
Panoramabank van de tweede rij zijn
vast ingebouwd.
Opklapbare rugleuning
middelste stoel (2e - 3e
rij)
Til hendel C fig. 25 omhoog en klap de
rugleuning naar voren.
Op de achterzijde van de middelste
zitplaats is een stevig blad met
bekerhouders voorzien dat kan worden
gebruikt als armsteun of tafeltje.
Til de hendel op om de rugleuning weer
in de normale stand te zetten.
Om de rugleuning van de middelste
stoel van de tweede rij neer te klappen,
de hoofdsteun verwijderen zodat de
rugleuning van de middelste stoel van
de eerste rij gemakkelijker kan worden
versteld.
COMBIVERSIES
Easy Entry stand
Til hendel A fig. 26 omhoog en klap de
rugleuning naar voren.
24F1A0033
25F1A0034
19
Page 24 of 367

Neergeklapte stand
Ga als volgt te werk:
– verwijder de hoofdsteunen na de
bank in de stand "easy entry" te
hebben gezet;
– til hendel B fig. 27 (die zich onder
hendel A bevindt fig. 26) omhoog met
uw rechterhand;
– draai de rugleuning 5° naar achteren;
– klap de rugleuning naar voren met
uw linkerhand.
14)
De bank verwijderen
BELANGRIJK Om de bank te kunnen
verwijderen zijn minstens twee
personen nodig.
Ga als volgt te werk om de bank te
verwijderen:draai, vanuit de ingeklapte stand, de
hendels C en D fig. 28, naar voren
(zoals aangegeven op de sticker die
zich op de onderste dwarsbalk
bevindt);
– til de stoelbasis naar voren omhoog;
– zet de bank rechtop;
– draai, terwijl de bank rechtop staat,
de hendels E en F fig. 29 omhoog;
– til de bank van de vloer en verwijder
hem.
15)
FLEX FLOOR
ACHTERBANK
Ga als volgt te werk om de stoel los te
maken:❒verplaats de achterste borghendel A
fig. 30 om het losmaken van de
veiligheidsclip eronder te
vergemakkelijken (beweging1);
❒trek aan de zwarte knop B fig. 30
(beweging2);
26F1A003527F1A003628F1A0037
29F1A0038
20
WEGWIJS IN UW AUTO