Page 145 of 248
Defecte lamp
143
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Derde remlicht
Type B, P21W - 21W
- Draai de twee bouten los.
- Verwijder de lamp.
- Druk de twee borglippen uit elkaaren verwijder de lamphouder.
- Druk de defecte lamp iets in en draaihem linksom om hem te
verwijderen.
- Vervang de lamp.
Kentekenplaatverlichting
Type C, C5W - 5 W
- Druk het lampglas op het door de pijl aangegeven punt los en verwijder het.
- Druk de twee contacten uit elkaar en verwijder de defecte lamp.
- Controleer na het vervangen van de lamp of de nieuwe lamp goed tussen
de contacten vastzit.
- Breng het lampglas aan en druk het vast.
Page 146 of 248
Ruitenwisserbladen versleten
144
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
RUITENWISSERBLAD
VERVANGEN
Voor een gemakkelijke toegang tot de
ruitenwissers en de ruitensproeierkoppen
kunt u in de uitsparingen van de voorbumper
gaan staan. Vervangen van een wisserblad vóór
Til de ruitenwisserarm op.
Maak het wisserblad los door de knop in te drukken
en verwijder het door het naar buiten te trekken.
Monteer het nieuwe wisserblad en controleer of
deze goed vastzit.
Zet de ruitenwisserarm terug.
Vervangen van het wisserblad achter
Til de ruitenwisserarm op, maak de clip los en verwijder het
wisserblad.
Monteer het nieuwe wisserblad en zet de ruitenwisserarm terug.
Zet het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten. Controleer of de ruitensproeierkoppen niet
verstopt zitten.
Page 147 of 248

Lekke band
145
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Plaatsen van de auto
Zet de auto voor zover mogelijk op een
horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.
Trek de handrem aan, zet het contact af en
schakel de eerste versnelling in.
Trek een veiligheidsvest aan en plaats de
gevarendriehoek.
Gereedschap
Het gereedschap bevindt zich in een kist
onder de zitting van de voorpassagiersstoel.
- Draai de knop een kwart omwenteling en trek aan de kist.
- Druk na gebruik van het gereedschap op de knop en draai deze een kwart
omwenteling om de kist vast te zetten.
A. Verlengstuk wielsleutel.
B. Ratel.
C. Krik.
D. Afneembaar sleepoog.
E. Wielsleutel.
F. Schroevendraaier.
WIEL VERWISSELEN
Zorg ervoor dat de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige plek
bevinden.
Plaats indien mogelijk een wielblok bij het
wiel kruislings tegenover het te verwisselen
wiel. De krik en het gereedschap behoren bij
uw auto. Gebruik ze niet voor andere
doeleinden.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op
de krik steunt (gebruik bokken).
Page 148 of 248
Lekke band
146
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Verwijderen van het te repareren wiel
- Wip de wieldop los met de schroevendraaier F en verwijder hem.
- Draai de bouten iets los met de wielsleutel E .
- Plaats de krik C onder één van de vier
steunpunten aan de onderzijde (bij het
te verwisselen wiel).
Reservewiel
De bevestigingsbout van het reservewiel
bevindt zich rechts onder de achterbumper.
- Draai de bout met behulp van het verlengstuk A en de ratel B los om het
reservewiel los te maken.
- Draai totdat de beweging blokkeert, tot aan het zogenaamde zware punt. - Neem het reservewiel uit de houder met
behulp van de ratel.
- Draai de handgreep G los en verwijder
de steun H .
- Maak het reservewiel los en plaats het bij het te verwisselen wiel.
Page 149 of 248

Lekke band
147
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Monteren van het gerepareerde wiel
Volg voor het monteren van het
gerepareerde wiel dezelfde procedure als
voor het monteren van het reservewiel.
Vergeet niet de wieldop te bevestigen. Zie de rubriek "Technische gegevens -
Identificatie" voor de plaats van de
bandenspanningssticker.
Het reservewiel is niet geschikt voor het afl eggen
van lange afstanden. Laat zo snel mogelijk
het aanhaalmoment van de wielbouten en de
bandenspanning van het reservewiel door het
CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats controleren.
Laat bovendien de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en het oorspronkelijke wiel in de plaats
van het reservewiel monteren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Monteren van het reservewiel
- Plaats het reservewiel op de naaf en breng de wielbouten met de hand aan.
- Draai de wielbouten iets aan met de wielsleutel E .
- Laat de krik volledig zakken en verwijder deze vervolgens.
- Draai de bouten nogmaals aan met de wielsleutel E zonder te forceren.
- Plaats het wiel met de lekke band bij de achterzijde van de auto. - Bevestig de steun H
en schroef de
handgreep G vast.
- Steek het verlengstuk A in het gat
en draai de bout volledig vast met de
ratel B om het wiel te bevestigen.
- Berg het gereedschap en de wieldop op.
Plaats de krik bij uitvoeringen met
wegklapbare treeplank onder een hoek
van 45°.
- Draai de krik uit met behulp van de ratel B tot het wiel enkele centimeters
van de grond verwijderd is.
- Draai de bouten volledig los en verwijder het te repareren wiel.
Page 150 of 248

