35
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Hoofdmenu Menu "Audiofuncties"
schakel de Autoradio in en selecteer dit menu. u
kunt vervolgens de functies die betrekking
hebben op de radio (
rDs,
re
G
, r
a
diotext),
de
c
D
-speler (introscan, random afspelen,
cD h
erhalen) of de MP3 -speler (
u
sb
-
/
ja
ck-
aansluitingen) in- en uitschakelen.
ra
adpleeg de rubriek Autoradio
voor meer informatie over het menu
"Audiofuncties".
Druk op toets A om het "Hoofdmenu" van het
multifunctionele display weer te geven. Via dit
menu hebt u toegang tot de volgende functies:
-
audiofuncties,
-
c
onfiguratie display,
-
t
elefoon (
bl
uetooth handsfree kit).se lecteer dit menu om de volgende instellingen
aan te passen:
-
he
lderheid van de weergave,
-
d
atum en tijd,
-
k
euze van de eenheden.
Menu "Configuratie
display"
1
controle tijdens het rijden
36
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
schakel de Autoradio in en selecteer dit menu. u
kunt vervolgens de bl uetooth handsfree kit
configureren (koppelingen), de verschillende
indexen van de telefoon (logboek van
oproepen, diensten enz.) openen en opties met
betrekking tot telefoongesprekken (opnemen,
beëindigen, dubbelgesprek, discretiefunctie
enz.) selecteren.Datum en tijd instellen
Menu "Bluetooth® -
telefoon - audio"
om veiligheidsredenen dient de
bestuurder uitsluitend bij stilstaande
auto het multifunctionele display te
configureren. Zie de rubriek Autoradio voor meer
informatie.
F
D
ruk op de toets A
.
F
s
e
lecteer met behulp van C het menu
"Datum en tijd instellen".
b
e
vestig door op
C op het stuur wiel of D op de autoradio te
drukken.
F
k
i
es met de knop C de configuratie van
het display.
b
e
vestig door op C op het
stuur wiel of D op de autoradio te drukken.
F
s
e
lecteer met B de datum en tijd, en
bevestig met C op het stuur of D op de
autoradio.
F
k
i
es met de knop C de te wijzigen
waarden.
b
evestig door op C op het
stuur wiel of D op de autoradio te drukken.
F
b
e
vestig de instelling met "OK” .
controle tijdens het rijden
37
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
kleurendisplay (met eMyWay)
Afhankelijk van de context geeft het display de
volgende informatie weer:
-
tijd,
-
datum,
-
hoogte,
-
b
uitentemperatuur (bij kans op gladheid
knippert de weergegeven temperatuur),
-
parkeerhulp,
-
audiofuncties,
-
i
nformatie over de telefoon en de mappen,
-
i
nformatie van het navigatiesysteem,
-
waarschuwingsmeldingen,
-
c
onfiguratiemenu's voor het display en het
navigatiesysteem.
Bediening
om met het bedieningspaneel van uw eMyWay
een van de functies te selecteren:
F
d
ruk op de toets "RADIO" , "MUSIC",
" N AV " , "TR AFFIC" , "SETUP" of
"PHONE" om toegang te krijgen tot het
desbetreffende menu,
F
dr
aai aan de draaiknop A om een functie of
een item uit de lijst te selecteren,
F
d
ruk op de toets B om de selectie te
bevestigen,
of
F
d
ruk op de toets Te r u g om de uitgevoerde
handeling af te breken en terug te keren
naar het vorige scherm.
Menu "SETUP"
F Druk op de toets "SETUP" om naar het
configuratiemenu te gaan. Dit menu biedt
de volgende keuzemogelijkheden:
-
"
Instellen weergave",
-
"
Instellen spraaksynthese",
-
"
ta
alkeuze",
-
"
bo
ordcomputer".
Weergave op het display
raadpleeg voor meer informatie over
deze functies de rubriek eMyWay.
1
controle tijdens het rijden
38
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Instellen van de
spraaksynthese
Via dit menu kunt u het volume van de
rijinstructies instellen en een stem kiezen
(man of vrouw).
Ta a l k e u z e
Via dit menu kunt u de weergavetaal van het
display wijzigen.
u kunt uw keuze maken uit de
weergegeven lijst.
Als u "Synchroniseren van de
minuten met GPS" selecteert, worden
de minuten automatisch ingesteld via
satellietontvangst.
Instellen weergave
Via dit menu kunt u de kleurstelling van het
display bepalen, de helderheid regelen, de
datum en tijd instellen, de afstandseenheid
bepalen (km of miles), de verbruiksweergave
instellen (l/100 km, mpg of km/l) en de
temperatuureenheid kiezen (°
ce
lsius of
°Fahrenheit).
Datum en tijd
F Druk op de toets " SETUP".
F se lecteer "Instellen weergave" en druk op
B om uw keuze te bevestigen.
F
s
e
lecteer "Instellen datum en tijd" en druk
op B om uw keuze te bevestigen.
F
s
t
el de parameters één voor één in met de
pijltoetsen en bevestig de instellingen door
op B te drukken.
Boordcomputer
Via dit menu kunt u informatie over de staat
van de auto bekijken. u hebt de volgende
keuzemogelijkheden:
-
"
Logboek met waarschuwingsmeldingen".
L
ijst met actieve waarschuwingen.
