Page 177 of 312
175
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Zekeringen motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de
motorkap, naast de accu (links).
Toegang tot de zekeringen
F Maak het deksel los.
F V ervang de zekering (zie de
desbetreffende paragraaf).
F
s
l
uit na het vervangen van de zekering
zorgvuldig het deksel voor een goede
afdichting van de zekeringkast.
Werkzaamheden aan zekeringen in
de zekeringhouder op de accu moeten
door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
11
Praktische informatie
Page 178 of 312
176
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Overzicht zekeringen
Zekering AmpèreFuncties
F1 20
AVoeding motormanagementcomputer, bediening koelventilatorunit,
multifunctioneel hoofdrelais motormanagement.
F2 15
AClaxon.
F3 10
A
ru
itensproeiers voor en achter.
F4 20
ADagrijverlichting.
F5 15
AVoorverwarming brandstof (dieselmotor), brandstofpomp
(benzinemotor).
F6 10
AA
b
s
/e
s
P
-computer, onderbrekingsrelais A
b
s
/e
s
P
, secundaire
remlichtschakelaar.
F7 10
A
el
ektrische stuurbekrachtiging.
F8 25
A
b
ediening startmotor.
F9 10
A
sc
hakel- en beveiligingsmodule (diesel).
F10 30
A
el
ektroklep brandstofpomp dieselmotor, verstuivers en bobines
(benzinemotor).
F11 40
AAanjager airconditioning.
Praktische informatie
Page 179 of 312
177
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Zekering AmpèreFuncties
F12 30
ALage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F13 40
AVoeding intelligente servicecentrale (
b
s
I
) (+ na contact).
F14 30
A
br
andstoftoevoer valvetronic (benzine).
F15 10
AGrootlicht rechts.
F16 10
AGrootlicht links.
F17 15
ADimlicht links.
F18 15
ADimlicht rechts.
F19 15
AVoeding multifunctioneel motormanagement (benzinemotor),
elektrokleppen inlaatluchtkoeling (diesel).
F20 10
AVoeding multifunctioneel motormanagement (benzine)
elektroklep turbodrukregeling (Diesel), niveaucontact
koelvloeistof (Diesel).
F21 5
AVoeding bediening koelventilatorunit,
relais APC, A
b
s
,
es
P
.
11
Praktische informatie
Page 180 of 312
178
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Overzicht hoofdzekeringen
Zekering AmpèreFuncties
MF1* 60
A
ko
elventilatorunit.
MF2* 30
AA
b
s
/e
s
P
-computer.
MF3* 30
AA
b
s
/e
s
P
-computer.
MF4* 60
AVoeding
bs I.
MF5* 60
AVoeding
bs I.
MF6* -
nie
t gebruikt.
MF7* -Zekeringkast interieur.
MF8* -
nie
t gebruikt.
*
D
e hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie.
Werkzaamheden aan de hoofdzekeringen dienen door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats uitgevoerd te worden.
Praktische informatie
Page 181 of 312

179
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
AccuProcedure voor het opladen van de accu en het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich in de motorruimte.toegang tot de accu:
F
o
pen de motorkap met de hendel in het
interieur en deblokkeer vervolgens de
veiligheidshaak via de buitenzijde,
F
b
evestig de motorkapsteun,
F
b
eweeg de kunststof afdekkap van de (+)
pool omhoog.
Deze sticker hoort bij het
s
t
op &
st
art-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door een dealer van
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan
vervanging toe is.
na h
et monteren van de accu door
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats duurt het
even voordat het
s
t
op &
s
t
art-systeem
weer zal werken, hoe lang dit duurt
is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8
uur duren).
11
Praktische informatie
Page 182 of 312

180
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Controleer van tevoren of de hulpaccu
een 12V-accu is en een capaciteit heeft
die minimaal gelijkwaardig is aan die
van de ontladen accu.
st
art de motor niet wanneer een
acculader is aangesloten.
ne
em de positieve (+) accupoolklem
niet los bij draaiende motor.
F
s
l
uit de rode kabel aan op de (+) pool van
de ontladen accu A en vervolgens op de
(+) pool van de hulpaccu B .
F
s
l
uit de groene of zwarte kabel aan op
de (-) pool van de hulpaccu B (of op het
massapunt van de auto met de hulpaccu).
F
s
l
uit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van
de auto met de ontladen accu (of op de
motorsteun).
F
s
t
art de motor van de auto met de
hulpaccu en laat deze enkele minuten
draaien.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto is ontladen, kan de
motor worden gestart met behulp van een
hulpaccu (een externe accu of de accu van een
andere auto) en startkabels.
F
s
t
el de startmotor van de auto met
ontladen accu in werking en laat de motor
draaien.
A
ls de motor niet direct aanslaat, zet dan
het contact af en wacht even tot u een
nieuwe poging doet.
F
W
acht tot de motor stationair draait
en neem dan de startkabels los in de
omgekeerde volgorde van het aansluiten.ee n aantal functies is niet beschikbaar
als de laadtoestand van de accu
onvoldoende is.
Praktische informatie
Page 183 of 312

181
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Laden met behulp van een
acculader
F Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
ko
ppel de accu niet los om deze op te
laden.
be
scherm uw ogen en gezicht voordat
u de accu hanteert.
Verricht uitsluitend ingrepen aan de
accu in een goed geventileerde ruimte,
uit de buurt van open vuur of vonken
gevende voor werpen, om elk risico van
brand- of explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer niet een bevroren accu op
te laden: de accu moet eerst worden
ontdooid om explosiegevaar uit te
sluiten. Laat een bevroren accu voordat
u hem laat opladen eerst controleren
door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Daar wordt
voor u gecontroleerd of de inwendige
componenten zijn beschadigd en of de
behuizing scheuren vertoont, waardoor
giftige en bijtende accuzuren zouden
kunnen weglekken.
ke
er de polariteiten niet om en gebruik
uitsluitend een 12V-acculader.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als u klaar bent met
deze werkzaamheden.
Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.
11
Praktische informatie
Page 184 of 312

182
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
ti
jdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
eco-modus
Uitschakelen van de
eco-modus
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F
s
t
art om de functies direct weer te
kunnen gebruiken de motor en laat deze
gedurende enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het dubbele van
de tijd dat de motor heeft gedraaid. Deze tijd
zal echter altijd tussen de 5
en 30 minuten
bedragen.
Inschakelen van de
eco-modus
na deze tijdsduur geeft een melding op het
multifunctionele display aan dat de eco-modus
is ingeschakeld. De actieve functies worden in
de ruststand gezet.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden (zie de desbetreffende
paragraaf).
Als u op het moment dat de eco-modus
wordt ingeschakeld aan het telefoneren
bent via het audio-/navigatiesysteem
eMyWay, wordt de verbinding na
10
minuten verbroken.
De eco-modus bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
na
dat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals radio, ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, enz. nog in totaal maximaal 30 minuten gebruiken.
Deze tijdsduur kan sterk worden beperkt als de accuspanning laag is.
Praktische informatie