Lekke band
148
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
BANDENREPARATIESET Reparatie van een band
- Trek de handrem aan. Haal het dopje van het ventiel van de te repareren
band, monteer de vulslang B en schroef
de ring E vast op het ventiel, - start de motor,
- sluit stekker G
aan op de dichtstbijzijnde
12V-aansluiting in de auto,
- schakel de compressor in door de schakelaar F in de stand I (aan) te
zetten,
- breng de band op een spanning van 4 bar.
Voor een betrouwbaardere meting van de
druk wordt aangeraden om de druk met de
compressor uitgeschakeld af te lezen op de
manometer H .
- controleer of de schakelaar F van de
compressor in de stand 0 (uit) staat,
Deze set voor tijdelijke bandenreparatie
bevindt zich voorin in het interieur.
Deze bevat:
- een patroon A
, met daarin het
afdichtmiddel, voorzien van:
● een vulslang B ,
● een sticker C "max. 80 km/h", die de
bestuurder op een zichtbare plaats op
het dashboard moet plakken nadat de
band gerepareerd is,
- een beknopte gebruiksaanwijzing voor de bandenreparatieset,
- een compressor D voorzien van een
manometer en aansluitingen,
- aansluitnippels om verschillende onderdelen op spanning te brengen.
Page 151 of 248

Lekke band
149
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
- Maak, als binnen 5 minuten de spanning van minimaal 3 bar niet bereikt is,
de compressor los van het ventiel
en de 12V-aansluiting. Rijd de auto
ongeveer 10 meter naar voren om het
afdichtmiddel binnen in de band te
verdelen.
- Breng de band vervolgens weer op spanning:
● schakel de compressor uit als binnen 10 minuten de waarde van minimaal
3 bar niet bereikt is: de band is te
zwaar beschadigd om gerepareerd
te kunnen worden. Raadpleeg
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
● rijd zo snel mogelijk verder als de bandenspanning een waarde heeft
bereikt van 4 bar .
Zet de auto na 10 minuten stil en controleer
de bandenspanning opnieuw.
Breng de band indien nodig op de juiste
spanning en raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Controle en op spanning brengen
De compressor kan ook gebruikt worden om
de bandenspanning te controleren en de
banden op de juiste spanning te brengen.
- Maak de slang I los en sluit deze
rechtstreeks aan op het ventiel van de
band; de patroon is op deze manier
met de compressor verbonden en
het afdichtmiddel zal niet worden
ingespoten.
Verbind slang I met het ventiel van de
band als de bandenspanning te hoog is en
druk op de gele toets in het midden van de
schakelaar van de compressor.
Vervangen van de patroon
Voer de volgende handelingen uit om de
patroon met afdichtmiddel te vervangen:
- maak de slang I los,
- draai de te vervangen patroon naar links en til deze op,
- plaats de nieuwe patroon en draai deze naar rechts,
- sluit de slang I weer aan en verbind de
slang B in zijn houder.
De patroon bevat ethyleen-glycol. Dit is
schadelijk bij inslikken en kan de ogen
irriteren.
Houd de patroon daarom buiten het bereik
van kinderen.
Gooi de patroon na gebruik niet zomaar
weg, maar lever deze in bij het CITROËN-
netwerk of een hiervoor bestemd
inzamelpunt.
Deze reparatieset en de patronen zijn
verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk.
Page 152 of 248

Slepen van uw auto of slepen van een andere auto
150
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
SLEPEN
Slepen van uw auto
Het afneembare sleepoog bevindt zich in
de gereedschapskist onder de stoel van de
voorpassagier.
Maak het klepje los met behulp van bijvoorbeeld
een platte schroevendraaier.
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
Maak de goedgekeurde sleepstang vast aan het
afneembare sleepoog.
Plaats de versnellingshendel in de neutraalstand.
Slepen van een andere auto
Het vaste sleepoog bevindt zich rechts
onder de bumper.
Maak de goedgekeurde sleepstang vast aan
het vaste sleepoog.
Als dit voorschrift niet wordt nageleefd,
kan dit leiden tot schade aan bepaalde
onderdelen van het remsysteem en het
ontbreken van rembekrachtiging na het
starten van de motor.
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met stilstaande
motor zijn de rem- en stuurbekrachtiging
uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen slepen
door een professioneel bergingsbedrijf:
- als de auto is gestrand op de autosnelweg,
- bij auto's met vierwielaandrijving,
- als het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgrendelen of
de handrem los te zetten,
- bij takelen met slechts twee wielen op de grond,
- bij het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...