Cockpit
23
2
VOORDAT
u GAAT RIJDEN
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
1. Snelheidsmeter (kilometers/mijlen).
2. Display.
3. Brandstofniveaumeter.
4. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
5. Toerenteller.
INSTRUMENTENPANEEL
Display
In het onderste gedeelte:
- Tijd,
- Buitentemperatuur,
- Afgelegde afstand in kilometers/mijlen,
- Boordcomputer (actieradius, brandstofverbruik enz.),
- Stand van de hoogteverstelling van de koplampen,
- Programmeerbare waarschuwing te hoge snelheid,
- Snelheidsregelaar of snelheidsbegrenzer,
- Opschakelindicator,
- Stop & Start-systeem.
In het bovenste gedeelte:
- Datum,
- Onderhoudsindicator,
- Waarschuwingsmeldingen,
- Meldingen over de status van functies,
- Configuratie van de auto.
Cockpit
24
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
VERKLIKKERLAMPJES
Bij het starten van de motor wordt een automatische controle van een aan\
tal verklikkerlampjes uitgevoerd. Deze verklikkerlampjes blijven
kort branden.
Als bij draaiende motor een verklikkerlampje gaat branden of knipperen i\
n combinatie met een geluidssignaal en een melding op het
display, is dit een teken dat het desbetreffende onderdeel of systeem niet goed werkt. Volg in dat geval altijd de desbetreffende instructies.
Verklikkerlampje status signaleert Wat te doen
Service blijft kort
branden.
een kleine storing.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
blijft branden in
combinatie met
een melding op
het display. een ernstige storing.
Noteer de waarschuwingsmelding en neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Handrem -
Remvloeistofniveau
brandt. dat de handrem (nog iets) is
aangetrokken. Zet de handrem vrij; het verklikkerlampje zal uitgaan.
brandt. een te laag remvloeistofniveau. Vul bij met door CITROËN voorgeschreven remvloeistof.
blijft branden,
terwijl het niveau
correct is.
Stop onmiddellijk, zet het contact af en neem
contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+ Elektronische
remdrukregelaar brandt.
een storing in het systeem. Stop onmiddellijk en neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokeersysteem
(ABS) brandt. een storing in het systeem. Het remsysteem van de auto blijft werken, maar het antiblokkeersysteem
werkt niet meer. Toch adviseren wij u de auto stil te zetten en contact op
te nemen met het CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Cockpit
27
2
VOORDAT
u GAAT RIJDEN
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
Verklikkerlampje status signaleert Wat te doen
CDS/ASR knippert.
de werking van het systeem. Het systeem verbetert de tractie en zorgt ervoor dat de
auto beter bestuurbaar blijft.
brandt, in
combinatie
met een
geluidssignaal
en een melding
op het display. een storing in het systeem of in
de Hill Start Assist.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Rubriek "Veiligheid - Veilig rijden".
brandt. een storing in de Intelligent
Traction Control.
Emissieregeling brandt. de regeneratie van het roetfilter. Het is raadzaam de motor te laten draaien tot het
lampje dooft, om er zeker van te zijn dat de regeneratie
is voltooid.
Rubriek "Onderhoud - Niveaus en controles".
Emissieregeling brandt. een storing in het systeem. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bandenspannings-
controlesysteem
brandt. een band met een te lage
bandenspanning of een lekke
band. Zet de auto stil en zet het contact af. Verwissel of
repareer het wiel.
brandt in
combinatie met het
verklikkerlampje
Service.
een defecte sensor.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Cockpit
28
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
Verklikkerlampje status signaleert Wat te doen
Lane Departure
Warning System knippert in
combinatie
met een
geluidssignaal. een onbedoelde afwijking van
de koers naar links.
Draai het stuurwiel in de tegenovergestelde richting om
de auto weer in de juiste koers te brengen.
een onbedoelde afwijking van
de koers naar rechts.
Elektronische
startblokkering brandt.
dat de in het contactslot
gestoken sleutel niet herkend is.
Starten is niet mogelijk. Gebruik een andere sleutel en laat de defecte sleutel
controleren door het CITROËN-netwerk.
Rubriek "Voordat u gaat rijden - Opengaande delen".
brandt gedurende
ongeveer
10 seconden bij
het aanzetten
van het contact. het afgaan van het alarm.
