2
Inhoud
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP00A_SOMMAIRE_ED01-2014
3. ERGONOMIE en COMFORT 43-83
Lichtschakelaar 44 Ruitenwissers 47Snelheidsregelaars 48Snelheidsbegrenzers 54Ontdooien en ontwasemen 58Verwarming/handbediende airconditioning 60Automatische airconditioning 62Extra verwarmingssystemen 64Verwarming/airconditioning achter 64Programmeerbare standkachel 66Voorstoelen 69Tweezitsbank vóór 71Achterstoelen 72Dubbele cabine 74Indeling vóór 75Indeling achter 80Spiegels 82Elektrisch bedienbare ruiten 83
Dashboard 4Exterieur 6Cockpit 7Interieur 9Technische gegevens - Onderhoud 10Milieu 11Eco-rijden 12
1. IN EEN OOGOPSLAG4-134. TECHNOLOGIE aan BOORD 84-94
Confi guratie van de auto 84Boordcomputer 89Tachograaf 90Parkeerhulp achter 91Achteruitrijcamera 92Luchtvering 93
2. VOORDAT u GAAT RIJDEN14-42
Afstandsbediening 14Sleutel 16Alarm 19Voor- en achterportieren 20Laadruimte 22Instrumentenpaneel 23Verklikkerlampjes 24Brandstofniveaumeter 32Temperatuurmeter 32Controlesysteem bandenspanning 33Onderhoudsindicator 35Versnellingsbak en stuurwiel 36Schakelindicator 36Starten en stoppen 38Wegrijden op een helling 39Stop & Start-systeem 40
Dit pictogram wijst u op de
specifieke uitrustingen van
de Combi.
Zijschuifruiten. Verwarming/ airconditioning achter.
Achterstoelen/-banken.
6
Lokalisatie
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP01_COUP D OEIL_ED01-2014
EXTERIEUR
Achterlichten, richtingaanwijzers,
3e remlicht,
mistachterlicht 44, 138, 142-143 Linkerzijde:
brandstofvuldop, brandstoftank 129
Onderbreking brandstoftoevoer 130
Laadruimte 80-81
Achterdeuren 21
Kentekenplaatverlichting 143
Parkeerhulp 91
Reservewiel, krik, wiel verwisselen,
gereedschap,
bandenreparatieset 145-149
Bandenspanning 149, 163
Sneeuwkettingen 120
Takelen, slepen 150
Trekhaak, kogel 116-118 Afmetingen
152-158
Accessoires 119
Imperiaal, allesdragers 118
Remmen, remblokken 124, 127
Remhulpsystemen 96-97
Dynamische stabiliteitscontrole 98-100
Bandenspanning 149, 163
Luchtvering 93-94 Sleutel, afstandsbediening, batterij 14-17
Starten
18, 38-39
Centrale vergrendeling 22
Codekaart 18
Alarm 19
Ruitenwisserbladen 144
Buitenspiegels 82
Zijknipperlichten 141
Koplampen, richtingaanwijzers,
mistlampen 44, 138-141
Koplampverstelling 46
Koplampsproeiers 47
Lampen vervangen 138-141
Portieren openen/sluiten 20-22
Sleutel 15-16
Motorkap openen, motorkapsteun 122
Autoclose 84, 87
1
IN EEN OOGOPSLAG
7
Lokalisatie
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP01_COUP D OEIL_ED01-2014
COCKPIT
Instrumentenpaneel, displays, tellers 23
Verklikkerlampjes 24-31
Meters 32, 35
Opschakelindicator 36-37
Lichtschakelaar 44-46
Automatische verlichting 45
Follow me home-verlichting 45
Parkeerlichten 46
Motorkap openen 122
Zekeringen dashboard 134-136
Confi guratie van de auto 84-86
Tijd instellen 85
Koplampverstelling 46
Mistlampen voor, mistachterlicht 44
Luchtvering 93-94
Stop & Start-systeem 40-42
Extra verwarming,
airconditioning achter 64-65
Programmeerbare standkachel 66-68 Ruitenwissers voor/achter
47
Ruiten-/koplampsproeiers 47
Boordcomputer - MODE 89
Starten, contactslot 38
Hill Start Assist 39
Snelheidsregelaars 48-50, 51-53
Snelheidsbegrenzer 54-56
Vaste snelheidsbegrenzer 57
Stuurwiel in diepte verstellen 37
Claxon
96
Cockpit 4-5
Stuurkolomschakelaars
autoradio 10.5, 10.53
Ruitbediening, spiegels 82-83
Vergrendeling laadruimte 22
1
IN EEN OOGOPSLAG
9
Lokalisatie
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP01_COUP D OEIL_ED01-2014
Veiligheidsgordels 102-103
Airbags 105-107
Passagiersairbag voor,
uitschakelen 106, 109
Handrem 95
Voorstoelen, verstellen 69-70
Stoel met demping 70
Tweezitsbank 71
Gereedschap, krik 75, 145 Kinderzitjes
108-111, 114-115
Binnenspiegel
82
Lane Departure
Warning System 101
Plafonnier cabine 78-79, 141
Lamp plafonnier cabine, vervangen 141
Plafonniers 78-79, 141
12V-aansluiting 77 Accu (+), opladen,
starten 131-133
Massapunt (-)
123, 131
Zekeringen passagierszijde 134, 136
INTERIEUR
Laadruimte 80-81
● sjorogen,
● schot,
● dakkoffer,
● bekleding,
● 12V-aansluiting,
● plafonnier,
● looplamp.