-
"st
aat van de functies".
o
v
erzicht van de staat van de functies
(geactiveerd, gedeactiveerd of defect).
om
veiligheidsredenen mag de
bestuurder de instellingen van het
multifunctionele display uitsluitend
aanpassen als de auto stilstaat.
controle tijdens het rijden
39
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
sleutel met afstandsbediening
u kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het portierslot of met de afstandsbediening.
D e sleutel met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisatie, de follow me home-verlichting en het starten van de auto en maakt deel uit van de
diefstalbeveiliging.
Uit-/inklappen van de
sleutel
Ontgrendelen met de
afstandsbediening
Openen van de auto
F Druk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen.
Ontgrendelen met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier richting de voorzijde van
de auto om de portieren te ontgrendelen.
Selectieve ontgrendeling met de
afstandsbediening
F Druk één keer op het geopende hangslot om alleen
het bestuurdersportier te
ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2
seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers en het
gaan branden van de interieurverlichting.
tegelijkertijd worden, afhankelijk van de uitvoering, bij
de eerste ontgrendeling de buitenspiegels uitgeklapt.
Het volledig of selectief ontgrendelen kan worden
ingesteld met behulp van het configuratiemenu
van het display van het instrumentenpaneel
(zie hoofdstuk "
co
ntrole tijdens het rijden").
st
andaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd. F
D
ruk nogmaals op het geopende hangslot
om de overige portieren en de achterklep
te ontgrendelen.
s
electieve ontgrendeling met de sleutel
is niet mogelijk.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2
seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers en het
branden van de plafonnier (als deze functie
geactiveerd is).te
gelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
uitgeklapt.
F
D
ruk op deze knop om de sleutel uit of in te
klappen.
2
toegang tot de auto
42
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Storing
na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
F
o
n
tgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
s
y
nchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
ra
adpleeg zo snel mogelijk het c
It
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats als
de storing niet is verholpen.
Synchroniseren
F Zet het contact af.
F Z et de sleutel in de stand 2 (Contact).
(ra
adpleeg de rubriek "
st
arten - afzetten
van de motor").
F
D
ruk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden, tot de auto vergrendeld is, op de
vergrendelknop (gesloten hangslot) van de
afstandsbediening.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Batterij vervangen
batterij ref.: cr2 032/3 V.
F
W
ip het huis met een kleine
schroevendraaier bij de inkeping los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
er wijder de lege batterij uit de houder.
F
P
laats de nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
k
l
ik het deksel vast op het huis.
Lokaliseren van de auto
F Druk op het gesloten hangslot om uw eerder vergrendelde auto te lokaliseren op
een parkeerplaats.
De binnenverlichting gaat branden en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele
seconden.
De auto blijft vergrendeld.
Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is,
wordt u gewaarschuwd door dit
controlelampje, een geluidssignaal
en een melding op het display.
toegang tot de auto
48
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden gereset:
F
t
rek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt
met bewegen,
F
l
aat de schakelaar los en trek hem opnieuw
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1
seconde vast,
F
d
ruk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
F
d
ruk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd deze
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkeren van de
ruitbediening en de
portiergrepen achter
F Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op de schakelaar 5 om de ruitbediening
achter, ongeacht de stand van de ruiten, te
blokkeren.
Als het lampje brandt, is de ruitbediening
geblokkeerd.
Als het lampje uit is, is de ruitbediening niet
geblokkeerd.
op h
et display van het instrumentenpaneel
wordt een melding weergegeven als de
blokkering van de ruitbediening in- of
uitgeschakeld wordt. Als het lampje een andere status heeft,
wijst dit op een storing in de elektrische
kinderbeveiliging.
Laat dit nakijken door het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
ne
em bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel
uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze
ervan verzekerd zijn dat niets het
correcte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Let er met name op dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Met deze schakelaar worden ook de
binnenportiergrepen van de achterportieren
geblokkeerd (zie het hoofdstuk
"Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen"- §
el
ektrische kinderbeveiliging").
toegang tot de auto
50
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Ontgrendelen
F Druk nogmaals op de knop A om de auto te
ontgrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat uit.
Automatische centrale
vergrendeling
Vergrendelen
Zodra sneller wordt gereden dan
10 km/h, worden de portieren en de achterklep
automatisch vergrendeld.
De automatische centrale vergrendeling werkt
niet als een van de portieren is geopend.
Als de achterklep is geopend, is de
automatische centrale vergrendeling van de
portieren actief.
Ontgrendelen
F Druk als sneller wordt gereden dan 10 km/h op de knop A om de portieren en
de achterklep tijdelijk te ontgrendelen.
Inschakelen
F Druk langer dan 2 seconden op de knop A .op h
et display van het instrumentenpaneel
verschijnt een melding ter bevestiging, in
combinatie met een geluidssignaal.
Uitschakelen
F Druk nogmaals langer dan 2 seconden op de knop A .
op h
et display van het instrumentenpaneel
verschijnt een melding ter bevestiging, in
combinatie met een geluidssignaal.
Als de auto van buitenaf is vergrendeld
of de supervergrendeling is
ingeschakeld, knippert het rode lampje
en is de knop A inactief.
F
G
ebruik in dat geval de
afstandsbediening of de sleutel om
de auto te ontgrendelen. Deze functie zorgt ervoor dat de portieren en
de achterklep tijdens het rijden automatisch en
volledig worden vergrendeld.
u
kunt de functie desgewenst inschakelen of
uitschakelen.
toegang tot de auto