Laat de staat van de sloten controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Water in
brandstoffilter brandt in
combinatie met
een melding op
het display. de aanwezigheid van water in
het brandstoffilter.
Laat het filter aftappen door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Rubriek "Onderhoud - Niveaus en controles".
Laag
brandstofniveau brandt met de
wijzer in zone E.
een bijna lege brandstoftank. Wacht niet met tanken. De actieradius met de
resterende hoeveelheid brandstof is afhankelijk van
de rijstijl, het profiel van de weg, de verstreken tijd en
het aantal kilometers dat is gereden sinds het lampje
brandt.
knippert. een storing in het systeem. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Voorgloeien
dieselmotor brandt.
dat voorgloeien van de dieselmotor
noodzakelijk is (koude omstandigheden). Wacht tot het lampje uit is alvorens de motor te starten.
Cockpit
30
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
Display geeft weer signaleert Wat te doen
Temperatuur/
Gladheid het
verklikkerlampje
voor gladheid en
de temperatuur
die knippert in
combinatie met
een melding op
het display. weersomstandigheden met
kans op gladheid.
Wees extra waakzaam en rem niet abrupt.
Rubriek "Veiligheid - Veilig rijden".
Datum/tijd een instelling:
datum, tijd. een instelling via het menu
"MODE". Rubriek "Technologie aan boord - Configuratie van de
auto".
Hoogte van de
koplampverstelling een verstelling
van de
koplampen. stand 0 t/m 3, afhankelijk van
de belading van de auto. Verstel de koplampen met de toetsen van het
bedieningspaneel MODE.
Rubriek "Ergonomie en comfort -
Stuurkolomschakelaars".
Onderhoudssleutel de sleutel die
blijft branden. een bijna verstreken
onderhoudsinterval. Raadpleeg het overzicht van controles in het
garantie- en onderhoudsboekje en laat vervolgens de
onderhoudsbeurt uitvoeren.
Stop & Start-
systeem brandt.
het in de STOP-stand zetten
van de motor nadat de auto tot
stilstand is gekomen. Zodra u wilt verder rijden, wordt de motor automatisch
weer gestart en gaat het verklikkerlampje uit.
knippert enkele
seconden en
gaat vervolgens
uit. het feit dat de STOP-stand
tijdelijk niet beschikbaar is of de
de START-stand automatisch is
geactiveerd.
Bijzondere gevallen van de STOP- en de START-stand.
Rubriek "Voordat u gaat rijden - Motor starten en
afzetten".
Cockpit
35
2
VOORDAT
u GAAT RIJDEN
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
ONDERHOUDSINDICATOR
Na het aanzetten van het contact
brandt het lampje (een sleutel die
onderhoudswerkzaamheden symboliseert)
gedurende enkele seconden: het display geeft
de afstand tot de volgende onderhoudsbeurt
aan volgens het onderhoudsschema in het
garantie- en onderhoudsboekje. Deze informatie
wordt bepaald op basis van de afgelegde
afstand sinds de vorige onderhoudsbeurt.
Na enkele seconden schakelt het display
weer over naar de normale weergave. Door de toets lang in te drukken keert u
terug naar het hoofdscherm.
Zie de rubriek "Technologie aan boord -
Configuratie van de auto".
Kwaliteitsindicator motorolie
Raadpleeg het overzicht van
de controles in het garantie- en
onderhoudsboekje dat u bij de
aflevering van de auto is overhandigd.
Oproepen van de informatie over het onderhoud
De informatie over het onderhoud kan altijd worden
geraadpleegd door kort op de toets MODE te
drukken.
Gebruik de pijltjestoetsen omhoog/omlaag om de
afstand tot de volgende onderhoudsbeurt en de
kwaliteit van de motorolie weer te geven.
Door de toets MODE opnieuw in te drukken, keert u
terug naar de verschillende menu's op het display.
Menu... Selecteer... Om ...
11
Service
Service
(km/mijl tot
onderhoudsbeurt)
Het nog af te
leggen aantal
kilometers/mijlen
tot de volgende
onderhoudsbeurt
weer te geven.
Olie (km/
mijl tot
verversen) Het nog af te
leggen aantal
kilometers/
mijlen tot de
volgende keer
olieverversen
weer te geven. Nulstelling
Het permanent knipperen van het lampje kan worden
uitgeschakeld door een gekwalifi ceerde werkplaats
door middel van het diagnosegereedschap.