Stoelen/banken achter 72-73
Verwarming/airconditioning
achter
64-65
Achteruitrijcamera 92
Schuifdeur
20
Zijschuifruiten 81 ISOFIX-bevestigingen 112-113
Dubbele cabine 74
Accessoires 119
12
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP01_COUP D OEIL_ED01-2014
ECO-RIJDEN
Maak optimaal gebruik van de versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak,
rijd dan rustig weg en schakel zo snel mogelijk de tweede
versnelling in. Schakel bij het accelereren snel over naar een
hogere versnelling. De schakelindicator (indien aanwezig)
adviseert u de versnelling in te schakelen die het best geschikt is
voor de rijomstandigheden: volg het op het instrumentenpaneel
weergegeven schakeladvies zo snel mogelijk op.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op
de motor in plaats van het rempedaal te gebruiken en trap
het gaspedaal geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft,
neemt het brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot af en wordt de
geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid
van ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Gebruik op slimme wijze de elektrische voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is
opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de
airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de
ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging
kunnen beperken (zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is
bereikt (behalve bij auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitverwarming en de ontwaseming uit zodra deze
niet meer nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht
voldoende is.
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt\
u het brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot van uw auto
verminderen.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt
sneller op als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur
(DVD-speler, MP3-speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om
het elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
16
Toegang tot de auto
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
SLEUTEL
Met de sleutel kunt u de sloten van de auto
vergrendelen en ontgrendelen, de tankdop
openen en sluiten en de motor starten en
afzetten.
BATTERIJ AFSTANDSBEDIENING
Referentie: CR 2032/3 V.
Batterij vervangen
- Druk op de knop om de sleutel uit te klappen.
- Draai de schroef 1 van het gesloten
hangslot in de richting van het
geopende hangslot met een kleine
schroevendraaier.
- Wip met de schroevendraaier de batterijhouder 2 los. - Verwijder de batterij 3
en plaats de
nieuwe batterij op de juiste manier.
- Plaats de batterijhouder 2 in de sleutel
en draai de schroef 1 vast.
Wanneer niet de voorgeschreven
batterij gebruikt wordt, kan de
afstandsbediening beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend een door het CITROËN-
netwerk voorgeschreven batterij of een
batterij met gelijkwaardige eigenschappen.
Lever gebruikte batterijen in bij een speciaal
inzamelpunt.
18
Toegang tot de auto
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING
Alle sleutels zijn voorzien van een chip voor
de elektronische startblokkering.
Dit systeem blokkeert het brandstofsysteem
van de motor en wordt automatisch
ingeschakeld zodra de sleutel uit het contact
wordt verwijderd. Speel niet met de knop van de
afstandsbediening, om te voorkomen dat de
portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Mocht dit echter toch gebeuren en er is
na ongeveer 30 seconden geen portier
geopend, dan worden de portieren
automatisch weer vergrendeld.