Dit tweede verklikkerlampje
gaat samen met het eerste
verklikkerlampje branden als de
olie niet is ververst en de kwaliteit
van de olie een nieuwe grenswaarde
heeft overschreden. Laat, voordat deze
grenswaarde wordt bereikt, de olie verversen
om verdere verslechtering te voorkomen. Dit verklikkerlampje knippert bij het
starten van de motor en er verschijnt,
volgens uitvoering, een melding op
het instrumentenpaneel: het systeem
heeft een verslechtering van de kwaliteit van de
motorolie gedetecteerd. De motorolie moet zo
snel mogelijk worden ververst.
Voor de 3,0 l HDi-motoren zal het toerental
beperkt worden tot 3000 t/min en vervolgens
tot 1500 t/min zolang de olie niet is
ververst. Laat de motorolie verversen om
te voorkomen dat er schade aan de motor
ontstaat.
Starten en stoppen
38
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
CONTACTSLOT
Stand STOP : stuurslot.
Het contact is afgezet.
Stand MAR : contact AAN.
Verschillende accessoires functioneren.
Stand AV V (Avviemento): startmotor.
De startmotor wordt in werking gezet.
Starten van de motor
Verklikkerlampje
startblokkering
Gebruik als dit lampje brandt een
andere sleutel en laat de defecte
sleutel controleren door het CITROËN-
netwerk. Verklikkerlampje voorgloeien
dieselmotor
Zet het contact in de stand
MAR terwijl de handrem
is aangetrokken en de
versnellingsbak in de neutraalstand staat.
Wacht tot dit lampje uitgaat en zet
vervolgens de startmotor in werking (stand
AV V ) tot de motor aanslaat.
Hoe lang het lampje brandt, is afhankelijk
van de weersomstandigheden. Verklikkerlampje geopend
portier
Controleer als dit lampje brandt
of de portieren, achterdeuren,
schuifdeuren en motorkap goed zijn
gesloten.
Afzetten van de motor
Zet de auto stil en draai, terwijl de motor
stationair draait, de contactsleutel in de
stand STOP .
Bij lage temperaturen
In bergachtige en/of koude gebieden
wordt aanbevolen zogenaamde "winter"
brandstof te tanken die speciaal geschikt is
voor (zeer) lage temperaturen.
Zorg dat er geen gewicht (bijvoorbeeld
een zware sleutelhanger...) aan de
sleutel hangt: dit kan namelijk storingen aan
het contactslot veroorzaken. Als de motor warm is, brandt het lampje
slechts een kort ogenblik en kunt u de motor
direct starten.
Laat de sleutel los zodra de motor draait.
Starten en stoppen
39
2
VOORDAT
u GAAT RIJDEN
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
HILL START ASSIST
Deze aan de dynamische stabiliteitscontrole
gekoppelde functie (ook bekend onder
de naam HHC (Hill Holder Control))
vereenvoudigt het wegrijden op een helling.
Het systeem wordt geactiveerd onder de
volgende omstandigheden:
- de auto moet stilstaan met draaiende motor en het rempedaal ingetrapt,
- de helling moet steiler zijn dan 5%,
- bij het omhoog rijden op een helling moet de versnellingsbak in de neutraalstand
staan of moet een andere versnelling dan
de achteruitversnelling zijn ingeschakeld,
- bij het afdalen van een helling moet de achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill Start Assist is een voorziening om het
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt
worden als elektrisch bediende handrem. Werking
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt, hebt u
zodra u het rempedaal loslaat ongeveer
2 seconden de tijd om, zonder dat de auto
de helling af begint te rollen, gas te geven
en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de remdruk
geleidelijk te laten afnemen. Gedurende
deze fase is het mogelijk dat de remmen
hoorbaar zijn, het teken dat de auto in
beweging komt.
Storing
In het geval van een storing in het
systeem gaat dit verklikkerlampje branden
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding ter bevestiging op
het display. Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
De Hill Start Assist wordt gedeactiveerd
onder de volgende omstandigheden:
- als u het koppelingspedaal laat opkomen,
- als de handrem wordt aangetrokken,
- als de motor wordt afgezet,
- als de motor afslaat.