Als zich in de buurt van de
afstandsbediening andere apparaten
bevinden die in hetzelfde frequentiegebied
werken (mobiele telefoons, alarmsystemen
van gebouwen), kan de werking van de
afstandsbediening tijdelijk verstoord worden.
De afstandsbediening werkt niet als de
sleutel in het contact zit, ook niet als het
contact is afgezet. Dit geldt niet voor het
opnieuw synchroniseren.
Gebruiksvoorschrift
Noteer het sleutelnummer zorgvuldig. Het
CITROËN-netwerk kan dan bij verlies snel
voor een nieuwe sleutel zorgen wanneer u
dit nummer en de codekaart meebrengt.
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering. Als de sleutel wordt herkend,
gaat dit verklikkerlampje uit en
kan de motor worden gestart.
Als de sleutel niet wordt herkend, kan de
motor niet worden gestart. Start de auto met
een andere sleutel en laat de defecte sleutel
controleren door het CITROËN.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen
in de auto) de sleutel met afstandsbediening
mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor
korte duur.
Bij het aanzetten van het contact moet de
code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Let er bij het aanschaffen van een
tweedehands auto op dat:
- u in het bezit bent van een codekaart,
- uw sleutels door het CITROËN-netwerk in het elektronische geheugen worden
opgeslagen, zodat u er zeker van kunt zijn
dat de in uw bezit zijnde sleutels de enige
zijn waarmee de auto kan worden gestart.
CODEKAART
De codekaart wordt u bij aflevering van
de auto samen met de twee sleutels
overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatiecode die
het -netwerk nodig heeft bij werkzaamheden
aan de elektronische startblokkering. De
code is afgedekt, verwijder de film alleen als
dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een veilige plaats
buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u een
verre reis maakt en bewaar de kaart bij uw
persoonlijke documenten.
19
2
Toegang tot de auto
VOORDAT
u GAAT RIJDEN
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
Storing in de afstandsbediening
Ontgrendel de portieren met de sleutel: het
alarm gaat af.
Zet het contact aan; de identificatie van de
sleutelcode zorgt ervoor dat de sirene stopt. Als de portieren met de sleutel worden
vergrendeld, wordt het alarm niet
ingeschakeld.
Uitschakelen met de afstandsbediening
Druk op deze knop. Het
alarmsysteem wordt
uitgeschakeld op het moment dat
de auto wordt ontgrendeld.
Uitschakelen van de wegsleepbeveiliging *
Druk op deze knop om de
bescherming uit te schakelen
(bijvoorbeeld als de auto met
ingeschakeld alarm wordt
gesleept).
De bescherming blijft ingeschakeld tot de
portieren centraal worden ontgrendeld.
ALARM
Uw auto is afhankelijk van de uitvoering
voorzien van een inbraakalarm.
Dit systeem zorgt voor:
- een omtrekbeveiliging, dankzij sensoren op de portieren, deuren en motorkap en
op de elektrische voeding,
- een wegsleepbeveiliging * .
Inschakelen van het alarm
Controleer eerst of de portieren, deuren en
motorkap goed zijn gesloten.
* Volgens motoruitvoering.
Gebruiksvoorschrift
Snel uitschakelen van de sirene als deze
per ongeluk is afgegaan:
- zet het contact aan, de identificatie van de sleutelcode zorgt ervoor dat de
sirene stopt,
- druk op de ontgrendelknop (cabine en sleutel) van de afstandsbediening.
Als u de auto wilt vergrendelen zonder het
alarmsysteem in te schakelen, bijvoorbeeld
om de auto te wassen, vergrendel de auto
dan met de sleutel in het slot.
Bij het ontgrendelen van de auto met
de afstandsbediening wordt de sirene
automatisch uitgeschakeld.
Druk op dit hangslot om het alarm
in te schakelen. De beveiliging
wordt na enkele seconden
ingeschakeld.
Als het alarm in de waakfase is, wordt bij een
inbraak gedurende ongeveer 30 seconden
de sirene geactiveerd, waarbij tevens de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Het alarm komt vervolgens terug
in de waakfase, maar het systeem
geeft op het moment dat het contact
wordt aangezet aan dat het alarm is
afgegaan door het gedurende 10 seconden branden
van het verklikkerlampje van de elektronische
startblokkering.
Het alarm gaat tevens af nadat de elektrische
voeding is onderbroken en weer wordt aangesloten.